Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved

Het regent klachten over de coronacrisis in de Spaanse rusthuizen. Wat ging er mis?

Net als in ons land zijn ook in Spanje de rusthuizen onevenredig zwaar getroffen door de coronacrisis. Volgens de officiële cijfers stierven daar ruim 19.500 mensen, op een totaal van meer dan 28.000 doden. Maar velen denken dat het werkelijke cijfer nog veel hoger ligt. Het regent intussen klachten van nabestaanden bij het gerecht, één klacht is zelfs ingediend bij het Hooggerechtshof, in naam van meer dan 3.000 mensen. Wat ging er mis in de Spaanse rusthuizen? VRT NWS zocht het uit in Barcelona.

Op een bankje bij de Plaza de España ontmoeten we Maria Madrona en twee andere familieleden van mensen die in het rusthuis gestorven zijn. Op het plein is een ruim hotel in volle coronacrisis omgebouwd tot medisch centrum voor coronapatiënten. Tegenwoordig is het hotel gewoon weer open voor toeristen, maar Maria en de andere nabestaanden weigeren af te spreken in de bar van het hotel, omdat dat te veel nare herinneringen oproept.

De regio Catalonië werd na Madrid het zwaarst getroffen door de coronacrisis. Van de 64.000 rusthuisbewoners raakten 15.000 mensen besmet, en volgens de officiële cijfers stierven er 4.000. Maar in een aantal rusthuizen lag het aantal doden wel erg hoog, al zijn daar weinig transparante cijfers over. Net als in Madrid, zijn er ook hier honderden klachten over allerlei dingen die misliepen in de rusthuizen.

Geen informatie

Op 2 maart ging het rusthuis waar Maria Madrona’s moeder verbleef dicht om het coronavirus in te dijken. Er mocht geen bezoek meer komen. Erger was dat er ook nauwelijks nog informatie kwam over de gezondheidstoestand van de bewoners. “Ik belde elke dag”, zegt Maria, “maar er kwam nooit antwoord. We hoorden wel via andere kanalen dat de personeelsbezetting erg krap was. Sommige dagen waren er maar twee verzorgenden voor 88 bewoners. Ik was erg ongerust.”

Ze schreef samen met andere familieleden een brief aan het personeel om hen te bedanken voor hun werk in die moeilijke omstandigheden. Vanaf toen kreeg ze af en toe bericht: het ging goed met haar moeder.

Maar op 31 maart kwam plots het bericht dat het niét goed ging. Ze mocht naar het rusthuis komen - een bezoek waardoor ze zelf óók besmet raakte - en zag dat haar moeder grote ademhalingsnood had en zuurstof kreeg. Een dag later was ze dood.

“Het moet al dagenlang slecht met haar gegaan zijn”, zegt ze nu. “Maar mijn moeder was 87, ze hebben haar gewoon opgegeven. Ze hebben haar niet naar een ziekenhuis gebracht, ze hebben haar gewoon laten sterven.”

Ziekenhuizen ontlasten

María José Carcelén is woordvoerster van het comité 5+1 in Barcelona. Zij verzamelt klachten van familieleden van overleden rusthuisbewoners. De klachten die zij verzamelde, komen tot nu toe al uit dertig van de ruim 1.000 Catalaanse ziekenhuizen, en er blijven klachten bijkomen. Ook haar moeder woont in een rusthuis, maar overleefde de crisis.

“Er waren richtlijnen van de Catalaanse overheid om de al zwaar overbelaste ziekenhuizen te ontlasten”, zegt ze. Volgens haar leidden die ertoe dat in sommige rusthuizen niemand naar het ziekenhuis werd gebracht, zeker tot de tweede week van april. Sommige rusthuizen werden zo echte sterfhuizen, zegt ze.

Tot half april had het personeel geen beschermende kledij. De rusthuizen waren ook al jaren ondergefinancierd, waardoor de personeelsbezetting erg krap was. Tijdens de coronacrisis vielen heel wat personeelsleden ook nog ziek uit. En het bleek onmogelijk om hen te vervangen, onder meer omdat er ook in de ziekenhuizen handen te kort waren. En het ziekenhuispersoneel werd beter betaald.

