AFP or licensors

Zijn we klaar voor een tweede coronagolf? "We moeten beter ons huiswerk maken", zeggen experten

Wat als er een tweede golf komt van het coronavirus? Zullen we dan een nieuwe lockdown kunnen vermijden? Een aantal experten is daar niet van overtuigd. "Sciensano moet zijn huiswerk beter maken”, zegt Johnny Thijs, de voormalige ceo van Bpost, die nu in de exitgroep zit. En ook viroloog Marc Van Ranst waarschuwt. Het grootste probleem lijkt nog altijd de contactopsporing, waarbij er te weinig verbanden gelegd worden tussen individuele besmettingen. En gerichte maatregelen dus moeilijker worden. 

Of die tweede lockdown er daadwerkelijk komt, weten we niet. Dat er een tweede golf van besmettingen onze richting uit komt, daar lijken velen wél van uit te gaan. Dan zal het zaak zijn om nieuwe besmettingen zo snel mogelijk in kaart te brengen, om te testen en op te sporen dus, in de hoop een tweede algemene lockdown zoals in maart te vermijden.

En dat kan, denkt Steven Van Gucht, de topman van Sciensano. Hij wijst naar Duitsland als de te volgen weg. Daar gaan kleinere entiteiten – een bedrijf, een school, een appartementsgebouw – meteen dicht nadat er plaatselijke uitbraken van corona zijn vastgesteld. “We moeten vooral zorgen dat er geen tweede lockdown over het hele grondgebied komt, en dat we snel en lokaal ingrijpen."

We moeten vooral zorgen dat er geen tweede lockdown komt, en dat we snel en lokaal kunnen ingrijpen

Steven Van Gucht, topman Sciensano

Als dat niet lukt, kan het wél weer tot een min of meer algemene lockdown komen. “Eén waarbij we de omgekeerde weg volgen: wat het laatst weer open ging, gaat het eerst weer dicht.” Dus eerst horeca en evenementen, en zo verder. Met twee uitzonderingen: scholen en winkels - ook wie geen voeding verkoopt - zouden wel open kunnen blijven, denkt Van Gucht. “Maar we zullen elke situatie apart moeten bekijken.”

Testen en opsporen

De centrale elementen om een nieuwe, algemene lockdown te vermijden zijn het testen en opsporen: zo snel mogelijk nieuwe besmettingen opsporen, die in kaart brengen en eventueel ook mensen, wijken of bedrijven in quarantaine plaatsen. Daarvoor is het cruciaal dat er genoeg capaciteit is om dat te doen, en net nu kondigde het agentschap Zorg en Gezondheid aan dat er nog minimaal 150 contactopspoorders aan het werk blijven. (Wat te maken heeft met het lagere aantal besmettingen, te laag om alle mensen zinvol aan het werk te houden). 

Ik ben niet optimistisch dat we een tweede lockdown kunnen vermijden

Viroloog Marc Van Ranst

Het systeem vertoont volgens verschillende experten nog wel een paar tekortkomingen. Marc Van Ranst: “Ik ben niet optimistisch dat we een tweede lockdown kunnen vermijden. Zeker de contact-tracing, dat moet sneller en beter, nu is dat onvoldoende.” 

Fijnmazig

Maar contactopsporing is één ding, er moeten ook nog verbanden gelegd worden tussen de besmette personen. Wonen die in eenzelfde wijk? Werken ze op hetzelfde bedrijf? Frequenteren ze misschien allemaal eenzelfde café? Je kunt mensen opsporen en isoleren, maar het is haast net zo belangrijk om meer gegevens over hun omgeving te krijgen. 

En op dat vlak laten de verzamelde gegevens het afweten, zegt Johnny Thijs, de voormalige ceo van Bpost die nu in de exitgroep GEES zit. Diezelfde GEES dus die begin juni al waarschuwde in haar advies aan de regering dat we niet klaar zijn. En dat is meer dan een maand later nog altijd zo, denken zowel Thijs als Van Ranst. “Ik heb toch enkele reserves.”

