Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDrugsadvocaten

De jacht op drugsadvocaten: ‘De war on drugs? Zwijg! Het is nog nooit zo erg geweest als nu’

Omar en Mounir Soudi, Liliane Verjauw en Hans Rieder.Beeld Humo

De oorlog tegen drugs woedt nu ook in de justitiepaleizen. Advocaten worden afgeluisterd, ondervraagd, aangeklaagd en gebrandmerkt als handlangers van de drugskartels. ‘Dat werd tijd’, verzuchten sommige parketmagistraten en onderzoeksrechters. Maar de strafpleiters bijten van zich af: ‘Men probeert het falen van het drugsbeleid in onze schoenen te schuiven.’ De sfeer is om te snijden. We snoven ze op.

Onlangs raakte bekend dat veertien advocaten van de Antwerpse balie ondervraagd worden als medeverdachten in een groot Mechels drugsonderzoek. Ze zouden hun beroepsgeheim hebben geschonden en informatie uit het onderzoek hebben gelekt naar de Turkse familie A., die een groothandel in cocaïne en cannabis dreef in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. ‘Lidmaatschap van een criminele organisatie’, luidt de aantijging. Dat is ook wat de Antwerpse strafpleiter Pol Vandemeulebroucke ten laste werd gelegd in een zaak die vorige week voor de rechter kwam. Vandemeulebroucke zou hebben bemiddeld in een conflict tussen twee zware drugscriminelen, over een verdwenen lading van 400 kilo cocaïne. Hij werd in eerste aanleg veroordeeld tot een effectieve celstraf van achttien maanden. Is de jacht op de drugsadvocaten geopend? Een belangrijke advocaat in drugszaken vindt van wel.

Advocaat X: “Ongeveer twee jaar geleden hebben parketmagistraten en onderzoeksrechters afgesproken dat ze die lastpakken van advocaten in drugszaken eens een lesje zouden leren. Toen is Operatie Intimidatie begonnen. Het doel was dat de grote drugshandelaren zich nergens nog veilig zouden voelen, zelfs niet bij hun advocaat. Het resultaat is dat de advocáten zich niet meer veilig voelen.

“Kijk eens hoeveel van mijn confraters de jongste tijd problemen hebben gekregen. Het zijn er zeker al 20 of 25. We worden beschuldigd van de zwaarste misdrijven: lidmaatschap van criminele organisaties, heling, witwassen, het verstoppen van wapens, noem maar op. Maar, ook opvallend: zelden kwam het tot vervolging, nooit tot een veroordeling. Mijn collega Pol Vandemeulebroucke was onlangs de eerste die werd veroordeeld. Althans, in eerste aanleg; in beroep moeten we het nog zien.

“En waarom zit men ons op de hielen? Omdat we onze job doen en af en toe al eens een succes boeken voor onze cliënten. Dat doet blijkbaar pijn bij sommige magistraten met overgevoelige tenen. En dus schildert men ons maar af als het verlengstuk van maffioze organisaties.”

Iedereen ziet dat de drugshandel blijft toenemen in volume, en dat Antwerpen de speeltuin van de internationale georganiseerde misdaad is geworden. Dat is het decor waarin u acteert, toch? Dat zijn de mensen voor wie u werkt.

Advocaat X: “En hoe komt het, denkt u, dat de handel floreert? Door de toegenomen repressie. De strafmaten zijn in een paar jaar tijd verdubbeld, ook voor de kleine vergrijpen en de mindere goden. Als gevolg daarvan zijn de ladingen misschien wel vertienvoudigd in volume. Want hoe redeneren die criminelen? ‘Als het risico zo groot is, dan moet de potentiële opbrengst navenant zijn. Dan verschepen we beter een ton.’ En als er veel potentiële opbrengst is, wil iedereen daar een graantje van meepikken, wat weer extra criminele spelers aantrekt. Zo blijven we bezig.”

Omar Souidi (rechts): ‘Strafpleiters kunnen wel wat tegenwind verdragen. Maar wat nu gebeurt, is meer dan een briesje. Het is een aanval op het hart van de rechtsstaat.’ (Foto: met zijn broer en collega Mounir Soudi.)Beeld Saskia Vanderstichele

Leidt de war on drugs tot het tegendeel van wat men ermee wil bereiken?