Ernstige verwaarlozing

In sommige rusthuizen lijkt dat tot ernstige verwaarlozing te hebben geleid van de bewoners. Eind maart deed het Spaanse leger een lugubere ontdekking in enkele rusthuizen, toen het die kwam ontsmetten. Sommige bewoners lagen zwaar verwaarloosd in hun bed, enkelen waren zelfs al overleden maar hun lichamen waren nog niet opgehaald.

De moeder van Xavi Casanovas raakte in haar rusthuis besmet met het coronavirus, maar stierf uiteindelijk aan een slecht verzorgde doorligwond. Ze had vergevorderde Alzheimer, praten met haar - zeker via videolink - was dus erg moeilijk. Maar hij zag foto’s van haar. Daarop zag hij tot zijn afgrijzen dat zijn moeder zwaar ondervoed was, en gedehydrateerd.

“Mijn moeder verscheen in die tijd ook in een televisiereportage over rusthuizen”, vertelt hij. In die reportage hoorde hij de directrice van het rusthuis zeggen dat het personeel geen beschermende kledij droeg, “omdat dat niet nodig was”.

“Veel familieleden klagen over een gebrek aan informatie vanuit het rusthuis”, zegt María José Carcelén. “Voor sommige mensen was het eerste bericht over hun familielid een telefoontje vanuit het mortuarium. Ze kregen te horen dat er een lijk was dat niemand kwam opeisen, of het misschien hun moeder kon zijn?”

Goed voorbeeld

In rusthuis Icaria, in de volkswijk Poblenou, ging het wél goed. De zestig bewoners mochten gisteren voor het eerst in vier maanden tijd weer naar buiten. “Ik ben heel blij”, zegt directeur Joan Santacreu, “ze hadden er echt nood aan. Maar ik word er ook een beetje bang van, als ik zie hoeveel mensen op straat rondlopen, zonder mondmasker dan nog.”

In dit rusthuis komt elke dag een dokter langs, en dat is veel vaker dan in veel andere rusthuizen. Dokter Mila Montero is bovendien specialiste infectieziekten in het nabijgelegen ziekenhuis.

“Daar deed ik meteen veel ervaring op met het coronavirus”, zegt ze. “En wat ik daar leerde, paste ik al heel vroeg net zo toe in het rusthuis. Ik deelde het rusthuis op in twee gescheiden delen, een Covid- en een niet-Covid-afdeling. Ik liet iedereen voortdurend zijn handen wassen, liet alles telkens ontsmetten, en lette goed op of bewoners symptomen vertoonden. Wie problemen kreeg, liet ik naar het ziekenhuis brengen.”

Dat kon, denkt ze, makkelijker omdat ze daar ook werkte. Ze isoleerde ook zichzelf van haar familie, ging buitenshuis wonen, twee maanden lang. En in het rusthuis kochten ze met eigen middelen al in februari beschermend materiaal aan, de buren maakten mondmaskers voor hen.

Last voor de maatschappij

Zowat de helft van de 60 rusthuisbewoners in Icaria bleek uiteindelijk wel besmet, maar de meesten hadden geen symptomen. Tien mensen kregen wel symptomen, en vijf van hen stierven. Eén vrouw van 102 overleefde het virus, maar stierf enkele dagen geleden alsnog een natuurlijke dood. Haar spullen liggen op een zetel in de gang.

“Als ik één ding geleerd heb uit deze crisis”, zegt dokter Montero, “dan is het wel dat de ouderenzorg beter moet, en uniformer. Dezelfde minimumstandaard moet overal gelden, of een rusthuis nu groot of klein is, of privé of openbaar. En dat is een taak voor de regering.”

Dat vindt ook Maria Madrona, die haar moeder verloor. “De maatschappij heeft een soort van misprijzen voor oudere mensen”, zegt ze. “Ze brengen economisch niets op, en dus worden ze als een last gezien. Ik hoop dat daar door deze crisis misschien toch verandering in komt.”

Meest gelezen