Bruno Raes. ©  Jeroen Hanselaer

Geestelijke vader blikt terug: “Eigenlijk zou ‘F.C. De Kampioenen’ over een ploeg veldrijders gaan”

“Het ontstaan van F.C. De Kampioenen hebben we eigenlijk te danken aan VTM”, zegt Bruno Raes (72) uit Antwerpen. De ‘geestelijke vader’ van de serie stond aan het roer van de eerste zeven seizoenen, waarna hij de reeks volledig losliet. “De laatste twee seizoenen heb ik zelfs nooit gezien.” We blikken met hem terug op de beginjaren van de succesreeks.

Tom Vets
Geen reeks die vaker werd heruitgezonden dan F.C. De Kampioenen. Geen serie waar meer over geschreven werd. En toch zijn er nog altijd verhalen die nog steeds niet verteld werden. Geheimen die niemand kent. Reporter Tom Vets dook speciaal voor de 30ste verjaardag van F.C. De Kampioenen in de rijke geschiedenis van de populaire tv-serie. Het resultaat lees je heel juli lang in onze zomerreeks, met nooit vertelde verhalen en anekdotes. Weet jij bijvoorbeeld vanwaar de naam Boma komt?

“Een feuilleton over mensen van vlees en bloed, met volkse humor die de gewone man en vrouw zeker aanspreekt”, zo werd de start van F.C. De Kampioenen in 1990 aangekondigd. Voor de raad van bestuur van de VRT hoefde de reeks geen succes te worden, want ze was “een openbare omroep onwaardig”. Lees: te volks. Dertig jaar later is F.C. De Kampioenen een van de grootste iconen uit de Vlaamse televisiegeschiedenis.

Laat één ding duidelijk zijn: de creatie van F.C. De Kampioenen heeft vele vaders. Maar het was Bruno Raes uit Antwerpen, die onder meer had meegewerkt aan jeugdprogramma’s Kilimanjaro en Zeppelin, die het eerste zaadje plantte. “Met dank aan VTM, dat met al onze kijkers was gaan lopen”, zegt die. “Het was in 1989 serieuze paniek aan de Reyerslaan. Men moest alles uit de kast halen om de kijker te lokken.” Met tegenzin ging men de populaire toer op. “Voor het eerst werd er een Dienst Amusement opgericht, met wijlen Jan Geysen aan het roer. Op een dag klopte ik aan met het idee voor een comedy. Hij hapte onmiddellijk toe. Wat bijzonder was aan de Reyerslaan. (lacht) Voordien schoot men alles af wat naar populaire televisie rook. Mijn referentiekader qua stijl was een mix van een modernere versie van De Collega’s en een Vlaamse versie van Zeg ’ns Aaa.”

Veldrijden

Allereerste groepsbeeld uit 1990. Bovenaan: Johny Voners, Marijn Devalck, Walter Michiels, Jacques Vermeire, An Swartenbroeckx, Carry Goossens. Onderaan: Loes Van den Heuvel, Ann Tuts en Danni Heylen. © © VRT

“Geysen vroeg me naar het onderwerp, maar dat had ik nog niet. Omdat het idee goed klonk, kreeg ik een jaar tijd om het uit te werken. Jan tipte me Luc Beerten, die scenario’s schreef. Die kende dan weer regisseur Willy Vandueren, en zo ging de bal rollen. Later kwamen Willy Van Poucke en Peter Cnop erbij. We wisten dat die bij de Dienst Drama ooit een voorstel deden voor een kolderreeks rond voetbal, waar nooit iets mee gedaan was. Ze wilden direct meeschrijven.”

Voetbal is de rode draad van de reeks, maar bijna was dat… veldrijden geworden! “Dat was een van de opties. De reeks zou draaien rond een rennersploeg, hun supporters, hun partners… Maar toen het amateurvoetbal werd gesuggereerd, bleken we meer goede arena’s te hebben. Dan had je die kantine en konden we met gezinnen werken. Het stond snel vast dat de ploeg een vijand kreeg, zoiets geeft veel verhaalstof. Al dachten we niet aan een garagist. We wilden een groenten- of fruitteler. De Kampioenen zouden zijn serres aan diggelen stampen.”

Het toeval wou dat Raes in die periode zijn auto voor een onderhoud wegdeed naar een Volkswagen-garage in de Antwerpse Paleisstraat. “Ze zeiden dat mijn auto allerlei mankementen vertoonde, terwijl ik wist dat die in orde was. Maar ze hadden dat toch allemaal ‘gemaakt’. Ik werd opgezadeld met een forse factuur en ze hadden een sticker van hun garage op mijn auto geplakt. Toen vielen alle puzzelstukjes voor onze serie op zijn plek. Ik heb hen nooit gezegd dat ze mij geïnspireerd hebben voor de serie en die garage is ook niet lang geopend gebleven.”

