Direct naar artikelinhoud
‘Je zou die commentaren eens moeten herlezen. Een schande dat ik zulke zotten aan het woord liet’
InterviewDe Vragen van Proust

‘Je zou die commentaren eens moeten herlezen. Een schande dat ik zulke zotten aan het woord liet’

Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Achtentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: politica en seksuologe Goede Liekens (140*). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

en

1. Hoe oud voelt u zich?

“Ik vind dat een heel rare vraag. Wat zegt dat eigenlijk? Wat is het verschil tussen je 24, 50 of 80 voelen? Wat ik wel vaak denk, is: hoeveel wijsheid vergaar je in een mensenleven, wat voor dommigheden denk en doe je niet als je jong bent? Dat wel. Maar leeftijd op zich, nee, wat is de relevantie daarvan? Het irriteert me trouwens mateloos dat ze in de Vlaamse media telkens de leeftijd tussen haakjes plaatsen bij een interview. In het buitenland zie je dat niet. Typisch Vlaams. Waarom niet je gewicht of je lengte? Of je IQ? Dat zou nog íéts te betekenen hebben.

“Bij wijze van experiment mag je naast mijn naam (140) zetten. Eens kijken of daar reactie op komt. Laten we dat toch afschaffen, die onzin.”

BIO * geboren in 1963 in Aarschot * studeerde psychologie aan de VUB * werd in 1985 verkozen tot Miss België * groeide uit tot bekende tv-figuur, presentator en seksuoloog * had jarenlang een eigen tijdschrift, Goedele * zet zich in voor vrouwenrechten wereldwijd

2. Wat doet de coronacrisis met u?

“Ik durf het haast niet te zeggen, maar los van alles heeft die periode mij vooral veel positiefs gebracht. Het is heel lang geleden dat ik nog zoveel dagen, weken, met mijn kinderen thuis heb doorgebracht. Samen ontbijten, samen nadenken over wat we gaan eten, samen koken, naar de kippen en eenden kijken die vrij rondlopen op mijn gazon.

“In het diepst van mijn hart ben ik een boerin. Het is hier een echte boerderij. Een hond, een kat, ezels, een alpaca, en ik ben de tel kwijt hoeveel kippen we intussen hebben. Ik heb vijf kleine kuikentjes opgekweekt. Ik heb een zwembadje uitgegraven voor de eendjes. Een kippenhok getimmerd. Met eendjes in mijn nek naar het nieuws gekeken. Ben elke dag met mijn hond gaan wandelen. Ik weet niet hoe hij gaat overleven als het leven weer helemaal genormaliseerd is.” (lacht)

3.Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Toen vorige week een kraai een van de kuikentjes meepakte. Mijn lievelingskuikentje natuurlijk, met van die schattige fluffy pootjes. Piccolo. Ik heb geroepen en getierd en hij heeft het beestje nog laten vallen, maar het was dood. Toen heb ik even overwogen om een katapult aan te schaffen.”

4. Wat vindt u een belangrijke eigenschap van uzelf?

“Ik heb een heel sterk rechtvaardigheidsgevoel en ben daardoor, vrees ik, een vis die tegen de stroom in zwemt. Veel mensen zeggen: ‘zwijg, laat het zo’, maar lafheid is iets waarvan ik heel weinig in mij heb.

“Constant strijd voeren voor rechtvaardigheid, dat zit in mij. Als negenjarig kind heb ik eens een staking georganiseerd. Omdat een turnjuffrouw heel gemeen deed tegen een zwaarlijvig vriendinnetje van mij. Ik had de hele klas mee. We zaten allemaal op ons kont op de speelplaats en hadden met krijt ‘weg met de turnjuf’ op de grond geschreven. Uiteraard volgde er straf en een hele toestand, maar dat neem je er dan maar bij.

“Ik heb veel tegenkanting gekregen. Ook omdat ik in mijn vak heel vaak de tijd vooruit was. Tien jaar geleden deed ik een interview met een pedofiel, dat was toen not done, daarvoor kreeg je keihard op je donder, nu doen alle media dat. Ik maakte programma’s over terminaal zieke patiënten, die vertelden over hoe ze omgingen met de korte tijd die hen nog restte; dat werd toen neergezet als sensatie, nu is praten over emoties gelukkig gemeengoed geworden. Ik maakte programma’s over moeders die destijds hun kind verplicht hadden afgestaan bij die beruchte nonnen. Dertig jaar geleden al voerde ik strijd voor de lgbtiq-gemeenschappen. Ik maakte een programma over transgenders, man, man, man, je zou die commentaren nu eens moeten herlezen! Wat een schande dat ik zulke zotten aan het woord liet, die van hun geslachtsdeel af wilden!