Advocaat X: “Ach, in België krijgt justitie maar zelden iets goed georganiseerd. Behalve een heksenjacht op advocaten, dat wel. Ik moet altijd lachen als men weer eens met het excuus komt dat de Antwerpse haven zo uitgestrekt is dat het gewoon niet mogelijk is om ze hermetisch af te sluiten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld die van Rotterdam. Men vergeet daar wel bij te zeggen dat de containers met drugs hier altijd op dezelfde kade arriveren, en soms nog op een tweede. Opgeteld is dat gebied tien keer kleiner dan de haven van Rotterdam, men zou dat dus perfect kunnen controleren. Maar het Antwerpse parket steekt zijn tijd liever in het afluisteren van advocaten.”

Gebeurt dat?

Advocaat X: “Systematisch. Er is nochtans een Europese richtlijn die zegt dat de telefoontap moet worden stopgezet als verdachten in gesprek zijn met hun advocaten. In België veegt men daar zijn voeten aan. Sterker nog: de inhoud van die gesprekken wordt gebruikt tégen de advocaten. Dat is in de ‘Mechelse zaak’ nog maar eens gebleken. Men probeert het falen van het drugsbeleid in dit land in onze schoenen te schuiven.”

HANDJE CONTANTJE

“Ik ben zelf niet meer zo tuk op drugszaken”, zegt Liliane Verjauw, de éminence blonde van de Antwerpse balie. “Het is gevaarlijk aan het worden. De toename van de trafiek via Antwerpen heeft alle mogelijke criminele organisaties naar hier gelokt, en sommige lokale uithalers en dealers zijn verveld tot goed georganiseerde criminelen. Vroeger waren het patserkes, daar kon je nog mee lachen. Nu is het maffia.”

Verjauw is nochtans niet bang van aard. In het recente verleden verdedigde ze een figuur als Tim Deelen, de sympathieke douanier die een kloeke drugsoperatie bleek te runnen. En ook Gabriel C., bijgenaamd ‘Lange Vingers’, was een tijdlang haar cliënt. C. wordt ervan verdacht een partij van 650 kilo cocaïne te hebben uitgehaald voor rekening van Albanese opdrachtgevers, en die vervolgens te hebben scheefgeslagen. Met vervalste documenten probeerde hij zijn opdrachtgevers wijs te maken dat de partij door de douane in beslag was genomen. Tevergeefs. Daarop brak er een heuse bendeoorlog uit in de straten van Deurne en Borgerhout. Bij nachte rolden de granaten door de straten. En toen sloeg Gabriel C. op de vlucht. Vanuit het buitenland liet hij bloedige foto’s van zichzelf verspreiden die de indruk moesten wekken dat hij was doodgemarteld. Ook vergeefs. Enkele weken geleden werd ‘Lange Vingers’ in Spanje gearresteerd. ‘Sympathieke jongen, hoor’, zegt Verjauw. ‘Van die gruwelijke foto’s heb ik twee nachten niet geslapen.’

HANDJE CONTANTJE
Beeld Photonews

Waarom is het nu ook gevaarlijk geworden voor advocaten?

Liliane Verjauw: “Omdat alles nu veel beter georganiseerd is, en omdat die organisaties heel hoge eisen stellen aan hun advocaten. Collega’s hebben het meegemaakt: hun cliënt zat in de gevangenis en de andere leden van de bende stonden ‘s nachts aan hun deur om inzage te eisen in het dossier, zodat ze konden inschatten waar het onderzoek naartoe ging en wie er nog allemaal gearresteerd zou worden. Of wat ik ook al gehoord heb: er is een lading coke verdwenen en de bende verwacht dat hun advocaten achterhalen of ze in beslag genomen is of niet. En als ze de drugs zelf geript hebben, willen ze dat je het gerucht helpt verspreiden dat ze in beslag zijn genomen, zodat ze de lading ongestoord kunnen doorverkopen. En ze zijn bereid daar grof geld voor te betalen. Handje contantje.”

Wat doet u dan?

Verjauw: “Dan zeg ik dat ik dat niet mag doen. Beroepsgeheim. Als je die grens overgaat, wordt het héél gevaarlijk, in alle opzichten.”

Is het daarom dat parketten en onderzoeksrechters nu de drugsadvocaten in het vizier nemen? Omdat sommigen die grens zijn overgestoken?

