Mysterie van de dag: waarom hebben honden een koude neus?

© getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

De hondenneus blijft voor verbazing zorgen. Het mysterie over waarom honden koude snuiten hebben, werd onlangs opgelost.

Wetenschappers van de Zweedse Lund Universiteit en de Hongaarse Universiteit van Eötvös Loránd hebben pas ontdekt dat de neus van honden koud is zodat ze zeer lichte bronnen van stralingswarmte, zoals bijvoorbeeld de lichaamswarmte van kleine zoogdieren, kan detecteren vanop een afstand van anderhalve meter. Een soort zevende zintuig, als het ware.

Dat verklaart waarom honden met verminderd zicht, geur of gehoor nog steeds succesvolle jagers zijn.

Het orgaan dat hen daarbij helpt, is het rhinarium, zo schrijven de wetenschappers in het vakblad Scientific Reports. Dat is de kale rand van de neusgaten van een dierensnuit. Die is kouder dan de omgevingstemperatuur en zit vol zenuwuiteinden.

De temperatuur van de hondenneus past zich aan de omgevingstemperatuur aan. Als de buitentemperatuur 30°C is, zal de neus van de hond zo’n 5 graden kouder zijn. Is de temperatuur 15°C, zal de snuit dezelfde temperatuur hebben. Bij 0°C is de neus zo’n 8°C.

Aanvankelijk dachten wetenschappers dat het rhinarium diende om de lichaamstemperatuur van de dieren te regelen, maar omdat het om zo’n kleine oppervlakte gaat in verhouding tot de grootte van het dier, lijkt dit onwaarschijnlijk. Bovendien laten honden hun warme, natte tong uit hun bek hangen om de overtollige warmte te laten verdampen. Het rhinarium kan daarnaast niet alleen thermische straling onderscheiden, maar dient ook als winddetector waarmee dieren kunnen onderscheiden uit welke richting een bepaalde geur komt.

Honderd miljoen keer gevoeliger

In een onderzoek lieten de wetenschappers drie honden, een Golden Retriever, een Nova Scotia duck tolling retriever en een gemengd ras twee identieke objecten onderscheiden op basis van de warmte die ze uitstraalden. Het ‘neutrale’ object was even warm als de kamertemperatuur en het warme object was tot een temperatuur van 12°C boven de kamertemperatuur opgewarmd. Dat komt overeen met de oppervlaktetemperatuur van een behaard zoogdier.

Alle drie de honden konden de zwakke thermische straling van het warme object vanop een afstand van anderhalve meter ontwaren. Mensen konden het warme object niet onderscheiden zonder het aan te raken, zelfs niet van een nabije afstand.

Daarnaast werden fMRI’s genomen van de hersenactiviteit van dertien honden van verschillende rassen om hun reactie op de stralingswarmte te meten. Daaruit bleek dat het plaatsen van een warm object voor de neus van de honden de reactie in hun linker pariëtale somatosensibele schors deed stijgen, dat is een gebied dat verschilt van de gebieden die betrokken zijn bij het gehoor en de reukzin.

Het onderzoek is nog maar eens een bewijs voor de superioriteit van de hondenneus, die tot honderd miljoen keer gevoeliger is dan de neus van de mens. De hond behoort daarmee tot een beperkt aantal dieren, waaronder de adder en de vampiervleermuis, die gebruik maken van thermografie om op prooien te jagen.

Partner Content