Aanzienlijke schade bij brand in nucleair complex in Iran

Het magazijn moest de plaats worden waar in de toekomst geavanceerde centrifuges voor de verrijking van uranium gebouwd zouden worden, maar veel apparatuur is beschadigd of volledig vernield, zo erkende woordvoerder Behrus Kamalwandi via het staatsagentschap Irna.

Toen deze week de eerste berichten over de brand in Natanz naar buiten kwamen, had Kamalwandi de schade nog geminimaliseerd. Hij verzekerde toen ook dat er geen nucleair materiaal in de loods aanwezig was en dat de brand geen gevolgen had voor de werking van het nucleaire complex.

In Natanz, zo'n 300 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Teheran, is het grootste Iraanse complex voor de verrijking van uranium gevestigd. Daardoor ontstonden er meteen speculaties over de oorzaak van de brand. Over die oorzaak legde het regime geen verklaringen af.

Het internationale atoomenergieagentschap IAEA oefende recent nog druk uit op Iran om inspecties op nucleaire sites toe te laten, maar Teheran houdt zich niet meer aan verschillende afspraken uit het internationale akkoord uit 2015 sinds de Verenigde Staten zich uit de deal terugtrokken.

In Iran zijn de voorbije 8 dagen op 5 strategische plaatsen branden en ontploffingen geweest, onder andere in een ziekenhuis, een energiecentrale en een militaire site. Zaterdag was er een hevige brand in een elektriciteitscentrale bij de miljoenenstad Ahvaz. De stad zat uren zonder stroom. Op sociale media waren deze beelden van de brand te zien:

Drie anonieme functionarissen lieten aan persagentschap Reuters weten dat de branden te wijten zijn aan cyberspionage. Dat zou niet de eerste keer zijn. Ook tien jaar geleden kreeg het nucleair complex in Natanz al te maken met een cyberaanval. Door een geavanceerd virus draaiden de nucleaire centrifuges zich toen kapot. Die zogenaamde 'Stuxnetaanval' zou toen het werk geweest zijn van Israel en de Verenigde Staten.