Verjauw: “Ik vermoed het. Het is soms een dunne lijn, hè. Ik mag – nee: móét – het dossier doornemen met mijn cliënt. Maar het is verboden om informatie daaruit door te spelen naar andere leden van de familie of de organisatie. Mijn cliënt zegt tegen zijn kompanen of zijn familieleden natuurlijk wat hij wil. Ik begrijp wel dat het gerecht daar ambetant van wordt. Zeker als er een hele bende achter slot en grendel zit, en de advocaten toelaten dat er informatie uit de verschillende dossiers wordt uitgewisseld, en er een gemeenschappelijke verdedigingsstrategie wordt uitgetekend. Dan is alles op den duur doorgestoken kaart. Hoe kunnen ondervragingen door de politie dan nog ergens toe leiden? Hoe kan een onderzoeksrechter dan nog aan waarheidsvinding doen? Anderzijds: er is geen wet die verbiedt dat advocaten strategische afspraken maken met elkaar. Als we niet opletten, worden de rechten van de verdediging straks helemaal een dode letter in drugszaken.”

Zo te horen is de war on drugs voorlopig geen groot succes.

Verjauw: “Zwijg! Het is nog nooit zo erg geweest als nu. Na de oorlogsverklaring is het eigenlijk pas goed begonnen. Ze zouden beter de fervente gebruikers mee bestraffen, die maken het tenslotte mogelijk dat de handel blijft draaien. En dan bedoel ik iederéén, hè: ook de doorluchtige dames en heren onder de snuivers, ook degenen die cocaïne als brandstof gebruiken voor hun seksuele excessen. Maar dat zie ik nog niet gebeuren, want de war on drugs wordt in Antwerpen vooral gevoerd om de Marokkanen het leven zuur te maken. Dat is trouwens de reden waarom drugshandel tegenwoordig vaak strenger bestraft wordt dan pedofilie en geweldsdelicten.”

Hun aandeel in de drugshandel is toch ook groot?

Verjauw: “Klopt. En wat me opvalt, is dat de drugscriminelen steeds jonger worden. Er zijn nu mannekes van 18 jaar die zware feiten plegen. Steeds vaker zijn er ook andere leden van de familie bij betrokken, vrouwen inbegrepen.

“Nu, ik begrijp hen voor een stuk. Ze zijn hier tweederangsburgers, en dat zullen ze altijd blijven. Ik kan me inbeelden dat ze dat op een gegeven moment kotsbeu worden, en dat ze bij zichzelf denken: we zullen eens laten zien tot wat wij in staat zijn.”

Liliane Verjauw: 'Ik heb twee nachten niet geslapen van die gruwelijke foto's van mijn cliënt Gabriël C..'Beeld RV

Wat doen politie en justitie verkeerd?

Verjauw: “Het oude verhaal: er is nog altijd te weinig coördinatie tussen de verschillende politiediensten. Ze zitten te veel op hun bureau en zijn te weinig aanwezig op het terrein. Er worden altijd maar wetten en regeltjes bijgemaakt, in plaats van de bestaande wetten toe te passen. (Zucht) Het gaat er soms dermate amateuristisch aan toe dat ik mij echt begin af te vragen of die hele drugsbusiness niet wordt beschermd van hogerhand. In de haven lijkt álles mogelijk te zijn. Als het je echt menens is om de drugstrafiek in te dammen, dan investeer je in scanners en laat je níéts meer ongecontroleerd passeren, toch?”

De hele handel legaliseren is volgens u geen oplossing?

Verjauw: “Dat is ook weer zo’n eindeloze discussie. Als je drugs legaliseert, is de oorlog afgelopen, dat is een feit. Maar het is evengoed een feit dat drugs onze samenleving ondermijnen. Systematische fraude en witwassen maken dat de economie criminaliseert. Bonafide ondernemers gaan ten onder door de oneerlijke concurrentie van misdaadondernemers. Met drugswinsten worden politiek extremisme en wapenhandel gefinancierd. Dus het móét binnen de perken worden gehouden. Vroeger was de cocaïnehandel in handen van Belgen. Ik heb velen van hen nog verdedigd. Als het een troost mag zijn: hun verhaal loopt bijna altijd slecht af.”

Waarschuwt u uw cliënten daar dan voor?

Verjauw: “Ik ben hun moeder niet, en ik voel me evenmin geroepen om de stem van hun geweten te zijn.”

★★★

“Dat er veel geld omgaat in de drugshandel, is een understatement”, zegt een jonge advocaat die zich specialiseert in drugszaken. “Miljoenen, nee: miljarden. Ik denk dat ze bij de parketten jaloers zijn op ons: in hun ogen delen wij in de luxe. Dat is voor een stuk ook wel zo.”

