Direct naar artikelinhoud
Coronaregels

Anderhalvemeterregel onder druk: als het op de ene plaats niet hoeft, waarom op de andere dan wel?

Op het vliegtuig mag je dicht bij elkaar zitten – met een mondmasker –, maar in een theaterzaal niet.Beeld AFP

Pleinen waar mensen op elkaar gepakt staan of winkels waar nog nauwelijks aan social distancing gedaan wordt. Is het draagvlak voor de anderhalvemeterregel aan het slinken? ‘Onduidelijkheid over regels heeft een demotiverend effect.’

Het was het Antwerpse Sportpaleis dat vorige week op een ludieke manier de kat de bel aanbond. Op zijn Facebook-pagina stond een foto van de evenementenhal als vliegtuig, met bijbehorende vleugels. Met daarbij het zinnetje: ‘Wat als... het Sportpaleis vleugels had en SportpalAIR zou heten?! Zouden dan concerten voor meer dan 200 ‘passagiers’ mogen plaatsvinden?’

Het is een gevoelig punt voor de evenementensector: de collega’s van de luchtvaartsector hebben namelijk bekomen dat zij zich niet moeten houden aan de regels van social distancing. Anderhalve meter afstand hoeft in een vliegtuig niet, een mondmasker dragen is wel verplicht.

Bij het Nationaal Crisiscentrum, dat bij ons over de coronaregels communiceert, verwijzen ze daarvoor naar Europa. Daar is, onder druk van de luchtvaartlobby, beslist dat halfvolle vliegtuigen laten vliegen economisch niet rendabel is. Het zou er, nog volgens de sector, vooral voor zorgen dat de ticketprijzen de hoogte in zouden schieten. De sector haalde zijn slag thuis. 

Tot groot ongenoegen van de evenementensector.  “Wat kan ik daarop zeggen? Dat het voor ons ook niet rendabel is met halve zalen? Maar wij hebben zo geen machtige lobbymachine als de luchtvaart”, zegt Jan Van Esbroeck, uitbater van het Antwerpse Sportpaleis. Dat er met twee maten en gewichten gewerkt wordt, valt hem heel zwaar. “De cultuur- en evenementensector is in Europa de derde grootste werkgever. Waarom ze dan inspanningen doen voor de luchtvaart en niet voor onze sector, is voor mij onbegrijpelijk. In zo’n vliegtuig zit je met velen op een postzegel op elkaar geplakt en zijn er nauwelijks sanitaire voorzieningen. Wij zijn veel meer in staat om de hygiëneregels te volgen, maar moeten wel aan social distancing doen. Ik word daar behoorlijk boos van.”

Het is iets waar wel meer mensen over blijken te vallen, als we de sociale media mogen geloven. Daar wordt zelfs openlijk aan het nut van het anderhalvemeteren getwijfeld. Zeker nu mensen merken dat ze in de steeds voller wordende treinen en bussen zich van die afstandsregel niets moeten aantrekken, maar op café en straks in het theater bijvoorbeeld wel. Als het op de ene plaats niet hoeft, waarom moet het dan elders wel? Er circuleren tal van verhalen over winkels waar mensen zich niet meer aan de afstandsregels houden of over bijeenkomsten van mensen die lak hebben van de coronaregels.

Goodwill

Bij het Nationaal Crisiscentrum blijven ze nochtans pal achter de regel staan. Die is volgens hen ook compleet duidelijk: waar het kan, moet er afstand gehouden worden. Waar dat niet kan, zoals op het openbaar vervoer, hoeft het niet, maar dan is een mondmasker verplicht. Het openbaar vervoer een beperking van het aantal reizigers opleggen kan niet, want een deel van de bevolking is nu eenmaal afhankelijk van bussen, trams en treinen. “En je zou vliegtuigen als een vorm van openbaar vervoer kunnen zien”, zei Marc Van Ranst een maand geleden al, erop wijzend dat het niet alleen toeristen zijn die een vliegtuig nemen. Heel wat zakenreizigers zijn ook aangewezen op het vliegtuig.

Maar het blijft een wat wishy-washy-uitleg, vind ook motivatiepsycholoog Maarten Van Steenkiste (UGent). Want in heel wat supermarkten en winkels is het ook vaak moeilijk om afstand te houden, maar daar zijn mondmaskers vooralsnog niet verplicht. En zo kan een gewone mens nog maar moeilijk volgen.

Dat kan gevolgen hebben. Want om goodwill te verkrijgen bij de bevolking om de regels te volgen, heb je transparantie en duidelijkheid nodig. Dat bleek de afgelopen maanden goed uit de resultaten van de motivatiebarometer van Van Steenkiste en zijn team. Bij onduidelijkheid gaat de motivatie om de coronaregels te volgen naar beneden. 

Van Steenkiste: “Voor alle duidelijkheid: de afstandsregel staat nu nog bovenaan bij de regels die mensen aangeven te willen volgen. Maar de laatste barometer slaat op data van zo’n tien dagen geleden. Sindsdien zijn er verdere versoepelingen aangekondigd. Wat die voor effect zullen hebben op de motivatie om de regels te houden, is nog niet duidelijk.”

Nadenken over eigen gedrag

Door die verdere versoepelingen valt voor veel mensen namelijk weer een stuk structuur weg. Tijdens de lockdown golden strenge regels. Alles was verboden, tenzij wat toegelaten was. En naast een goede handhygiëne was afstand houden een belangrijke en absoluut te volgen regel, werd ons voortdurend op het hart gedrukt.

Sinds de versoepelingen wordt de logica omgekeerd: alles is weer toegelaten, tenzij het niet mag. Waardoor mensen gedwongen zijn om zelf meer na te denken over hun gedrag. En waardoor het ook meer opvalt als er iets ‘niet klopt’ in de toepassing van de regels. 

“Als er dan inconsistenties opduiken in de aanbevelingen of regels, dan kan dat een demotiverend effect hebben”, zegt professor Van Steenkiste. “Het is inderdaad niet echt logisch dat je in een vliegtuig geen afstand moet houden en in een theater- of concertzaal wel. En het is ook duidelijk geen virologische regel, maar eerder ingegeven door een economische logica. Maar als mensen het niet meer begrijpen of vinden dat het niet klopt, dan zal de bereidheid om de regels nog te volgen inderdaad verwateren.”