“Mensen zeiden toen: ‘Je zoekt de controverse op.’ Neen, helemaal niet. Ik vond die controverse heel erg. Ik begreep die ook niet. Ik dacht: zien jullie nu niet hoe die mensen worstelen, hoe belangrijk het is dat wij hen gewoon aanvaarden?

“Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat we in een betere wereld zouden leven als we opener over dat soort onderwerpen kunnen praten. Dat is trouwens niet alleen een overtuiging, dat is ook wetenschappelijk bewezen.”

'Tien jaar geleden deed ik een interview met een pedofiel, dat was toen not done, daarvoor kreeg je keihard op je donder, nu doen alle media dat.'Beeld © Stefaan Temmerman

5.Wat is uw passie?

“Ik denk dat het mijn passie is om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. Het belang van het uiten van gevoelens is de rode draad door al mijn werk, vanaf dag één. Mensen die hun gevoelens onderdrukken, zijn vatbaarder voor depressies, hebben makkelijker angst, voelen zich onbegrepen, teleurgesteld, waaruit dan weer boosheid en frustratie voortvloeit.”

6. Is het leven voor u een cadeau?

“Ja, absoluut! Ik zou dat heel, heel gemeen van mijzelf vinden mocht ik niet happy zijn met het leven. Ik heb zo’n – hout vasthouden (neemt tafel vast) – rijk en gevuld leven gekregen. Vorige week nog heb ik tegen mijn kinderen gezegd: mocht ik nu sterven, ik heb eigenlijk drie levens geleid. Wat ik allemaal meegemaakt heb, wat ik allemaal gezien heb, de kansen die ik gekregen heb!

“Ik heb 30 jaar aan de top van de televisie kunnen meedraaien, in België en in Nederland; weinigen kunnen dat zeggen. Als kers op de taart dan nog een schepje Verenigd Koninkrijk erbovenop. En wat ik dan voor de VN allemaal heb kunnen doen! Eigenlijk voel ik me daar soms een beetje schuldig over, dat zal mijn katholieke achtergrond zijn. Ik ben wel een heel grote slokop: ik heb een heel groot stuk van de leukigheid gekregen.”

7. Hoe was de band met uw ouders?

“Ik kom uit een gezin met vijf meisjes. Mijn papa ging werken, mijn moeder was huismoeder. Was het Wim Sonneveld die zong: ‘mijn moeder was thuis, wat kon er gebeuren’? Ik kwam met mijn fietsje thuis van school en mijn mama was daar. Ik was de middelste van vijf, dus ik was wel een beetje een sandwichkind. Dan komt de psycholoog in mij weer naar boven. Waarschijnlijk heeft dat wel gemaakt dat ik daardoor heel erg mijn best deed op school. Ik moest in de lagere school altijd bij de top drie zijn of ik was ongelukkig. Er zit wel een beetje strebertjesbloed in mij. Maar voor de rest: buiten ravotten. Mijn kinderjaren waren supertof. Jeugdkampen, jeugdverenigingen en dingen doen die niet mochten, van sigaretten roken tot te veel bier drinken in het jeugdhuis. Risico’s nemen, dat zit ook wel een beetje in ons allemaal. In het dorp noemden ze ons ‘de mannen van Liekens’. (lacht)

“Mijn papa wordt 90 dit jaar, mijn mama 88. Ze leven nog in het huis waar ik geboren en getogen ben. Het is een droom om hen bezig te zien. Als je me vraagt hou ik oud zou willen worden: wel, zoals mijn ouders, die veel plezier vinden in de kleine dingen van het leven.”

8. Welke geluksscore geeft u zichzelf?

“Goh, toch zeker een acht. Pas op, er zijn ook momenten dat ik mezelf een zes geef. Vooral tijdens de piekermomenten ’s ochtends tussen vijf en zes, wanneer je wakker wordt en je kop maar blijft draaien en je niets opgelost krijgt. Vier uur later denk je: gewoon doen hè, handen uit de mouwen!