Worden drugsadvocaten betaald met misdaadgeld?

Advocaat X: “Natuurlijk. Maar het mag niet, hè. Dat is witwassen.”

Controleert u het?

Advocaat X: “Natuurlijk niet. Van zo’n kleine patser krijg je soms een bundeltje biljetten van 50 euro, met een elastiekje rond. Daar moet ik geen tekening bij maken, zeker? 50 euro voor een gram...”

Moet u daar soms uitleg over geven aan justitie?

Advocaat X: “Nee. Ze kunnen me niks maken. Ik vraag elke keer een pro-Deo-aanstelling aan. De cliënt heeft zogezegd geen geld. De betaling gebeurt daarna, in het zwart. Maar dat mag u absoluut niet schrijven.”

Maar iedereen weet het?

Advocaat X: “Iedereen. De collega’s, de stafhouder, het gerecht, de politie, iedereen. Trouwens, als de staat boetes int van die gasten, wordt er toch ook niet gecontroleerd waar dat geld vandaan komt?”

PATSERS VAN DE BALIE

PATSERS VAN DE BALIE
Beeld Imagedesk / Eric de Mildt

De blitse broers Mounir en Omar Souidi hebben naam gemaakt als de meest mediatieke aller Antwerpse drugsadvocaten. Omdat hun steile opgang in de advocatuur een inspiratiebron was voor de gelijknamige film van Adil El Arbi en Bilall Fallah, worden ze ook wel ‘de patsers van de balie’ genoemd. Hun kantoor – Souidi & Souidi, what else? – bestaat inmiddels negen jaar. Ruim 65 procent van de strafzaken waarin ze optreden, is drugsgerelateerd.

Mounir Souidi: “En dat aandeel zal allicht nog toenemen. De oorlog tegen drugs gaat nooit stoppen, en hij zal ook nooit gewonnen kunnen worden. Daar zou men beter eerlijk in zijn.”

Het ideale scenario voor jullie, toch? Een nooit eindigende war on drugs is een eeuwig rinkelende kassa.

Omar Souidi: “Volgens mij is dat een denkfout. Ik geloof niet dat wij onze winkel zullen moeten sluiten als de oorlog ophoudt, bijvoorbeeld doordat drugs worden gelegaliseerd. Als ik kijk naar de andere zaken in het strafrecht die wij behandelen – inbraken, verkrachtingen, zware slagen en verwondingen, moordzaken – dan worden die feiten niet zelden gepleegd onder invloed van drugs. Het enige voordeel van een legalisering is dat de overheid de kwaliteit van de drugs beter kan controleren. Maar er zullen ook meer mensen drugs gaan gebruiken. Met alle mogelijke, veelal kwalijke gevolgen van dien, inclusief een toename van de criminaliteit. Onze winkel zou in dat scenario misschien nog béter draaien, in plaats van slechter.”

Wat is de huidige toestand op het gebied van drugscriminaliteit in Antwerpen? Welke nieuwe evoluties stellen jullie vast, ten goede en ten kwade?

Mounir: “Net zoals iedereen stellen we vast dat er steeds meer drugs binnenkomen in Antwerpen. Pakweg acht jaar geleden was een lading van 100 kilo cocaïne per definitie een grote zaak. Nu gaat het over tonnen. Een getal van minder dan vier cijfers vinden we al bijna niet meer de moeite om over te praten.

“Daarnaast blijft het zo dat de handel wordt gestuurd vanuit Nederland. Een aantal lokale Antwerpse families is opgeklommen in de pikorde, maar de grote patrons zitten nog steeds in Nederland. De Belgische justitie is veel strenger en repressiever geworden, dat is ook een feit. Vroeger fronsten we de wenkbrauwen als een drugstrafikant zeven of acht jaar gevangenisstraf kreeg, nu zijn straffen van tien, twaalf tot zelfs twintig jaar veeleer regel dan uitzondering. Vanwege dat verhoogde risico zijn de drugsbendes grotere ladingen gaan invoeren, en het personeel onderaan de piramide verdient substantieel meer. Vroeger kregen ze 10.000 euro voor een uithaling, nu hoor je bedragen van 75.000 tot zelfs 100.000 euro.”

Zijn er Antwerpse families die zelf grote transporten organiseren?

