Abdelhafid A., Mohamed E.H., Hamza S. en Osman Ö. werkten op een afdeling binnen Umicore waar edelmetalen verwerkt worden tot een zwart poeder. Tussen januari en juli van 2013 werd negentig kilo van dat goedje ontvreemd. Het werd uit de filters verwijderd - in die ruimte hingen geen bewakingscamera’s - en in rugzakken naar buiten gesmokkeld.

Het onderzoek leidde naar het viertal. Mohamed E.H. hield toezicht op het verwerkingsproces en was in de nacht van 19 op 20 juni 2013 samen met Hamza S. gefilmd, terwijl ze met twee rugzakken naar de kleedkamers trokken, maar er met slechts één weer naar buiten kwamen.

Ze werden gecontroleerd, maar hadden niets bij. De andere rugzak werd een dag later in de niet afgesloten locker van Osman Ö. teruggevonden, met daarin 25 kilo poeder. Bij Abdelhafid A. werden drie (lege) rugzakken teruggevonden.

Ze ontkenden alle vier dat ze het zwarte poeder gestolen hadden. Wie wel tot bekentenissen overging, is Murat H. Hij was de schakel tussen de dieven en de helers, die het poeder in Duitsland verkochten. Bij Murat H. werd 30 kilo aangetroffen.

De rechtbank vond de schuld van de zeven beklaagden bewezen en veroordeelde hen tot straffen met uitstel. Ze moeten ook een fikse schadevergoeding betalen aan Umicore. Twee echtgenotes van de arbeiders, die terechtstonden voor witwas, werden vrijgesproken.