“En als ik naar mijn kuikens kijk, een 9,5. (lacht)

“Hoe ze heten? We hadden Piccolo zaliger, ocharme, dan heb je Dark Vader, rara welke kleur heeft die, dan is er Blanche, en Manny die altijd een grote bek op zet, en Juliette die telkens weer ontsnapt. En dan de eenden, Sir Walter en Pinot Blanc. Dat zijn zo van die punkeenden, ze lijken op jou, Fernand. Had ik jou eerder gekend, dan was de eend naar jou genoemd. En dan hebben we een hond Maurice en een kat Colette en een konijn, een Vlaamse reus die Maggie heet en twee ezels, Charlotte en Clovis, en een alpaca die Lemme heet.

“Die kuikens, dat hebben mijn kinderen mij trouwens gelapt. Mijn kinderen lappen me wel meer zoals jullie weten. (lacht) Daar gaan we niet over spreken? Allee!”

9. Welke kleine gebeurtenis kan u blij maken?

“Naar de kuikens in mijn tuin kijken, ‘s morgens het snoetje van Maurice, een ‘love you’ van mijn dochter.”

10. Wat is uw zwakte?

“Een te grote overgevoeligheid. Je zou kunnen zeggen: een te grote empathie. Zet mij op een begrafenis van iemand die ik van haar noch pluimen ken en ik begin mee te huilen met de nabestaanden. Ik voel hun verdriet. Die pijn komt gewoon rechtstreeks binnen.

“Natuurlijk voel ik ook de blijdschap van anderen. Die zwakte heeft ook wel een goede kant.

“Mijn kinderen vinden dan weer dat ik een softie ben, makkelijk om te lullen, bijna te goedgelovig. En dat klopt ook wel.”

'Ik vond het heerlijk dat onlangs mijn huis afbetaald was. Helemaal zelf gedaan. Elke frank daarvan zelf verdiend. 'Beeld © Stefaan Temmerman

11.Waar hebt u spijt van?

“Van veel dingen natuurlijk. Zoals veel mensen hè. Wat iedereen op zijn sterfbed zegt: ik had wat meer bij mijn ouders moeten langsgaan, ik had mijn kinderen wat meer moeten knuffelen, ik had wat minder hard moeten werken. Dat soort zaken. Maar geen groot feit. Ook niet van mijn huwelijk. Ik ben nog altijd overtuigd dat ik met de juiste man kinderen heb gemaakt.”

12. Wat is uw grootste angst?

“Afhankelijk zijn. Ik heb een zeer grote behoefte aan onafhankelijkheid. Aan zelfstandig kunnen zijn. Ik heb vorige zomer in een rolstoel gezeten. Als je niet meer alleen uit je bed raakt, dan weet je hoe snel het kan gaan. Daar ben ik bang voor. Maar ook om financieel afhankelijk te zijn. Ik vond het heerlijk dat onlangs mijn huis afbetaald was. Helemaal zelf gedaan. Elke frank daarvan zelf verdiend. Dat geeft een gevoel van geborgenheid.”

13.Bent u ooit door het lint gegaan?

“Zo echt door het lint gaan dat ik begin te roepen en te tieren, behalve op die kraai die mijn kuikentje meegegrist heeft, dat hebben ze hier in heel de buurt gehoord, nee. Ik heb mezelf redelijk in de hand. Vroeger zal dat wel erger geweest zijn. Maar als ik nu boos word, slaat dat meestal naar binnen.”

14.Welke boek zou u aanraden?

“Dit hier. Hoe legaal te flirten? van Liesbet (prof. dr. Liesbet Stevens, doceert seksueel strafrecht aan de KU Leuven en is directeur bij het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen, red.). Een van mijn grote actiepunten als parlementslid is dat rond seksueel geweld. Ik werk nu geregeld met haar samen om daar duidelijkheid over te verschaffen. We hebben zoveel wetenschap en kennis die ons tot inzichten kunnen leiden. Na de hashtag #MeToo is er zoveel onzin verteld: ‘O, nu mogen wij vrouwen geen complimentjes meer geven.’ ‘Mogen we vrouwen nog wel uitnodigen voor een drankje? Neen, dat mag niet meer.’ Alsof we bewust een rookgordijn moesten optrekken om toch maar van de essentie weg te blijven. Namelijk dat er wel degelijk een maatschappelijk probleem is, dat er een aantal mensen zijn die het verzieken en dat we ons daar met z’n allen tegen moeten verzetten. En dat heeft zij heel mooi en duidelijk in dat boek uitgelegd.”