Mounir: “Dat denk ik wel (zwijgt).”

Is het familieverband een belangrijke factor?

Omar: “Soms wel, maar dat maakt de organisatie niet noodzakelijk sterker. Er zijn ook veel families waar echte vetes ontstaan over het drugsgeld. Ik heb cliënten die hun eigen familie niet meer vertrouwen.

“De toename van het geweld is natuurlijk ook een belangrijke evolutie. Als je oplijst wat er de jongste jaren allemaal gebeurd is in Antwerpen, dan is dat bepaald indrukwekkend: bommen en granaten, schietpartijen, ontvoeringen en verdwijningen. Er wordt driester tekeergegaan, dat is duidelijk. We merken ook dat er steeds meer figuren soloslim spelen. De ene zogenaamde ripdeal volgt op de andere, iedereen pikt van elkaar, met als gevolg dat er clans ontstaan die elkaar naar het leven staan. Voeg daarbij de glorieuze terugkeer van Oost-Europese clans uit onder meer Albanië en Tsjetsjenië, en je krijgt een gevaarlijke cocktail.”

Moeten we vrezen voor toestanden zoals in Nederland, waar al meer dan dertig doden zijn gevallen in de oorlogen tussen drugsbendes?

Omar: “Ik vind die evolutie in elk geval zorgwekkend. Ik hou zielsveel van Antwerpen, maar wanneer ik hier na zonsondergang rondloop, zie ik een andere stad dan enkele jaren geleden. Dat is duidelijk een gevolg van grootschalig drugsmisbruik, en van drugscriminelen die hier hun signatuur achterlaten.”

Sommige van die drugscriminelen staan jullie met raad en daad bij. Krijgt u weleens de vraag om informatie uit een dossier door te spelen naar andere bendeleden, in niet mis te verstane bewoordingen?

Omar: “Wilt u weten of wij soms bedreigd worden? Nee. (Denkt na) Maar ik krijg wel meer vervelende telefoontjes dan vroeger. Is dat fijn? Nee. Maakt dat ons beroep leuker? Zeker niet. Het is warm geworden in Antwerpen (lacht). De Colombianen hebben de zon en de hitte meegebracht. Maar wij zijn doorgaans heel duidelijk in onze communicatie naar de cliënten. Als wij meneer X verdedigen die in hechtenis zit, en zijn zeventien broers vallen hier binnen om zich te informeren over de stand van het onderzoek, dan zeggen wij: ‘Geheim van het onderzoek, sorry, bespreek het maar met uw broer.’ Standaard, alsof we robots zijn. (Knipoogt) Ik denk dat de agenten die ons afluisteren het stilaan beu worden om elke keer dezelfde plaat te horen. En als die broers dan zeggen: ‘Ja maar, van advocaat Y krijgen we die informatie wél’, dan antwoorden wij: ‘Ga dan maar naar advocaat Y.’ Helder.”

Profiteren de advocaten ook van de hogere opbrengsten en risicopremies? Ik heb met een collega van jullie gesproken die pro Deo werkt voor drugstrafikanten en zijn ereloon zwart incasseert.

Omar: “Wij werken zelden of nooit pro Deo. Heel af en toe komt er hier iemand over de vloer van wie ik denk: die verdient degelijke juridische bijstand, maar hij heeft geen nagel om zijn gat te krabben. Dan spelen we onze sociale rol.”

Mounir: “Zeker in drugszaken doen we dat maar zeer uitzonderlijk, want het is de specialisatie van ons kantoor, het hart van onze business. Maar het zou misschien niet slecht zijn dat men een strikt onderscheid gaat maken tussen pro-Deo-advocaten en betaalde. Je bent ofwel het één, ofwel het ander. Een pro Deo kan geen betalingen van cliënten meer aanvaarden, maar krijgt een vast bedrag per maand voor een welbepaald aantal zaken. Duidelijk, helder. Ik denk dat met zo’n systeem een groot aantal uitwassen kan worden voorkomen.”

Begrijpen jullie dat het gerecht de advocaten van drugsverdachten nauwlettender in de gaten houdt?

Omar: “Dat er af en toe een strafadvocaat tot de orde wordt geroepen: geen probleem. Strafpleiters zijn doorgaans flamboyante figuren met uitgesproken meningen, die wel wat tegenwind kunnen verdragen. Maar wat nu gebeurt, is meer dan een briesje. Het is een aanval op een hele beroepscategorie, en op het hart van de rechtsstaat.”

