Direct naar artikelinhoud
InterviewKustburgemeesters

Kustburgemeesters over de zomer: ‘Het wordt nóg drukker dan anders en we zijn niet klaar’

‘Zodra we in de duinen een tent of een slaapzak zien, halen we meteen alles weg. We willen hier geen tweede Calais.’ Van links naar rechts: Marc Vanden Bussche (Open Vld, Koksijde), Daphné Dumery (N-VA, Blankenberge) en Steve Vandenberghe (sp.a, Bredene).Beeld Carmen De Vos

Na een voorjaar van beklemmende coronamaatregelen, bloedende horecazaken en woedende tweedeverblijvers staan de kustburgemeesters voor een nieuwe uitdaging: hoe redden ze de toeristische zomer zonder een nieuwe virusuitbraak te veroorzaken? Daphné Dumery (N-VA, Blankenberge), Steve Vandenberghe (sp.a, Bredene) en Marc Vanden Bussche (Open Vld, Koksijde) kruisen de degens over strandpassen, ‘besmettelijke’ asielzoekers en eieren bakken op het strand. ‘Brussel beslist veel te laat en wij moeten improviseren en achter de feiten aanhollen.’

Eind juni baadt de Belgische kust al helemaal in vakantiesfeer. Marc Vanden Bussche heeft ons uitgenodigd in een surfclub in deelgemeente Oostduinkerke, waar we ijs met aardbeien eten met de tenen in het zand.

Daphné Dumery: “Bij ons loopt het vol, de mensen zijn vergeten dat corona bestaat. We hebben de terrassen uitgebreid, de horeca herleeft, de winkels draaien, niemand klaagt nog. Dat is fijn, maar ook verontrustend. Al tijdens het pinksterweekend moesten we onze centrale winkelstraat, van de dijk naar het station, afsluiten. Dat duurde amper een kwartier, maar de mensen reageerden agressief. Deze zomer krijgen we versterking van de federale politie. Als hier op topdagen 40.000 mensen met de trein aankomen, zullen we hen omleiden, zodat ze niet allemaal door de winkelstraat naar de dijk kunnen. Om de massa te spreiden, gaan we ook onze buitenste stranden attractiever maken.”

Steve Vandenberghe: “Wij hebben geen dijk, maar wel ruime stranden waar we de cabines op drie meter afstand van elkaar zetten. We verplichten de mensen ook om strandzeilen te plaatsen en de afstandsregels te respecteren. Een team van 22 jobstudenten zal dat controleren.”

Gaan jullie dagtoeristen weigeren als de stranden te vol zitten?

Dumery: “Ja, wij zijn een stad met massatoerisme en een vrij beperkt strand. Er komt over de hele kust een monitoringsysteem dat ons gratis wordt aangeboden door de telecomoperatoren. Aan de hand van de gsm-signalen kunnen dagtoeristen zien waar het vol zit. We zullen werken met drie codes: lichtgroen, donkergroen en oranje. Als een derde van het strand bezet is, krijg je code lichtgroen, vanaf twee derde wordt het donkergroen, en oranje is vol. De mensen zullen op informatieborden naast de invalswegen kunnen zien waar er geen plaats meer is.”

Marc Vanden Bussche: “Bij ons zal er plaats genoeg zijn. Wij hebben een breed strand en kunnen bij laagwater bijna onbeperkt volk ontvangen.”

Vandenberghe: “Het wordt zeker drukker dan andere jaren. Mensen zijn nog niet zo happig om naar het buitenland te reizen en onze campings zitten nu al vol met Duitsers en Nederlanders. Het bouwverlof wordt de spannendste periode. Maar ik ga geen dagtoeristen weigeren. Doordat we ons naaktstrand voor één jaar opschorten, hebben we een pak extra ruimte. Alleen bij écht hoog water, wanneer het strand met twee derde verkleint, kan het krap worden.”

‘Tweede verblijvers krijgen van mij geen euro. Zij zijn niet de grote gedupeerden van deze crisis.’Beeld Carmen De Vos

De naturisten vieren deze zomer de 20ste verjaardag van het naaktstrand en willen volgens onze bronnen dat feestje verplaatsen naar de tuin van de burgemeester.

Vandenberghe: “Zó groot is die nu ook weer niet! (lacht) Nee, die mensen hebben begrip voor de situatie, ze wijken uit naar kleinere locaties in België.”

