Mark Zuckerberg niet onder indruk van boycot door adverteerders: ‘Zal snel voorbij zijn’

Meer dan 500 bedrijven trapten gisteren officieel een advertentieboycot op gang.  Onder hen onder meer Starbucks, Unilever, Coca-Cola en Honda. Doel is om Facebook te dwingen op een duidelijker standpunt in te nemen tegen online haatboodschappen. Zuckerberg heeft zich intussen bereid getoond om volgende week met de bedrijven samen te zitten.

Volgens techwebsite The Information ziet Zuckerberg de boycot eerder als een PR-kwestie dan als een echte bedreiging, en is hij niet van plan om zware veranderingen door te voeren. “We gaan ons beleid of aanpak niet veranderen opmdat een klein deel van onze inkomsten bedreigd wordt”, zou hij gezegd hebben in een gesprek met medewerkers. “Mijn gok is dat al die adverteerders snel genoeg terug zullen zijn.” 

Nochtans zijn de financiële gevolgen van zo’n boycot meteen voelbaar voor Facebook: 98 procent van de jaarlijkse inkomsten van 70 miljard dollar komen voort uit advertenties. 

Afgelopen weekend kondigde Zuckerberg een aantal ingrepen aan in een poging de boze advertentiewereld te sussen. In navolging van Twitter zal Facebook de gebruiker waarschuwen voor boodschappen die aanstootgevende inhoud bevatten. Ze laten ze wel op het platform staan wanneer ze ‘nieuwswaardig’ worden geacht, als ze bijvoorbeeld afkomstig zijn van een publiek figuur of voor debat zorgen. Posts die “aanzetten tot geweld of die het doel hebben mensen te verhinderen om te gaan stemmen”, zal Facebook wel verwijderen.

Of Zuckerberg nog verder wil gaan, lijkt dus twijfelachtig. Vraag is ook: heeft Facebook die grote adverteerders meer nodig dan omgekeerd?

Feit is dat Facebook in haar geschiedenis nog nooit met tegenkanting van die omvang te maken heeft gekregen. De huidige boycot, die minstens een maand zal duren, komt er na weken van protest tegen politiegeweld en racisme.