Mounir: “Iedereen heeft recht op verdediging, ook wie verdacht wordt van zware drugsfeiten. Ik heb de indruk dat sommige magistraten zo gefrustreerd zijn door de manier waarop wij onze cliënten verdedigen, dat ze verlangen naar de dag dat wij niet meer aan hun zijde staan in de rechtszaal. Tenzij als medeverdachten.”

ALLE GELD IS GOED

Pol Vandemeulebroucke (56) is een levende legende. Met zijn kaalgeschoren schedel en zijn afgetrainde lichaam – in topvorm gehouden door middel van doorgedreven beoefening van de bokssport – kan hij rustig doorgaan voor de Vin Diesel van de advocatuur.

Van Vandemeulebroucke wordt al twintig jaar gezegd dat hij veel te vertrouwelijk omgaat met zijn cliënten uit het misdaadmilieu, en veel te onzorgvuldig omspringt met informatie uit gerechtelijke dossiers. Hij werd al meermaals aangeklaagd wegens schending van zijn beroepsgeheim, maar elke keer vrijgesproken. Tot begin deze maand: toen werd hij, voor het eerst, veroordeeld wegens ‘lidmaatschap van een criminele organisatie’.

Met ons wil Vandemeulebroucke deze keer geen contact. Met een afgemeten sms’je worden we doorverwezen naar zijn al even legendarische raadsman, Hans Rieder, de keizer van de procedurepleiters. Op de details van de zaak tegen Vandemeulebroucke gaat Rieder niet in. Op de achtergronden ervan en op de oorzaken van de animositeit tussen het gerechtelijk apparaat en de strafpleiters wél.

Hans Rieder: 'Illegale telefoontaps, illegale afluisterpraktijken, illegale huiszoekingen en illegale achtervolgingen zijn schering en inslag. Ons gerechtelijk apparaat blijkt niet meer bij machte om de eenvoudigste spelregels na te leven.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Hans Rieder: “Wie de loop van het strafrecht in ons land een beetje volgt, zal met mij vaststellen dat de basisregels van ons rechtsbestel de jongste jaren met ongehoorde regelmaat worden geschonden. Illegale telefoontaps, illegale afluisterpraktijken, illegale huiszoekingen en illegale achtervolgingen zijn werkelijk schering en inslag. Ons gerechtelijk apparaat blijkt niet meer bij machte om de eenvoudigste spelregels na te leven. Naar het schijnt is men daar overwerkt en overstrest. Het Hof van Cassatie, ons hoogste rechtscollege, heeft dat allemaal laten passeren, wat betekent dat alle vormvoorschriften voor een eerlijk proces virtueel zijn afgeschaft...”

Is Pol Vandemeulebroucke daar het slachtoffer van geworden?

Rieder: “De strafpleiter kan zijn verdediging dus niet meer baseren op de procedure. Is het onderzoek correct verlopen? Zijn de regels en de vormvereisten nageleefd? Wat wij vroeger deden – ‘Aha, er staat geen handtekening onder dat huiszoekingsbevel? Dan gaat de cliënt vrijuit’ – dat gaat allemaal niet meer, procedurepleiters bestaan niet meer. Dus wat kunnen advocaten nu nog doen om hun cliënt op de best mogelijke manier te verdedigen? Zélf de feiten gaan controleren. De grond van de zaak aan een diepgaand onderzoek onderwerpen, met eigen onderzoekstechnieken, in veel nauwer contact met de cliënt en zijn leefwereld. En daar komt Pol Vandemeulebroucke op de proppen. Hij heeft zich daar als geen ander in bekwaamd.”

Zijn contacten waren zelfs zo nauw dat hem nu lidmaatschap van een drugsbende wordt aangewreven.

Rieder: “Vandemeulebroucke heeft al een stuk of honderd drugszaken op zijn palmares. Hij is uiterst onderlegd in de materie en dus een luis in de pels voor parket en politie, een tegenstander die men liever kwijt dan rijk is. Daarom heeft men hem nu iets heel vaags en immaterieels ten laste gelegd – ‘lidmaatschap van een criminele organisatie’, wie bepaalt wat dat is? – en men heeft dat proberen hard te maken door op een verwerpelijke manier zijn cliënten tegen hem uit te spelen. ‘We kunnen u een plezierke doen, meneer de crimineel: een voorlopige invrijheidstelling. Maar als u dan eerst even zou willen verklaren dat u uw advocaat hebt betaald voor die informatie?’ Een crimineel wordt nooit geloofd, behalve als hij kwaadspreekt over z’n advocaat. Dan is hij plots een halve heilige.”