15.Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Nee. Daar ben ik helemaal aan ontsnapt.” (lacht)

16. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik denk dat ik ondanks alles niet mag klagen. Ik ben er ook niet overmatig mee bezig. Sporten doe ik niet meer, nee. Pas op, drie jaar geleden heb ik de 20 kilometer van Brussel gelopen. Toen heb ik mij in drie maanden tijd klaargestoomd. Maar vorige zomer heb ik dan 2,5 maanden in een rolstoel gezeten, dan opnieuw leren stappen. Ik zit nog altijd met een hoop ijzers en verwrongen dingen in mijn voeten. Wandelen probeer ik elke dag te doen met Maurice, maar verder neen, spijtig genoeg niet.”

17. Wat vindt u erotisch?

“Ik ben vaak, tot mijn grote spijt, heel erg hetero. Ik heb dikwijls gedacht: kon ik maar lesbisch worden, kon je daar maar voor kiezen, maar ik ben te dol op mannen, mannen zijn te leuk. En te mooi. De handen en armen van een man kan ik bijzonder mooi vinden. Bij sommige mannen vormt hun duim een rechte hoek. Daar kan ik al van zwijmelen. Zo’n tedere, stevige hand, die liefdevolle dingen met je lichaam doet, kan ik heel erotisch vinden.”

18. Wat is uw goorste fantasie?

“Dat vertel ik niet. Nooit. Aan niemand. Ik ben er geen voorstander van om fantasieën te delen. Het is jouw fantasie en je moet ermee kunnen spelen, maar ze zou weleens heel anders en verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. In het ergste geval denkt je partner dat hij ze moet gaan uitvoeren. En dat wordt natuurlijk nooit zoals dat filmpje dat zich in je hoofd afspeelt. Neen, zwijgen daarover.”

19. U belandt in de gevangenis, wat zou de reden kunnen zijn?

“Stel dat we in een autoritair regime terechtkomen en ik blijf dat visje dat weleens tegen de stroom in durft te zwemmen: ik zou zeker in het verzet gaan.”

'Je moet samen een puinhoopje kunnen opruimen, dat is het verschil tussen echte liefde en zomaar een beetje samenzijn.'Beeld © Stefaan Temmerman

20.Bent u een goede vriend?

“Ik heb een aantal zeer goede vrienden, van vroeger al, maar natuurlijk ben ik altijd degene met de drukste agenda waardoor ik soms op het laatste moment moet afzeggen. Later als ik groot ben ga ik het anders doen.” (lacht)

21. Hoe definieert u liefde?

“In liefde moet je kunnen groeien. Liefde houdt rust en tegelijk beweging in. Liefde die alleen maar rust impliceert, mist volgens mij diepgang en intensiteit. Ik bedoel: je moet inhoudelijke discussies kunnen hebben, zelfs iets wat op een ruzie lijkt, zonder dat je elkaar diepe verwijten gaat maken maar waarmee je wel heel duidelijk maakt dat je voor elkaar blijft gaan.

“Liefde is genot en passie, maar ook beweging en die beweging komt voort uit een intense verbondenheid. Als die beweging er niet is, leef je samen in een soort van oppervlakkigheid. Je moet samen een puinhoopje kunnen opruimen, dat is het verschil tussen echte liefde en zomaar een beetje samenzijn.”

22. Hoe hebt u uw eerste liefde ervaren?

“Ja, dat was natuurlijk heerlijk hè, maar de eerste snee is natuurlijk het diepst. Qua liefdesverdriet kan dat tellen. Je denkt echt dat je leven gedaan is. The one and only is er niet meer. Later besef je gelukkig dat er meer dan één partner is op wie je verliefd kunt worden en met wie je heerlijk kunt samenleven.

“Of ik snel verliefd word? Nee. Dat is grappig, vorige week heb ik nog tegen iemand gezegd: ‘Ik vraag mij af of ik nog verliefd zou kunnen worden.’ Het zal wel zeker. Als ik verliefd kan worden op een kuiken, kan ik dat ook nog wel op een man. (lacht) Grap, grap!

“Hoelang het geleden is? Pfff. Echt verliefd? Je komt binnen en je hart doet djoef, djoef? Euh, vijf, zes jaar, denk ik.”

23.Hoe zou u willen sterven?

“Oud, héél oud.

“Wat ik zou willen als laatste avondmaal? Goh, frieten met stoofvlees en sla uit onze pa zijnen hof. Met een biertje.”