Dumery: “Eerlijk: deze zomer wordt een sprong in het diepe. Zo moeten de redders hun reanimatietechnieken aanpassen. Mond-op-mondbeademing mag niet in coronatijden. En het alternatief – beademingsballonnen – zou volgens Volksgezondheid enkel door gediplomeerde zorgkundigen mogen worden toegepast. We weten dus niet hoe we drenkelingen moeten reanimeren.”

Vandenberghe: “Ik ben zes jaar kustredder geweest en heb maar één keer iemand moeten reanimeren. Onze reddingsteams zijn de best opgeleide ter wereld en grijpen meestal in voor het te laat is.”

Dumery: “Maar áls het nodig is, moeten ze toch veilig kunnen werken? Met een beetje goede wil kan minister van Volksgezondheid Maggie De Block die regeling aanpassen. Het is al maanden hetzelfde liedje: Brussel beslist veel te laat, en wij moeten improviseren en achter de feiten aanhollen.”

Vanden Bussche: “Ik ga mijn mensen de opdracht geven om die beademingsballonnen sowieso te gebruiken.”

Hoe hebben jullie de lockdown beleefd?

Vandenberghe: “Dit waren de meest intense maanden uit mijn 25-jarige politieke carrière. Zoveel klachten, zoveel onzekerheid... En dan zien de mensen plots dat ze in Brussel met tienduizend staan te betogen met goedkeuring van de burgemeester. Voor een heel terechte zaak, maar leg dan maar eens uit aan je horeca-uitbaters dat ze alle richtlijnen strikt moeten volgen.”

Dumery: “Mensen wilden naar de kust komen om te genieten van de ruimte en de gezonde lucht, maar wij moesten hen weigeren, zelfs als ze hier een eigendom hadden waarvoor ze jaarlijks veel belastingen betalen. Ik heb tientallen mails en zelfs bedreigingen ontvangen van tweedeverblijvers. De nationale kopstukken kregen brieven waarin werd gezegd dat ‘die Dumery een schande is voor de partij’. We kregen het gewoon niet uitgelegd, ook niet aan onze eigen burgers: die mochten plots niet meer op het strand gaan zitten, terwijl er plaats zát was. Telkens als iemand een boete kreeg, was het míjn schuld. En vanuit Brussel kwam er geen enkele hulp, de communicatie was nooit op maat van de kust.”

Vanden Bussche: “Ik werd vanmiddag op restaurant nog aangevallen door een tweedeverblijver. Ze begreep niet waarom ze drie maanden niet naar haar appartement had mogen komen. Ik heb het haar eens rustig uitgelegd. Wij hebben 8.000 eersteverblijven en 16.000 tweedeverblijven: normaal zijn we met 22.000 inwoners, maar als die tweedeverblijvers allemaal afkomen, worden dat er 60.000. Ons ziekenhuis in Veurne telt amper elf intensive-carebedden. Bovendien hebben wij de oudste bevolking van Vlaanderen. Ik wou te allen prijze vermijden dat de ziekenhuiscapaciteit van onze inwoners in gevaar kwam. Als er deze zomer een grote uitbraak komt aan de kust, moeten we iedereen onmiddellijk naar huis sturen. Onze ziekenhuizen kunnen dat niet aan.”

BORSTGEKLOP

De kustburgemeesters hebben er toch ook zelf een potje van gemaakt? De ene week was de kust verboden terrein, de week erop riepen Bart Tommelein (Oostende) en Jean-Marie Dedecker (Middelkerke) de tweedeverblijvers op om te komen. Dedecker pleitte zelfs voor burgerlijke ongehoorzaamheid.

Dumery: “We hadden net op de vergadering een advies geformuleerd aan Brussel waarin we meer duidelijkheid vroegen. Jean-Marie doorkruiste die boodschap.”

Vandenberghe: “Gouverneur Carl Decaluwé is er nadien wel in geslaagd om ons op één lijn te krijgen.”

Dumery: “Tijdens zo’n overleg heb ik als vrouw heel vaak binnenpretjes. Die mannen hebben bij elke vergadering minstens een halfuur nodig om zich te laten horen, om dan aan het eind toch tot een gezamenlijke aanpak te komen. Soms is het zelfs zo erg dat ze elkaar gelijk moeten geven (lacht). Maar eerst moet je door dat borstgeklop en spierballengerol.”

