Het was de allereerste keer dat er in Europa een prijs op iemands hoofd werd gezet. Nadat de Tunesische asielzoeker Anis Amri op 19 december met een vrachtwagen inreed op een Kerstmarkt in Berlijn en vervolgens kon ontkomen, verkeerde het hele Duitse veiligheidsapparaat in opperste staat van paraatheid. Iedereen vreesde dat Amri nog een tweede keer zou willen toeslaan. Amri moest dringend van straat geplukt worden, en daarom werd er een geldprijs uitgereikt voor wie hen de ultieme tip zou bezorgen.

Allicht hoopten de Duitsers om personen in het jihadistische of criminele milieu te overtuigen om Amri uit te leveren, in ruil voor een smak geld.

“Maar Anis Amri is neergeschoten door twee agenten in Italië”, zo zegt de Generalbundesanwalt aan Het Nieuwsblad. “Hij is dus ontmaskerd door twee politiemensen, die op dat moment hun beroep uitoefenden. Zij worden per definitie uitgesloten. Ze kunnen geen premie krijgen omdat ze hun job doen.”

Het Duitse gerecht is ook niet van plan om de 100.000 euro aan iemand anders uit te reiken. “Ook niet aan de nabestaanden van de slachtoffers. Dat kan niet”, aldus een woordvoerster.

De Duitsers volgden de Amerikaanse aanpak, waar al langer grote beloningen op het hoofd van gezochte misdadigers gezet worden. Zo verhoogde de Verenigde Staten vorige maand nog het bedrag op het hoofd van Abu Bakr Al Baghdadi - de leider van IS - tot 25 miljoen dollar. Het is het hoogste bedrag dat uitgeloofd wordt - even hoog als de premie op het hoofd van Al Qaeda-leider Ayman Al-Zawahiri, en hetzelfde bedrag dat ooit beloofd werd voor de vangst van Osama Bin Laden. Ook de premie voor Bin Laden werd overigens niet uitbetaald.

Bronnen binnen de Belgische Justitie vinden de Duitse methode “een interessante denkpiste”. Al is het onwaarschijnlijk dat ons land binnenkort ook geld zal uitreiken. Daar is simpelweg geen budget voor.