Thijs spoort Sciensano – die geen vertegenwoordiger heeft in de exitgroep - aan om “hun huiswerk beter te doen”.  “We zijn nu toch al vier weken aan het testen en tracen, ik hoop dat ze bij Sciensano binnenkort fijnere cijfers op tafel leggen.”

We zijn nu toch al vier weken aan het testen en tracen, ik hoop dat Sciensano binnenkort fijnere cijfers op tafel kan leggen

Johnny Thijs, ex-ceo van Bpost en lid van de exitgroep GEES

Volgens Thijs kunnen enkel precieze gegevens tot goede beslissingen leiden. “We moeten weten waar er besmettingen opduiken. Bij welke gelegenheid gebeurt dat, in welke sociale bubbel. We moeten met alle middelen een totale lockdown vermijden, en dat kunnen we enkel als we over gedetailleerde info beschikken.”

Het scenario voor een tweede lockdown, zoals Steven Van Gucht het al schetste, smaakt hij niet. “Want met goeie gegevens kun je meer uitzonderingen maken. Cafés wel, restaurants niet – bijvoorbeeld. Of misschien duiken er meer besmettingen op ’s avonds dan overdag in een café. Gedetailleerde info moet toelaten om dat soort beslissingen te nemen.”

Om zelfs nog een stapje verder te gaan: "Ik zeg al een tijdje dat we onze beslissingen moeten baseren op feiten en cijfers. En minder op zaken waarvan we theoretisch zeggen dat ze werken. De virologen zeggen dat mondmaskers en social distancing werken. Wel, bewijs me dat dan. Toon me een heropflakkering die rechtstreeks te maken heeft met een plek waar geen maskers gedragen worden. Is dat een winkelstraat of toch een privébubbel?"

Marcel Krijgsman, All Rights Reserved

Detectives

Volgens Van Ranst - die mondmaskers wil verplichten - is een van de grootste problemen dat we zoiets als “epidemiedetectives” missen. Want contactopsporing is een ding, er moeten dus ook verbanden gelegd worden. En dat kunnen die mensen doen. 

We hebben epidemiedetectives nodig

Viroloog Marc Van Ranst

Context is alles, denkt ook Jan De Maeseneer, professor Huisartsengeneeskunde en de man die lid is van het team dat de corona-aanpak voor Gent coördineert. “We moeten de context van de besmettingen inderdaad beter registreren. Raakte iemand besmet op een bijeenkomst van een kaartersclub, bijvoorbeeld? Om onze informatie te verfijnen kan een app helpen, maar dan wel een app die meer doet dan alleen registreren dat je in de buurt van een besmette persoon bent geweest.”

Voor de volledigheid: nu beschikt Sciensano niet over het adres van besmette gevallen – dat is in strijd met de privacyregels. De labo’s kennen wel postcode, leeftijd en geslacht. “En op basis daarvan kan de gezondheidsinspecteur een onderzoek instellen”, zegt Van Gucht. Maar hij nuanceert ook. Sciensano weet niet alles, maar wel of patiënten deel uitmaken van een “collectiviteit” zoals een school of een woonzorgcentrum. 

Hebben we genoeg materiaal?

Een ander groot probleem bij de eerste lockdown was het gebrek aan materiaal: te weinig mondmaskers, te weinig beschermende kledij, te weinig tests. Gaat dat weer een probleem worden bij een eventuele tweede lockdown? Nee, zegt minister Philippe De Backer (Open VLD), die verantwoordelijk is voor het medische materiaal en de testcapaciteit. “De stocks zijn nu groter dan de strategische stock vroeger.” Die zouden ook aan de kwaliteitseisen voldoen.

(Lees verder onder de foto en grafiek)

Bovendien is het de bedoeling dat zowel de federale als de regionale overheden stocks in huis hebben. Vlaanderen begint nu met de aanleg van een medische stock waarmee het twee maanden kan overbruggen. En dat zou moeten volstaan. 

De testresultaten moeten sneller komen

Jan De Maeseneer, professor Huisartsengeneeskunde UGent

Wat wel een probleem is, nog altijd, zijn de testen. Dat zegt Jan De Maeseneer.  Niet de beschikbaarheid ervan, maar de snelheid waarmee ze uitgevoerd worden. "Als je in real time de besmettingen in kaart wil brengen, moeten de resultaten sneller komen. Tussen het moment dat iemand met symptomen belt naar de huisarts en het restresultaat mag maar 24 uur zitten, nu is dat nog soms 36 of 48 uur. Dat is te veel.” 