Vandenberghe: “Mo how, zeg! Wij zijn niet allemaal zo, hè. Die discussies zijn soms pittig, maar eigenlijk komen we goed overeen. Al hielp het niet dat Tommelein zich moest profileren in de voorzittersverkiezingen bij Open Vld, en dat Jean-Marie af en toe zijn rebels imago moet cultiveren (lacht).”

Dumery: “Sommigen denken dat wij gedeelde belangen hebben, maar dat is niet zo. Elke kustgemeente is anders en vraagt dus ook een andere aanpak.”

Vlaams minister van Toerisme Zuhal Demir oogstte een storm van kritiek toen ze opperde dat de kustgemeenten tweedeverblijvers konden compenseren met waardebonnen.

Vandenberghe: “Ik krijg nog elke dag mails van tweedeverblijvers die zo’n compensatievergoeding eisen, maar zij krijgen van mij geen euro. Zij zijn niet de grote gedupeerden van deze crisis. We gebruiken ons geld beter voor de mensen die hun job verloren hebben, de kleine zelfstandigen die zwarte sneeuw zien, en degenen die moeten aankloppen bij OCMW’s en voedselbanken.”

Vanden Bussche: “Ze mogen al blij zijn als we de tweedeverblijfstaksen niet verhogen, want wij hebben als gemeenten de voorbije maanden ook verlies gemaakt.”

Dumery: “Maar we hebben de tweedeverblijvers wel nodig. De eerste dagen na de heropening van de winkels was er geen verkoop. Pas sinds de tweedeverblijvers weer mogen komen, draait onze economie. Ik ben die mensen dankbaar. Om dat te tonen, en vooral om onze zelfstandigen te stimuleren, geven wij hen een waardebon van 50 euro die ze alleen in Blankenberge kunnen uitgeven. Onze inwoners krijgen 20 euro, want ook zij hebben hun bibliotheek en zwembad moeten missen. Maar we doen het niet zoals Knokke, waar elke tweedeverblijver 200 euro krijgt.”

Vandenberghe: “Voor iemand van Knokke is 50 euro kleingeld, hè.”

Dumery: “Het stoort me wel dat alle tweedeverblijvers als verwende rijkaards worden weggezet. Die mensen hebben een heel leven hard gewerkt voor een mooi appartementje: dat is geen misdaad. Ik pas voor een afgunstmaatschappij.”

Vandenberghe: “Mensen met een caravannetje in Bredene zijn ook tweedeverblijvers. Dat zijn geen arme sukkelaars, maar rijk zijn ze ook niet.”

Hoe zijn de kusthoreca en de kledingwinkels eraan toe?

Vanden Bussche: “De winkels doen het beter dan vóór corona. De mensen hebben kunnen sparen.”

Vandenberghe: “Voor de meesten mocht de lockdown toch niet lang meer duren. Wij hebben de horeca toegelaten om hun terrassen fors uit te breiden. Zonder een tweede uitbraak zullen ze een goed zomerseizoen kunnen draaien.”

Dumery: “Ik vrees voor een faillissementengolf in het najaar. Vooral de nachtclubs en de kleine volkscafés zonder terras staan er slecht voor.”

Vandenberghe: “De evenementensector heeft het ook zwaar, maar we konden niets anders dan alles af te blazen. We zullen nu al onze handen vol hebben om alles in goede banen te leiden.”

Dumery: “Evenementen tot tweehonderd man zijn toegelaten, maar zet bij ons een dj op het strand en er staat zó vijfhonderd man te dansen.”

Vanden Bussche: “We mogen niet denken aan wat we moeten missen, maar aan wat we nog wél mogen. Wie had in maart gedacht dat dit alles nu al weer mogelijk zou zijn?”

Vooral jongeren willen los gaan.

Vanden Bussche: “Zij zijn het meest getroffen door de coronamaatregelen. Wij kunnen op restaurant een mooie avond beleven en om middernacht naar huis gaan, maar voor de jongeren begint het dan pas.”

