Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDierenwelzijn

De huisdieren zijn koning, en dat mag wat kosten bij de dierenarts

Een pup op de onderzoekstafel bij de dierenarts.Beeld Thomas Sweertvaegher

Uw huisdier is uitgegroeid tot een volwaardig gezinslid? Dan is de medische factuur wellicht navenant. Neurologen, kankerspecialisten, noem maar op: de dierenkliniek is een booming business en dat is de grote investeerders niet ontgaan.

“In het weekend gebeurt het weleens dat mensen in sneltempo vanuit Amsterdam komen overgereden. Hun hond heeft een hernia opgelopen en de wachtdienst in Nederland is soms niet beschikbaar. Baasjes hebben steeds meer over voor hun huisdier”, weet dierenarts Koen Vandendriessche (53). In zijn kliniek Causus in Oudenburg, bij Oostende, is hij als specialist orthopedie en neurologie de geknipte man om huisdieren van een kunstheupen te voorzien of van een hersentumor te ontdoen. “Maar voor vrijwel iedere discipline hebben we hier een specialist: CT-scans, cardiologie, interne geneeskunde, revalidatie, noem maar op.”

Wie vandaag een kijkje neemt op de website van bepaalde dierenklinieken, merkt meteen dat ze al lang niet meer moeten onderdoen voor hun ‘menselijke variant’. “En het kost allemaal evenveel geld”, zegt Kathleen Moons, country manager België voor AniCura. Het bedrijf, een onderdeel van het Mars-imperium, is een van de drie grote spelers die vandaag een felle strijd leveren om Belgische dierenartsen en -klinieken aan zich te binden, zo schrijft De Tijd. Het gaat vooral om middelgrote en grote praktijken en klinieken, die vaak gespecialiseerde zorg aanbieden.

Een financiële win-win, zo lijkt het. Dierenartsen krijgen een aardige duit en weten zich voor investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur plots geruggensteund door extern kapitaal. “Bovendien komen onze dierenartsen via het netwerk van AniCura in een walhalla aan opleidingen terecht”, zegt Vandendriessche, die zich liet overtuigen. De investeerders zelf ploegen zich zo gestaag een weg naar een bijzonder lucratieve sector.

Volwaardig gezinslid

Want laat daar geen twijfel over bestaan: medische behandelingen voor honden, katten of andere huisdieren vormen een groeimarkt. Uit het recentste huishoudbudgetonderzoek van de FOD Financiën uit 2018 blijkt dat een gemiddeld huishouden in ons land bij de dierenarts 73 euro kwijtspeelt, in 2010 was dat nog maar 43 euro – een stijging van liefst 70 procent. Zo vloeide er in 2018 vanuit de Belgische gezinnen ongeveer 375 miljoen euro naar dierenartsen en -praktijken. 

De stijging is deels te verklaren door het aantal huisdieren dat jaar na jaar groeit, en in België boven de 3 miljoen aantikt. De eenzaamheid tijdens de lockdown lijkt de vraag naar gezelschap alleen te hebben versterkt: kittens en puppy’s vonden vlotjes hun weg naar een ‘kot’. Toch stijgt ook het aandeel van de medische kosten binnen de totale huisdieruitgaven: voeding blijft veruit de koploper, maar waar de dierenarts in 2010 nog goed was voor zo'n 20 procent, was dat in 2018 al 25 procent.

200703DierenartsBeeld Floris Hoorelbeke

Niet verwonderlijk, zegt professor dierenrechten Frederik Swennen (UAntwerpen). “Huisdieren bevinden zich steeds dichter bij ons, vooral sinds de Tweede Wereldoorlog heeft die evolutie zich doorgezet. Vandaag zijn huisdieren een integraal deel van het gezin.” Een evolutie die zich vooral in westerse landen afspeelt, weliswaar. “We hebben een samenwerking met Burundi. Daar lachen ze je gewoon uit als je vertelt wat we hier allemaal doen met onze huisdieren.”

Het medische hangt volgens hem sterk samen met dat maatschappelijke verhaal. “Vroeger dachten mensen bij een gebroken poot al snel aan een spuitje, vandaag zeggen ze: onze hond maakt al tien jaar deel uit van het gezin. De stap naar een complexe operatie van 3.000 euro is dan minder groot”, zegt Swennen. Ook Vandendriessche ziet die verhalen wekelijks passeren. “Bijvoorbeeld mensen met een hamstertje, die dat dier absoluut in leven willen houden omdat het toebehoorde aan hun overleden dochter.”

Volgens Swennen zet dat verhaal zich trouwens nog op vele andere vlakken door: dierenverzekeringen zitten in de lift en bij schadeclaims krijgt de grote emotionele waarde een steeds groter gewicht toebedeeld. “Sla er trouwens maar eens de overlijdensberichten in de krant op na, zoals wij onlangs hebben gedaan. Door de jaren heen duiken huisdieren daar steeds vaker in op.”

Overnamegolf

Anderzijds: baasjes die gewillig de portefeuille openslaan voor hun huisdier, is niks nieuws onder de zon. Dat spelers zoals AniCura zich nu plots op die Belgische markt storten, lijkt zelfs – in vergelijking met buurlanden landen – rijkelijk laat. “Dertig jaar geleden zag je zulke kliniekketens al in Londen, maar in België zijn we lang zo dicht mogelijk bij de kerktoren gebleven”, zegt Vandendriessche.

Volgens Kathleen Moons hield vooral een deontologische code in België lange tijd extern kapitaal tegen. “België was voor ons eigenlijk de laatste witte stip op de West-Europese kaart.” Een model waarbij de autonomie van de dierenarts gegarandeerd wordt, heeft de sector uiteindelijk kunnen overtuigen, waardoor de weg open lijkt te liggen voor een overnamegolf. In Nederland werd in vier jaar liefst 35 procent van de dierenklinieken opgekocht.

Alleen, is die autonomie wel volledig gegarandeerd? Het bruggetje naar moederbedrijf Mars, wereldspeler in dierenvoeding, is niet moeilijk te maken. Volgens Vandendriessche is dat geen issue. “Die autonomie op diergeneeskundig vlak behouden we volledig. Bovendien is dit echt een keuze voor kwalitatieve zorg. Op je eentje wissel je geen kennis uit met collega’s en blijf je in de kliniek misschien steken bij een nieuw röntgenapparaat. Nu liggen de mogelijkheden wijd open.”