Direct naar artikelinhoud
Dierenwelzijn

Vanaf 2023 is het gedaan met pony’s op de kermis: ‘Mijn dieren leven nochtans langer dan pony’s op een wei’

Een ponycarrousel in Genk.Beeld ID/Mine Dalemans

De kermispony is bezig aan zijn laatste rondjes in Vlaanderen. Vanaf 2023 zijn eigenaars van carrousels niet meer welkom op kermissen of jaarmarkten. Maar wat dan met de dieren? ‘Mijn pony’s kan ik toch niet wegdoen. Het zijn mijn kinderen.’ 

“De kermispony’s, dat is altijd en overal aanschuiven. Er is geen enkele kinderattractie die daar tegenop kan”, vertelt een trotse Marcel Tuerlinckx (58) uit Sint-Truiden. Binnen zijn familie vormt hij al de zesde generatie die levende pony’s op de carrousel laat ronddraaien, het liefst met een breed glimlachende peuter of kleuter op de rug. Vanaf 1 augustus hoopt hij weer present te zijn, wanneer de kermissen wellicht mogen heropstarten. “De afgelopen maanden waren erg moeilijk. Het beetje steun van de staat gaat integraal naar het voederen van mijn pony’s”, zegt hij.

De toekomst ziet er sowieso niet rooskleurig uit. Noch voor Tuerlinckx, noch voor de drie andere families die in Vlaanderen nog actief zijn met een ponycarrousel. Een ‘uitdoofbeleid met flankerende maatregelen’ was al aangekondigd in het regeerakkoord, nu is het ook goedgekeurd door de ministerraad: tot en met 31 december 2022 kunnen kermispony’s de kermissen en jaarmarkten nog afschuimen, daarna is het gedaan.

‘Eindeloos rondjes’

In totaal zouden nog 36 pony’s in het circuit meedraaien. “Eindeloos rondjes maken op een beperkte oppervlakte omringd door lawaai en gejoel, dat hoort gewoon niet meer in deze tijdsgeest”, zegt Michaël Devoldere, woordvoerder van minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA). Vlaanderen volgt het voorbeeld van de andere regio’s. De Brusselse regering verbiedt kermispony’s al sinds 2019, volgens de ‘Code Wallon du Bien-Etre Animal’ gebeurt dat in Wallonië vanaf 2023.

De vier families zouden een compensatieregeling krijgen na sluiting, waarbij het welzijn van de pony’s met pensioen gegarandeerd blijft. “Mijn vijftien pony’s doe ik niet weg, al moet ik ze onderhouden op kosten van de staat”, zegt Tuerlinckx stellig. “Ik leef voor die dieren. Het zijn eigenlijk mijn kinderen.”

Psychisch welzijn

In de praktijk was het uitdoofbeleid al op gang getrokken. Lokaal gelden al langer verboden, zoals in Gent, Antwerpen, Leuven of Bredene, en gemeentes in Vlaams-Brabant die het label  ‘diervriendelijke gemeente’ willen, moeten eveneens een ban opleggen. “Doorheen de jaren ben ik zo een aantal plaatsen kwijtgeraakt”, zegt Tuerlinckx, die van 42 naar 37 kermissen ging.

Dirk Vansina (CD&V), Leuvens schepen van Feestelijkheden ten tijde van het verbod in 2011, herinnert zich een gespleten debat. “De ene hoek wees erop dat die kermispony’s voor minder gegoede kinderen de enige manier zijn om zo’n ritje te maken, vanuit de andere hoek werd gewezen op het ethische aspect: die pony’s hebben er niet voor gekozen om voortdurend rondjes te draaien in al dat lawaai.”

Dierenrechtenorganisaties

Dat de plaatselijke Leuvense uitbaatster haar zaak net wilde verkopen, was handig meegenomen en in Brussel gebeurde iets gelijkaardigs: de uitbater die de Brusselse kermissen aandeed, ging in 2019 toch met pensioen. Die gunstige timing geldt nu niet. “Ik weet niet wat anders te doen”, zucht Tuerlinckx, die vindt dat dierenrechtenorganisaties een verkeerd beeld schetsen van zijn stiel. “Het is geen boenk-boenk-muziek die opstaat bij ons, en mijn dieren leven 5 tot 7 jaar langer dan pony’s op een wei.”

Hij verwijst naar een onderzoek aan de UGent uit 2013, toen diezelfde dierenrechtenorganisaties en foorkramers aan tafel zaten om een strenger kader uit te werken voor kermispony’s. “Er werd toen beweerd dat de pony’s mankheid opliepen door altijd in één wijzerzin te draven”, zegt Frank Gasthuys, decaan van de faculteit Dierengeneeskunde. “We hebben die dieren toen onderzocht op een drukplaat, maar daar kwam helemaal niets uit.” Volgens Vansina kwam een Leuvense dierenarts tot hetzelfde oordeel: “Hun fysieke gezondheid was perfect, en de dieren kregen voldoende rust en kwalitatief eten. Maar dat zegt natuurlijk niets over welzijn.”

Na de werkdag

Volgens Gasthuys is op dat vlak niet het lawaai het obstakel – “daar wennen paarden aan” – maar wel het psychisch welzijn ‘na de werkdag’. “Ik herinner me dat niet die drie weken op de kermis van Brussel het probleem waren, wel dat die dieren nadien in een camion of geïmproviseerde stal werden gezet.”

Een van de strenge voorwaarden die Vlaanderen daarom vanaf 2013 creëerde, was een verblijf op weides of andere buitenverblijven tussen de kermissen door. Daarnaast hield het pakket bredere pistes in, of betere stallingen op de kermis. In totaal schat Tuerlinckx de kosten daarvan op zo’n 180.000 euro. “We krijgen vaak onverwachte controles. Ik scoor altijd tien op tien”, zegt hij.

‘Veredelde grasmachines’

“Maar in zeven jaar is het maatschappelijk bewustzijn alweer een pak geëvolueerd”, zegt Devoldere. Hij trekt de parallel met het uitdoofbeleid voor dwangvoederen: ooit ingeburgerd, nu hopeloos achterhaald.

Hoe het leven van de pony’s er straks uitziet, zal wellicht afhangen van de hoogte van de compensatieregeling. Want zonder carrousel worden ze voor de uitbaters “veredelde grasmachines” die tonnen onderhoudsgeld kosten, zegt Gasthuys. “En de paardenasielen zitten op dit moment overvol.” Hij verwijst naar de Gentse uitbater van de intussen verboden paardenkoetsen, die zijn dieren naar het slachthuis bracht. “Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn kan dat moeilijk het doel zijn.”