Direct naar artikelinhoud
Koloniaal verleden

Universiteit Antwerpen wil in het reine komen met koloniaal verleden van campus Middelheim

Rector van de UAntwerpen Herman Van Goethem op de Campus MiddelheimBeeld Gregory Van Gansen / Photo News

Tot zestig jaar geleden huisde op de campus Middelheim van de Universiteit Antwerpen de Koloniale Hogeschool, waar koloniale ambtenaren opgeleid werden. Zowel de UAntwerpen als het naburige Middelheimmuseum hadden plannen om met deze vergeten geschiedenis in het reine te komen. Tot corona roet in het eten gooide.

Waar de rector van de Antwerpse universiteit nu zijn gasten ontvangt en zijn kantoor heeft, was ooit de turnzaal van de Koloniale Hogeschool. Dat schrijft die rector, Herman Van Goethem, in een opiniestuk in De Morgen. Dat wist Van Goethem de eerste keer toen hij het gebouw betrad. Lang voor hij rector werd, vond hij immers een promotiefilmpje terug van de Koloniale Hogeschool. 

Al is die koloniale voorgeschiedenis niet breed gekend. Dat hoeft niet te verbazen. Buiten de vijfhoekige ster boven de ingang – een verwijzing naar de vlag van Belgisch Congo – en een monument ter ere van de oud-studenten en professoren die de Tweede Wereldoorlog niet overleefden, zijn er nauwelijks nog sporen van terug te vinden.

Nochtans werden van 1920 tot 1962 in dezelfde gebouwen talloze Belgische (lees: witte) jongemannen klaargestoomd om ambtenaar te worden in de Belgische kolonies. Ook aan andere instellingen kon je koloniale vakken en programma’s volgen, maar de Hogeschool onderscheidde zich van die op één vlak. “Het instituut profileerde zich als de plek waar de elite-ambtenaren werden klaargestoomd, met de bedoeling door te stromen naar de hogere rangen van het koloniale staatsapparaat”, zegt historicus Bas De Roo van Geheugen Collectief, die onderzoek verrichtte naar de Hogeschool in opdracht van het Middelheimmuseum.

Veel van de alumni kwamen, na een stage, terecht in het middenkader van de kolonie. 

Anonieme werkmieren

Volgens professor architectuurgeschiedenis Johan Lagae (UGent) is de plek belangrijk voor wie de koloniale geschiedenis wil verstaan. “In plaats van altijd de grote namen te bestuderen, kan je eigenlijk veel leren door de meer anonieme werkmieren in de administratie onder de loep te nemen”, zegt hij. “Bijvoorbeeld de handboeken die daar gebruikt werden, zijn belangrijke bronnen om de mindset van de koloniale ambtenaar te snappen.”

Ze tonen dat studenten er een bijna militaristische opleiding kregen met daarin een amalgaam aan vakken die hen moesten voorbereiden op het besturen van een kolonie. “Dat ging van recht, geografie en talen tot overlevingstechnieken”, zegt De Roo. “De hele opleiding was doordrongen van het idee dat Afrika een gevaarlijke plaats is.”

“De instelling en opleiding waren doordrenkt van het beschavingsdiscours en racistische stereotiepen", zegt De Roo. Niet verwonderlijk natuurlijk, aangezien deze mannen later mee de grote lijnen binnen de kolonie moesten uittekenen. Tekenend is bijvoorbeeld het verhaal van Jean Fanard. “Die Belgische student uit Luik voldeed aan alle formele voorwaarden maar had een Belgische vader en een Congolese moeder – en dus niet de juiste huidskleur”, zegt De Roo. “In theorie kon de Hogeschool hem niet weigeren. Het dossier geraakte tot op de bureau van de minister van Koloniën, volgens wie het gezag van een koloniale ambtenaar met ‘gemengd bloed’ niet aanvaard zou worden, noch door de witte ambtenaren, noch door de zwarte chefs in Belgisch-Afrika.” Hem werd uiteindelijk afgeraden zijn opleiding te beginnen.

Auditorium Patrice en Pauline Lumumba

Columniste Nadia Nsayi kaartte de koloniale geschiedenis van de campus aan in een column voor De Morgen. “Hoe gaat de universiteit om met dat ongemakkelijke verleden?”, vroeg ze zich af.

Het toeval wil dat de universiteit en het Middelheimmuseum eigenlijk al lange tijd een antwoord op die vraag hadden voorbereid. Normaal had er vanaf begin juni een tentoonstelling, Congoville, moeten plaatsvinden, waar kunstenaars gevraagd zijn om met zulke vergeten koloniale sporen om te gaan. Die werd gecureerd door de Belgo-Congolese gastcurator Sandrine Colard: “Het gaat over straatnamen, gebouwen, monumenten en mythes, maar ook over ervaringen die mensen met Afrikaanse roots meedragen. Ook de Middelheimsite maakt deel uit van deze onzichtbare stad.”

Daar besliste corona dus anders over. Niet alleen de tentoonstelling viel erdoor in het water, het Middelheimmuseum zag ook het boek dat erop zou volgen en een internationaal symposium over koloniale monumenten begin maart wegvallen. De tentoonstelling, boek en symposium worden uitgesteld. 

Ook in andere programma’s van het museum worden vragen rondom publieke representatie aangekaart: ‘Wie of wat zetten we vandaag op een sokkel?’ Die vraag staat centraal in de opdrachtenreeks Publiek Figuur, waarbij kunstenaars vanaf vrijdag worden uitgenodigd een nieuw werk te maken voor een lege sokkel in het Stadspark. Kunstenaar Tramain de Senna bijt de spits af met haar werk Figure of Color.

Ook de UAntwerpen zag haar plannen gedwarsboomd worden. Normaal was het de bedoeling om naar aanleiding van de zestigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid – en de honderdste van de oprichting van de Koloniale Hogeschool – het grootste auditorium op de campus feestelijk om te dopen tot ‘aula Patrice en Pauline Lumumba’. “Pauline, derde echtgenote van Patrice, ijverde voor zijn nagedachtenis en staat metonymisch voor het Congo van nu”, schrijft Van Goethem. Ook die plannen worden dus een jaartje opgeschoven.

Congoville, campus Middelheim en Middelheimmuseum, vanaf 26 mei 2021.

Publiek Figuur #1, stadspark Antwerpen, vanaf 3 juli 2020.