Een betere organisatie

Zijn we ondertussen beter georganiseerd dan voordien? Ja, er zijn wel degelijk lessen getrokken. Is het allemaal zoals het hoort? Zeker niet. Er zijn niet voldoende fijnmazige gegevens, er worden niet voldoende linken gelegd tussen besmette patiënten – zoals al gezegd – én de organisatie staat nog altijd niet op punt. 

Zo moeten er nog mobiele inspectieteams komen, die vanuit Vlaanderen de lokale zorgverleners bijstaan als er een crisis uitbreekt. Vijftien teams is het doel, maar die zijn er nog niet. “Dat is nog een heel werk”, zegt Vlaams Welzijnsminister Wouter Beke. Halverwege mei opperde hij het idee al eens, maar het wordt pas nu uitgerold. En blijkbaar lukt het (voorlopig) niet. 

“Het gaat allemaal te traag”, zegt Van Ranst. “Je kunt toch de beschikbare artsen gezondheidsinspecteur ad interim maken? Je moet er gewoon voor zorgen dat die mensen goesting krijgen, en ze genoeg betalen. Want het is een cruciaal element. Dit is een knelpuntberoep.”

Wouter Beke gaat die mobiele inspecteurs nooit kunnen vinden, want ze zijn er niet

Jan De Maeseneer, professor Huisartsengeneeskunde UGent

Jan De Maeseneer daarentegen vraagt zich af of je wel zo veel inspecteurs nodig hebt. “Wouter Beke gaat die nooit kunnen vinden, want ze zijn er niet.” Een stuk of vijf teams volstaat, denkt hij. Maar De Maeseneer ziet het hele systeem dan ook anders. 

Hit and run

Hij gelooft niet in centraal aangestuurde inspectieteams, hij wil dat lokaal organiseren, ingebed in de zogeheten eerstelijnszones, gebieden van vier of vijf gemeenten groot, waar alle actoren uit de zorg met het lokale bestuur samenzitten, en die vandaag - 1 juli - starten. “Een snellere lokale organisatie, met ondersteuning van bovenaf.”

“We moeten echt werk maken van een betere organisatie”, zegt De Maeseneer. “Want voorlopig was het hit and run: er gebeurt iets, en we reageren. Nee, we krijgen nu een coronaluwe periode met amper een of twee besmettingen per eerstelijnszones. Gebruik die periode om de lokale mensen op te leiden.” Ondertussen kan ook de informatica verder aangepast worden. 

We moeten werk maken van een betere organisatie

Jan De Maeseneer, professor Huisartsengeneeskunde UGent

“En voeg één contactopspoorder toe aan elk van die zones, die ook elke dag de besmette patiënten en de mensen in quarantaine opbelt. Iedere keer dezelfde persoon die het terrein goed kent. Zo groeit er ook vertrouwen met de patiënten en dat is cruciaal in deze: de burger moet het systeem vertrouwen.”

Volgens De Maeseneer zijn er dan ook geen 15 mobiele inspectieteams meer nodig. “Vijf zal volstaan. Eén per provincie. En zolang er weinig besmettingen zijn, kunnen die de kennis en vaardigheden rond aanpak van epidemies van onze zorgverleners verbeteren."

De Maeseneer wil hoe dan ook een slankere organisatie van het hele systeem. Een overkoepelend comité per zone en eentje nationaal. “Want we gaan ten onder aan de stuurgroepen en werkgroepen."

En de woonzorgcentra?

Eén van de grote vragen is natuurlijk of zich bij een tweede golf vergelijkbare scenario’s zullen afspelen in de woonzorgcentra. Dat is nooit uitgesloten, maar Karine Moykens, de topvrouw van het Vlaams Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin die ook de Vlaams task force Zorg leidt én voorzitter is van het Interfederaal Comité Testing & Tracing, vindt de situatie nu fundamenteel anders. 

