Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Onenigheid bij virologen over rapportering: ‘Niet goed om stap terug te zetten’

Marc Van Ranst.Beeld Thomas Nolf

Nieuwe coronacijfers? Daarvoor is het nu wachten tot dinsdag. Sciensano wil ze niet meer elke dag publiceren om zo de ziekenhuizen een last van de schouders te halen. Kan niet, vindt Marc Van Ranst. ‘Managen is meten!’

De hele coronacrisis was het een dagelijks ritueel, maar we zijn op een punt gekomen dat het niet meer hoeft. Op zondag en maandag publiceert Sciensano geen nieuwe coronacijfers meer. Het instituut wil zo de druk verminderen op de ziekenhuizen, die het aantal opnames en overlijdens in het weekend moesten doorsturen. 

Op Twitter haalt viroloog Marc Van Ranst snoeihard uit naar die beslissing. Ons land kan het zich volgens hem niet permitteren om in zomervakantiemodus te gaan. “Managen is meten! Sorry, maar dit moet beter!”, klinkt het. 

De cijfers niet meer dagelijks publiceren geeft volgens hem een verkeerd signaal aan de bevolking. “Net nu velen het gevoel hebben dat het voorbij is, is het niet goed om een stap terug te zetten in de rapportering”, zegt Van Ranst. “Als de ziekenhuizen die cijfers niet meer elke dag kunnen doorgeven, dan moet je met de ziekenhuizen overleggen over hoe ze dat wel kunnen doen.”

Ook Erika Vlieghe, de voorzitter van de GEES, sluit zich aan bij de kritiek. Zij betreurt dat Sciensano op dat vlak een versnelling terugschakelt. Ook vindt ze dat Sciensano meer moet doen om de informatiedoorstroming naar de experts te verbeteren. Gegevens van de voorbije weken over de nieuwe besmettingen waren volgens haar niet gedetailleerd genoeg. 

Professor Erika Vlieghe: "We hebben in onze GEES-rapporten al aangekaart dat er nood is aan goede epidemiologische opvolging en transparante data."Beeld BELGA

“Vaak was het niet duidelijk welk profiel die patiënten hadden”, zegt Vlieghe. “We hebben in onze GEES-rapporten al aangekaart dat er nood is aan goede epidemiologische opvolging en transparante data. Het is nu net een kritiek moment waarop we de maatschappij opnieuw aan het openstellen zijn. Dan moet je nog meer dan tevoren de vinger aan de pols kunnen houden.” 

Scharnierpunt 

Deze week zitten we op een van die scharnierpunten in de strijd tegen corona. Morgen zal de Veiligheidsraad opnieuw een verdict vellen. Mogelijk zouden feestzalen, casino’s en bankethallen weer de deuren kunnen opendoen en worden theatervoorstellingen met publiek weer toegelaten. Maar we schrijven vandaag ook zo’n twee weken nadat de versoepelingen van fase 3 zijn ingegaan. 

Op 8 juni werd de logica achter de coronamaatregelen omgedraaid. Vanaf dan was eigenlijk alles weer toegelaten, tenzij het expliciet werd verboden. Cafés konden sindsdien weer klanten ontvangen en de regel van vier ging op de schop. Virologen hebben steeds gewaarschuwd dat de effecten van versoepelingen zich pas enkele weken later in de cijfers laten zien. Dat is dus ongeveer nu.

“Ik had toch liever gezien dat ze nog een week hadden gewacht om de ziekenhuisopnames en overlijdens in het weekend niet meer door te geven”, zegt biostatisticus en GEES-lid Niel Hens. “Maar de ziekenhuizen waren hier dus vragende partij. Als je de rapportering op dezelfde manier voortzet, kan het zijn dat je ziekenhuizen begint te verliezen. Misschien sturen sommige ziekenhuizen in het weekend dan geen data meer door en andere wel, met als gevolg dat de kwaliteit van de informatie daalt. Het is beter om goede cijfers te rapporteren in plaats van cijfers die maar deels correct zijn.”

Onlinetool

Ook volgens Hens is een nieuwe onlinetool die de besmettingen per gemeente bijhoudt eigenlijk een serieuze stap voorwaarts. Die tool, die sinds gisteren online staat en voor iedereen toegankelijk is, toont hoeveel nieuwe besmettingen een gemeente telt. Zijn dat meer dan 20 besmettingen per 100.000 inwoners over de voorbije vijf dagen, dan gaat er een alarm af.

Sciensano-viroloog Steven Van Gucht spreekt van een transitie in hoe we het verloop van de coronapandemie monitoren, omdat de tool niet enkel artsen maar ook lokale besturen in staat stelt om kort op de bal te spelen. In dit stadium is het essentieel om heropflakkeringen snel te detecteren en dan kun je beter de besmettingen goed in de gaten houden in plaats van te wachten tot mensen in het ziekenhuis liggen. Omdat er ook veel meer getest wordt dan vroeger, wordt het cijfer van de nieuwe besmettingen een betrouwbare indicator.  

Steven Van Gucht: "Het heeft weinig zin om die late indicatoren dagelijks te blijven rapporteren."Beeld BELGA

“In de ziekenhuizen worden de andere cijfers in het weekend nog steeds geregistreerd”, zegt Van Gucht. “Maar ze geven dat pas op maandag door. Opnames en overlijdens zijn late indicatoren. Als mensen in het ziekenhuis belanden zit je al wat verder in het proces van de ziekte. Het heeft weinig zin om die late indicatoren dagelijks te blijven rapporteren.”

Of de tweet van Van Ranst een indicatie is voor spanningen binnen de GEES? Dat spreken de experts tegen. Nochtans vaart Van Ranst hier wel uit tegen hetzelfde instituut, Sciensano, waarover hij begin deze maand in deze krant al zei dat het hem “niet echt lust”.

“Ik betreur dat Van Ranst niet eerst met ons overlegd heeft”, kaatst Van Gucht de bal terug. “Hij zou beter eerst met zijn collega’s praten dan deze commentaar via de pers te geven. Maar verder hebben we altijd goed samengewerkt en heb ik altijd een goede verstandhouding met hem gehad. Het klopt ook dat we niet alle details van de patiënten kennen. Maar de labo’s sturen ons enkel informatie over postcode of geslacht. We kunnen enkel rapporteren wat we zelf binnenkrijgen.”