Direct naar artikelinhoud
DM ZaptTom Raes

‘Albatros’ ligt soms zwaar op het gemoed, desondanks kijk ik er niet graag van weg

'Albatros'Beeld Play

Deze zomer nemen de collega’s van Humo de zapper over. Vandaag: Tom Raes over Albatros.

De oproerpolitie bevoegd voor de gewapende bestrijding van luizige woordspelingen mag me kraken, ze hebben mijn nummer, maar Albatros, dat een tragikomische reeks heette te zijn, lag me toch meermaals zwaar op het gemoed. Desondanks keek ik er niet graag van weg, want zowel acteerprestaties als cameravoering waren zichtbaar van bovengemiddeld allooi: zelfs lang na het eerste gezicht was het zoeken naar een acteur die zich al te vrijpostig buiten de grenzen begaf van zijn of haar ruim bemeten rol, naar daar waar geloofwaardigheid oplost als strandzand in zwemwater – het is tenslotte zomer.

Die zorgvuldig bewaakte menselijkheid maakt het des te grimmiger wanneer een der comfortabel in het vlees zittende hoofdpersonages zich onvermijdelijk weer waagt aan het koorddansen dat deze reeks eigen is: balanceren tussen somberte en lichtvoetigheid, zij het dikwijls al molenwiekend overhellend richting dat eerste. Een hoogwaardige kijkervaring hoeft niet per se prettig te zijn, kan je maar denken. Al kijk je van de weeromstuit wel uit tijdens het bingewatchen. Albatros is begin volgend jaar ook op een ouderwets wekelijks ritme te bekijken op Canvas: soms is eens per week genoeg, wat van paringsdrift bolstaande nymfomanen ook mogen uitkramen.

'Albatros'Beeld Play

Zoals afdoende aangekondigd draait Albatros om de lotgevallen van een per toeval samengebrachte groep zwaarlijvige reisgenoten. Elk van hen heeft ingetekend voor een gezondheidskamp waarvan ze tien kilogram lichter zullen terugkeren, of toch volgens het personage van Tom Ternest, het slag gezondheidsgoeroe waar je liever in een wijde boog omheen jogt, wat hem tegelijk de kans geeft je tijdens je inspanning toch nog enkele slogans toe te roepen ter motivatie. 

Elke aflevering staan de sores van weer een andere reisgenoot centraal: een retorisch handigheidje waar je niet meer van opkijkt sinds De Twaalf, maar dat hier niettemin past. De condition humaine van de uit conditie verkerende mens, leer je zo stapvoets, verschilt dan ook niets met die van lieden die het bij leven met aanzienlijk minder vlees en bloed stellen. 

Het personage van Geoffrey onvermeld laten, die als vermaard vitrioolbrouwer weet dat een kamp, naast een omvattende benaming voor een tentendorp, ook iets kan zijn waarin er volgens reglementen altijd iemand verliest, zou tal van mensen oneer aandoen – vooral Benny Claessens zelf dan. Naast verhoogde BMI-waarden laten de personages in Albatros dan ook regelmatig een zekere mate aan absurditeit opmeten, al overschrijdt die nooit de drempelwaarde van wat waarachtigheid kan verdragen in fictie. Het zou me niets verbazen mochten sommige personages zelfs gelijken kennen in het minder fictieve daarbuiten: in dat geval hoef ik ze nog niet meteen te ontmoeten.

Albatros leek me aldoor Canvas waardig. Het omgekeerde geldt ook.

Albatros, nu te bekijken op Telenet Play en begin volgend jaar op Canvas.