Hans Rieder: 'Pol Vandemeulebroucke is uiterst onderlegd in drugszaken, en dus een luis in de pels voor parket en politie. Hij is een tegenstander die men liever kwijt dan rijk is.'Beeld PhotoNews

Is het zo vreemd dat de parketten paal en perk willen stellen aan de uitwisseling van strategische informatie tussen bendes en verdachten, die sommige advocaten blijkbaar faciliteren?

Rieder: “In het kader van hun sociale taak ontvangen advocaten vaak verwanten van cliënten die in hechtenis zijn genomen. In mijn actieve periode als strafpleiter deed ik niets anders dan praten met vaders, moeders, broers en zussen, die vaak uren- en dagenlang op mijn bureau kwamen uithuilen. Nu vindt men dat ineens verdacht. Nu beschouwt men die mensen ook als leden van een criminele organisatie. En overleggen met de advocaten van medeverdachten, dat mag ook niet meer. Waarom niet, eigenlijk? Ik ben zelf één van de grondleggers van de gemeenschappelijke verdedigingsstrategie in strafzaken: ‘Jij schiet niet op mijn cliënt, ik schiet niet op de jouwe.’ Leg mij eens uit wat daar verkeerd aan is?”

Is betaald worden met misdaadgeld in ruil voor informatie in uw ogen ook geen probleem?

Rieder: “Laat me eerst zeggen dat daar in de zaak tegen Pol Vandemeulebroucke in het geheel geen sprake van is. Alle vergoedingen die hij heeft ontvangen, stonden volledig in verhouding tot zijn prestaties. Al evenmin is hij veroordeeld wegens schending van zijn beroepsgeheim.

“Misdaadgeld! O, wat zijn we daarover graag verontwaardigd. Ik heb een verhaaltje uit de oude doos voor u. In een ver verleden heb ik Dexia verdedigd in de rechtszaak rond Lernout & Hauspie. U wilt niet weten hoeveel geld de bank daaraan heeft verdiend. Hadden ze mij met dat geld niet mogen betalen? (Stilte) En wat doe ik met een prostituee die mij consulteert? Gezien haar statuut kan zij geen legale inkomsten hebben. Maar ik wil wel betaald worden voor mijn diensten. Ik zeg u: alle geld is op de één of andere manier vuil. Ik hoef niet te weten vanwaar het komt. Want in mijn geval dient het om een basisrecht van de rechtsstaat overeind te houden: het recht op verdediging. En een heilig principe: dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel wordt bewezen.”

KLEINE ONNOZELAARS

Topadvocaat Z:: “Die hele war on drugs is één grote cinema. Van een hypocrisie waar je niet goed van wordt. In de zogenaamde betere kringen circuleren zoveel drugs dat je er zelfs de maat niet meer van kunt nemen. Advocaten, rechters, journalisten, dokters, ingenieurs, politici, captains of industry: iedereen doet eraan mee. En gezien de corruptieve verhouding tussen het drugsmilieu en zowat alle machtsorganen, heb ik de grootste vragen bij de effectiviteit van onze strijd tegen de drugshandel. De kleine onnozelaars op hun brommertjes worden geviseerd; de mannen en vrouwen die aan de knoppen zitten, zijn blijkbaar niet te pakken. Zelden of nooit zie je iemand van de top van de piramide ergens voor een rechter verschijnen. En het ergste van al: ons beleid maakt de criminele organisaties alleen maar machtiger. Hoe meer oorlog er tegen hen wordt gevoerd, hoe dikker hun portemonnee wordt. Vergelijk het met de drooglegging in Amerika, in de jaren 20 van de vorige eeuw: toen zijn de grote maffiafortuinen ontstaan.”

★★★

De Antwerpse procureur des Konings Franky De Keyzer verkoos niet in te gaan op onze vraag om een repliek. “Er is geen sprake van een georkestreerde actie tegen de strafpleiters in drugszaken”, liet zijn woordvoerder weten. “Het recht kent zijn normale beloop. Maar advocaten staan niet boven de wet.”

KLEINE ONNOZELAARS
Beeld BelgaImage

© Humo