Direct naar artikelinhoud
Seksueel misbruik

Child Focus waarschuwt: tienerpooiers viseren ook meisjes uit welgestelde gezinnen

Child Focus waarschuwt: tienerpooiers viseren ook meisjes uit welgestelde gezinnen
Beeld Thinkstock

Een onderzoek van Child Focus naar slachtoffers van tienerpooiers heeft aangetoond dat de tienerpooierproblematiek in Brussel wel degelijk bestaat en uitdijt. Child Focus kon drie opvallende profielen van slachtoffers onderscheiden en stelt vast dat de huidige aanpak van het probleem niet volstaat.

Tussen 2015 en 2019 opende Child Focus 144 dossiers over (mogelijke) slachtoffers van tienerpooiers in België, maar het nieuwe onderzoek dat werd uitgevoerd door equal.brussels toont voor Child Focus aan dat het fenomeen veel breder is dan gedacht. Uit de drie slachtofferprofielen die opgemaakt werden, blijkt dat ook meisjes uit welgestelde buurten van Brussel getroffen worden.

Drie groepen slachtoffers

In de eerste plaats onderscheidt het onderzoek slachtoffers met een parcours in de jeugdzorg. Het is niet nieuw dat tienerpooiers meisjes viseren waarvan kan gezegd worden dat ze cognitief, materieel, psychologisch of sociaal in een precaire positie zitten. Vaak kregen zij te maken met verwaarlozing en mishandeling tijdens de kinder- of puberjaren. 

De slachtoffers uit Oost-Europa en Frankrijk vormen een tweede groep. Eentje die gelinkt is aan mensenhandel. Vanuit bestaande netwerken vanuit Oost-Europa worden meisjes die willen ontsnappen aan armoede via materiële droomprojecties naar België gebracht en ingezet in Brussel. 

Tenslotte is er nog de slachtoffergroep van de stadsbendes en de hieraan gelinkte slachtoffers uit welgestelde families. De studie toont dat tienerpooiers zich binnen stadsbendes focussen op minderjarige meisjes uit de zuidelijke rand van Brussel en Waals-Brabant, die afkomstig zijn uit rijkere, socio-economisch meer welgestelde families. Dit gegeven is verrassend voor velen, maar Child Focus zag dit fenomeen al opduiken in recent geopende dossiers.

"Deze meisjes zouden opvallend gemakkelijk te 'groomen' zijn via het internet. Zij zijn kwetsbaar door afwezige ouders, eenzaamheid en een vurig verlangen naar een ander leven dan dat wat voor hen werd uitgestippeld", klinkt het.

‘Black box’-effect 

De bevindingen van het onderzoek tonen voor Child Focus aan dat er nog heel wat uitdagingen zijn om de tienerpooierproblematiek aan te pakken. De detectie en juridische kwalificatie van de problematiek blijven ook heikele punten. Het volledige ronselproces van ronselen en de uitbuiting zelf wordt bovendien vergemakkelijkt door het internet, maar dat leidt tot een ‘black box'-effect waarbij niemand een volledig inzicht heeft in de werking en technieken van tienerpooiers of de identiteit van de slachtoffers. 

Child Focus pleit daarom voor een 360-graden-aanpak. Een plan waarbij voornamelijk ingezet wordt op een doorgedreven coördinatie en samenwerking tussen alle betrokken actoren, de bescherming en ondersteuning van slachtoffers, de opleiding van professionelen, de opsporing en vervolging van daders, en preventieve maatregelen ten aanzien van potentiële slachtoffers én daders. In dat opzicht wil PAG-ASA, het Centrum voor Slachtoffers van Mensenhandel, graag haar hulp aanbieden.

"Het is essentieel dat terreinactoren er zich bewust van zijn dat tienerpooiers echte mensenhandelaars zijn. Hun slachtoffers worden best aangemeld bij één van de drie centra voor slachtoffers van mensenhandel, waar ze gespecialiseerde informatie en juridische begeleiding kunnen krijgen. Al meer dan 25 jaar bestaat er een ketenaanpak waarbij politie, justitie en hulpverlening nauw samenwerken, maar minderjarige slachtoffers glippen dikwijls door de mazen van het net vanwege hun atypisch profiel", stelt Sarah De Hovre, directeur van PAG-ASA.