“Je kunt natuurlijk nooit uitsluiten dat er een uitbraak is in een woonzorgcentrum. Maar de vorige keer waren er drie problemen: een gebrek aan beschermingsmateriaal, een gebrek aan testen en te weinig kennis van handhygiëne. Dat is opgelost.”

Niet dat er geen problemen meer zijn: ook zij moet erkennen dat er niet voldoende inspectieteams zijn – “al wordt daar aan gewerkt” – of dat de testresultaten soms niet snel genoeg komen. “Vanuit de ziekenhuislabo’s en klinische labo’s is er geen probleem, maar voor de industriële labo’s die bevoorraad worden door het federaal platform, duurt dat langer.”

Moykens denkt nu dat er vooral werk gemaakt moet worden van de draaiboeken en dat gebeurt vanaf deze week. “We werken aan draaiboeken waarin duidelijk staat wat er moet gebeuren: hoe reageer je in bepaalde omstandigheden, wanneer schroef je de bezoekersregeling terug, wanneer sluit je een leefgroep af, hoe veel beschermingskledij heb je nodig. En we vragen ook aan de centra zelf dat ze daar over nadenken, zodat ze nu hulp kunnen vragen en dat niet moeten doen als er een uitbraak is. We hebben geen zekerheid over nieuwe uitbraken, maar we hebben er alles aan gedaan, op basis van onze ervaring bij de eerste golf.”

En de griep?

En dan is er natuurlijk een worstcasescenario: wat als de griepepidemie in het najaar samenvalt met een tweede golf? Van Ranst, die ook griepcommissaris is: “Het is zeker niet uitgesloten dat het gebeurt en dan krijg je de perfecte storm. Zoals we er nog nooit een hebben meegemaakt. Het zou een zware test worden, met veel verwarring. Want iedereen met koorts of een hoestje zal denken dat hij of zij covid heeft, en moet dan getest worden."

Als een griepepidemie samenvalt met een tweede golf, krijg je de perfecte storm, zoals we er nog nooit een meegemaakt hebben

Viroloog Marc Van Ranst

Volgens Van Ranst zullen we dan dingen moeten doen “die we nog nooit gedaan hebben". "Dat is echt van een andere orde. Hij pleit ervoor om de testcapaciteit nog gevoelig te verhogen tegen het griepseizoen. Of misschien is het een oplossing om verplicht te vaccineren tegen griep? Nee, denkt hij. “We kunnen nooit aan genoeg vaccins komen, en bovendien zou een verplichte vaccinatie koren op de molen van de antivax-beweging zijn.”

De Hoge Raad voor Gezondheid besliste vorige week overigens al om niet verplicht te vaccineren. Epidemioloog Pierre Van Damme van Universiteit Antwerpen, lid van die raad. “Het is aan te raden dat de prioritaire groepen – 65-plussers, mensen met onderliggende problemen of gezondheidswerkers, agenten of brandweerlui - gevaccineerd worden. Maar verplichten hoeft niet, dat kun je overlaten aan het gezond verstand van bedrijfs- en huisartsen."

Wachten op het vaccin

De problemen, daar is zo goed als iedereen het over eens, zullen pas opgelost worden als er een vaccin is. Van Damme verwacht dat het halverwege volgend jaar beschikbaar zal zijn. “Veel zal dan afhangen van het aantal vaccins dat elk land krijgt, wat op Europees niveau bepaald gaat worden. Dan moeten we eerst de prioritaire groepen vaccineren tegen de zomer van 2021, en pas vier of vijf maanden later zullen er voldoende vaccins zijn voor de rest van de bevolking."

AFP or licensors

Als we er ons niets van aantrekken, gaan we naar een tweede golf

Epidemioloog Pierre Van Damme, Universiteit Antwerpen

Wat moet dan het antwoord zijn in afwachting van een werkend vaccin?  Een goede organisatie natuurlijk, met uitstekende testing en tracing, maar ook nog mondmaskers. Volgens Van Damme – en tal van andere experten - zijn die cruciaal en is een verplichting wenselijk. “Als ik naar het buitenland kijk, verwacht ik toch dat we nieuwe opflakkeringen gaan krijgen. En als we er ons niets van aantrekken, gaan we naar een tweede golf.”

Meest gelezen