24.Waarover bent u de laatste tijd anders gaan denken?

“Ik heb heel lang niet geloofd dat er zoiets bestond als fake news. Ik kon me niet voorstellen dat mensen doelbewust, uit pure kwaadaardigheid, onzin verspreiden. Ik begrijp het nog altijd niet, maar ik zie nu wel dat het gebeurt. Ik begrijp ook echt niet dat mensen daar tijd en zin voor hebben, want het genereert zoveel negatieve energie.”

25. Is de mensheid op de goede of de slechte weg?

“Op de goede weg! Er zijn heel veel dingen die ik anders zou willen, maar als goodwillambassadeur voor de VN heb ik heel veel zaken ten goede zien veranderen. Er zijn minder mensen die honger lijden. Er zijn meer meisjes die kunnen studeren en deel kunnen uitmaken van de maatschappij. Er zijn meer meisjes die toegang hebben tot moderne anticonceptie, die daardoor kunnen kiezen of ze kinderen willen, met wie ze die willen en wanneer ze die willen.

“Als je het grosso modo bekijkt, hebben we de laatste twintig jaar zeer grote stappen vooruitgezet. We zijn er nog lang niet en er zijn nog een heleboel grote uitdagingen, waaronder het milieu natuurlijk. Maar al die grote uitdagingen – overbevolking, klimaat, armoede, gebrek aan onderwijs – zijn gelinkt aan de toegang tot moderne anticonceptie. Ik pleit niet voor een eenkindpolitiek, maar wel voor de vele meisjes in Afrika bijvoorbeeld die voor hun achttiende al ongewild moeder zijn van twee kinderen.”

‘Ik leef heel graag, ik ben heel nieuwsgierig, heb een beetje ADHD en er gebeurt altijd van alles in mijn leven.’Beeld © Stefaan Temmerman

26. Welke gebeurtenis uit uw leven zou een goed filmscenario opleveren?

“Mijn liefdesleven? Neen, dat is te ongeloofwaardig. Dat geloof je niet. Neen, dat kan niet, daar trapt niemand in.” (lacht)

27. Wat zou u absoluut nog willen doen?

“Veel, dat is mijn grote probleem. Tot spijt van wie het benijdt, maar van mij zijn ze nog niet direct af.

“Ik zit bijvoorbeeld nog met een boek in mijn achterhoofd dat ik absoluut zou willen schrijven omdat ik het maatschappelijk nogal belangrijk acht. Over verborgen narcisme, omdat ik vind dat mensen kennis moeten hebben van dat fenomeen, dat zou veel pijn en misbruik kunnen voorkomen. Mensen gebruiken het woord ‘narcist’ in de volksmond verkeerd. Alsof het over een stoefer gaat. Nee, een verborgen narcist is, pathologisch gezien, een heel charmante, lieve man die iedereen inpakt en hen met zijn fake liefde bombardeert.

“Van daaruit begint hij aan zijn manipulatietocht en gebruikt hij mensen, liefst steeds hoger de sociale ladder op. Niet uit slechtheid, maar omdat hij immense bewondering en een superioriteitsgevoel nodig heeft. Hij houdt voortdurend een harem van onbenullige bewonderaarsters ‘warm’ zodat hij te allen tijde minstens drie, vier voorraadjes op het schap heeft liggen waaruit hij kan putten. Alleen mensen die heel dicht bij hem staan zien zijn ware aard en het probleem is dat hij niet herkend wordt. Sterker nog, zijn slachtoffers worden doorgaans niet geloofd en hij wordt woest op wie achter zijn masker kijkt, daarom is hij zo gevaarlijk. Pas op, er bestaan ook vrouwelijke narcisten hoor!”

28.Hoe luidt de titel van uw biografie?

“Die mag pas uitkomen als ik dood ben. Wat daar allemaal in zal staan...

“Steve (Stevaert, red.) heb ik altijd gezegd: ‘Op mijn graf moet staan: ze ligt hier tegen haar goesting.’ Maar hij heeft dat nu zelf gebruikt.

“Ik leef heel graag, ik ben heel nieuwsgierig, heb een beetje ADHD en er gebeurt altijd van alles in mijn leven. Gulzig, misschien is dat de titel. Gulzig.”

* Waarom Goedele Liekens 140 jaar oud is, leest u in haar antwoord op de eerste vraag.