Tip van de Nederlanders

Raes en co. plukten Carry Goossens en Danni Heylen weg bij het Reizend Volkstheater. “Via het theater vonden we de piepjonge Ann Swartenbroeckx, die een monoloog deed.” Als we zeggen dat Carmen Waterslaeghers zou gebaseerd zijn op een van de toenmalige VRT-hostessen wringt Raes zich in bochten. “Goh… Ja en nee. Carmen doet dingen zonder na te denken, en is ook opvliegend. Zulke types lopen er wel meer rond. Er waren heus verschillen.”

Ter voorbereiding liep Bruno mee met de ploeg van Zeg ’ns Aaa. “Dat zat zo: bij de VRT was niks meer van knowhow in huis om een comedy in de studio te filmen. Het was geleden van De Collega’s in 1981 dat men nog zoiets had geproduceerd. Je had weliswaar fictie op zondag onder het label Made In Vlaanderen, maar dat was veelal drama op locatie gefilmd.”

Tip van de Nederlanders: werk met een live publiek. “Niet evident, omdat je zo’n aflevering na veel repeteren op één avond moest inblikken. Maar het gaf een extra impuls aan de acteurs. Als er mensen op zaten te kijken, werden er topprestaties geleverd. Voor het eerste seizoen moesten we zoeken naar publiek, later was er direct een wachtlijst.”

 ©  Jeroen Hanselaer

Toveren en Tenerife

Raes was medeverantwoordelijk voor de laatste scène van Oscar, waarin Xavier hem oorspronkelijk wegtoverde. “Een idee van de scenarist, maar ik was er achteraf niet gelukkig mee. Omdat die slotscène geheim moest blijven, namen we twee versies op. Er kwam op het wegtoveren van Oscar zoveel commentaar, dat voor alle heruitzendingen een nieuwe versie is gemonteerd met de alternatieve scène (waarbij Oscar zegt naar Tenerife te gaan, red.).”

Toen Oscar verdween, lag de weg open voor Herman Verbruggen. “Herman ontdekte ik via mijn toenmalige vriendin. Die was actief bij Aksident, het theatergezelschap van Herman. We wilden het verhaal vooruit stuwen door de aanwezigheid van een vrije radio. Met de informatie die daarop te horen was, konden de poppen aan het dansen gaan. In die vroege afleveringen hebben we daarmee geëxperimenteerd, maar meer niet. Toen Carry wegviel, hadden we met Herman meteen een dankbaar alternatief.”

Eerst figuren, dan verhaal

Het eerste seizoen deed het meteen goed. “We hoopten stiekem op vijf jaar. Wat ambitieus was. Zelfs Johny Voners moest lachen toen ik daarvan gewag maakte. Een belangrijke reden voor ons succes waren de personages. Daar is lang op gewerkt. Ingebouwde conflicten, aantrekken en afstoten, … We hadden daarover nagedacht vóór het eerste scenario op papier stond. Ik merkte later bij andere en geflopte sitcoms, dat men vaak eerst een verhaal schreef, en gaandeweg figuren zocht. Zo werkt het dus niet.”

Toch was de journaliste van Gazet van Antwerpen in 1990 niet zo positief. Ze schreef dat de vrouwelijke personages stereotypes waren van de dwarsliggende vrouw. “Gedeeltelijk akkoord. De mannen willen voetballen of in de kantine rondhangen, terwijl hun vrouwen andere plannen hebben met hun leven. Die werden bij het voetbal betrokken zonder dat ze dat echt wilden. In dat opzicht klopt het dat er die spanning was tussen de sekses.”

Na het vertrek van Jacques Vermeire kreeg de populariteit een knauw. “Jacques vulde de rol van DDT formidabel in. Nochtans – en begrijp me niet verkeerd – was hij geen ‘groots’ acteur. Hij was schoenenverkoper en speelde bij het Mechels Miniatuur Theater. Maar hij kwam in beeld omdat Willy Vandueren hem had geregisseerd voor de Oei, Jacques-sketches. Na hem kwam Jakob Beks, die een echte opleiding had genoten. Maar dat pakte fout uit. Ik voelde bij aanvang al dat er iets fout was aan dat personage.”

Warme streken

De latere afleveringen en films verschillen inhoudelijk enorm met de afleveringen uit de eerste acht seizoenen. “Wat moet ik daarover zeggen? Enkele jaren na mijn vertrek is men een andere weg ingeslagen. Het werd haast slapstick waarbij de verhalen veel minder uit de persoonlijkheid van de personages kwamen.”

“De laatste seizoenen en films heb ik nooit gezien. Sinds mijn pensioen reis ik veel. Ik zoek warme streken op in Latijns-Amerika of Azië en verblijf er maanden. Ook het contact met cast en crew is zo goed als weg. Maar F.C. De Kampioenen is blijven scoren. Dan moet ik er geen kritiek op geven.”

Greet Rouffaer tijdens studio-opnames op de VRT. © VRT - TV1

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER