Direct naar artikelinhoud
ProximusUpdate

Dominique Leroy koopt vervolging in voorkenniszaak af voor 107.000 euro

Voormalig Proximus-CEO Dominique Leroy.Beeld REUTERS

Voormalig Proximus-CEO Dominique Leroy heeft een deal gesloten met het parket om een einde te maken aan de voorkenniszaak waarvoor ze in verdenking werd gesteld. Dat melden L'Echo en De TijD. Volgens N-VA-Kamerlid Sophie De Wit ruikt de schikking naar ‘klassenjustitie’.

Ook met de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) heeft Leroy een minnelijke schikking afgesloten. Aan de FSMA moet Leroy 107.841,01 euro betalen, maar het bedrag dat ze als minnelijke schikking aan het parket moet betalen, wordt daar wel van afgetrokken. De Brusselse raadkamer moet de minnelijke schikking met het parket ook nog goedkeuren. 

De voormalige Proximus-CEO verkocht op 1 augustus nog 10.840 Proximus-aandelen ter waarde van ruim 285.000 euro van dat bedrijf. Eind juli echter zat ze al een eerste keer samen met KPN, pas op 5 september maakte Leroy bekend dat ze naar het Nederlandse bedrijf zou trekken.

Daarom zou de verkoop handel met voorkennis kunnen zijn. Het vertrek van een CEO kan de koers van aandelen immers sterk beïnvloeden, zoals ook nu het geval was. In de dagen na de aankondiging van haar vertrek, was de koers van Proximus een pak lager. Het gerecht deed huiszoekingen bij Proximus en Leroy. De overstap naar KPN ging niet door. Leroy hield haar onschuld altijd staande.

Maximale boete

 Volgens l’Echo en De Tijd moet Leroy de maximale boete van 80.000 euro betalen, naast een bedrag dat overeenkomt met het vermogensvoordeel dat ze haalde uit de aandelentransactie, zo’n 6.000 euro, en de gerechtskosten. De minnelijke schikking werd gisteren voorgelegd aan de raadkamer, die zich op 15 juli zou uitspreken.

“Op 30 juni 2020 heeft een zitting voor de raadkamer plaatsgevonden met het oog op homologatie”, meldt het parket. “Het parket kan het bedrag van de minnelijke schikking niet bevestigen, aangezien het aan de raadkamer toekomt om een soevereine beslissing te nemen met betrekking tot de homologatie van deze minnelijke schikking, rekening houdende met de proportionaliteit tussen de ernst van de feiten en de persoonlijkheid van de verdachte.”

‘Klassenjustitie’

Volgens N-VA-Kamerlid Sophie De Wit ruikt de mogelijke schikking van Leroy “naar klassenjustitie”. Opvallend, omdat N-VA het systeem van minnelijke schikkingen steevast verdedigt. Dat blijft ook zo, maar voor De Wit wringt de deal omdat die er zo snel komt.

Het argument dat veelal wordt gebruikt om een minnelijke schikking te rechtvaardigen, het risico op verjaring, speelde in deze zaak volgens De Wit zeker niet. “Op deze manier kan mevrouw Leroy gewoon verder as usual en voor een andere topjob gaan. Ze koopt een zwaard van Damocles af. En dat is natuurlijk niet iedereen gegeven.”

Toch wil De Wit niet dat het kind met het badwater wordt weggegooid. “Het systeem van de minnelijke schikking heeft wel degelijk een aantal voordelen. Bij zeer complexe vermogensmisdrijven, waar heel wat middelen in het strafonderzoek geïnvesteerd werden maar vaak de verjaring dreigt, is het een manier om straffeloosheid tegen te gaan”, legt ze uit.

Ze merkt op dat onder de Zweedse regering een verplichte, onafhankelijke rechterlijke controle werd ingevoerd. “We moeten bekijken hoe we het systeem nog verder kunnen verfijnen, maar deze zaak nu aangrijpen om het hele systeem van de minnelijke schikking op de schop te gooien, gaat te ver”, besluit De Wit.