Dumery: “Ik vrees dat jongeren ’s nachts op andere plekken zullen feesten, bijvoorbeeld aan het strand. Daarom bouwen we onze nachtpolitieploeg niet af. Vanmorgen had ik een hoorzitting met een horeca-uitbater die zijn terras op de dijk, met duizend plaatsen, om 1 uur’s nachts niet leeg kreeg. Om twintig na één zaten er nog altijd zestig mensen. Hij wil dat ik voortaan de politie stuur, maar die moet dan boetes geven van 750 euro voor de uitbater en 250 euro per klant. Dat gaat boel geven, hè.”

Vanden Bussche: “Het verontrust mij dat het contactonderzoek nog altijd niet op punt staat. Wat gaan ze doen als er bij ons in Sun Parks een uitbraak is? Wij krijgen daar geen richtlijnen over, we zijn gewoon niet klaar. Wij doen onze job, maar Brussel niet.”

Daphné Dumery: 'Tijdens zo'n overleg met de kustburgemeesters heb ik als vrouw veel binnenpretjes. Je moet altijd eerst door dat borstgeklop en spierballengerol.'Beeld Carmen De Vos

ASIEL EN AFVAL

Na een topweekend blijft hier 25 ton afval liggen op de stranden. Hoe pakken jullie dat aan?

Vanden Bussche: “Elke ochtend gaan onze machines het strand op om alles proper te maken, net zoals men dat in de bergen doet op de skipistes. Wij hebben de properste stranden van Europa. Ik durf gerust een ei te bakken op mijn strand en dat opeten.”

U houdt van eieren met sigarettenpeuken?

Vandenberghe: “Op elke vierkante meter vind je die vreselijke peuken, waarvan de schadelijke stoffen ook in het zeewater terechtkomen. We hebben de voorbije jaren al veel preventieacties gedaan, zoals het rookvrije strand. Die werken uitstekend. Mensen zijn blij dat ze niet ‘in de smoor’ moeten liggen, en de kettingrokers zoeken andere oorden op. Ik ben ook al jaren een hevige voorstander van statiegeld.”

Dumery (draait met de ogen): “Daar is hij weer.”

Vandenberghe: “Ja, het opruimen van zwerfvuil kost ons elk jaar honderdduizenden euro’s. Je moet de problemen aan de bron durven aan te pakken. Daarom starten wij in september met een proefproject: mensen die blikjes en plastic verpakkingen binnenbrengen aan een inzamelpunt, zullen daar vijf eurocent per stuk voor krijgen. Uit studies blijkt dat het zwerfvuil daardoor met 40 procent daalt. Het heeft geen zin om te wachten op de Vlaamse regering, want die wil toch niet mee.”

Vanden Bussche: “Wij delen sigarettenkokers uit. Die kun je in het zand steken en nadien in de vuilnisbak kieperen. Elk jaar bekijken we met de burgemeesters welke bijkomende maatregelen we kunnen nemen om het afval te beperken, maar we mogen best wat trotser zijn: onze stranden zijn de veiligste, properste en best bewaakte van Europa. Ik heb een tweede verblijf in het zuiden van Frankrijk. Daar worden de stranden niet elke dag gekuist, hoor.”

In Blankenberge zijn de vuilnisbelten op het strand al jaren een probleem. Is het geen tijd voor strengere controles en boetes?

Dumery: “We hebben nu sorteereilanden en zetten voor het eerst een GAS-ambtenaar in die boetes kan uitdelen. Maar ik wil geen strandpolitie die constant iedereen op de vingers kijkt. Mensen zijn hier om te genieten en moeten zich goed voelen. Op zwerfvuil staat meestal geen naam, hè. En als je iemand oppakt, heeft die vaak geen identiteitskaart bij. Het is makkelijker om te zeggen: ‘U heeft iets weggegooid, raap het op en breng het naar de vuilnisbak.’

“De media komen ook altijd ’s avonds onze vuilnisbakken fotograferen. Dan lijkt het alsof we een gigantisch afvalprobleem hebben. Onze opruimteams starten pas om 6 uur.”

Vanden Bussche: “Ik krijg het vooral op mijn heupen als ze schrijven dat onze kust lelijk is. Mijn gemeente heeft 700 hectare natuurgebied, onze duinen zijn prachtig.”

Vandenberghe: “In Bredene is de skyline de voorbije vijftien jaar volledig vernieuwd. Er is meer plaats voor strandbars, gezelligheid en beleving.”

Dumery: “De westkust is veel groener. Bij ons heb je wel nog dat clichébeeld van de grijze betonnen muren. Zeebrugge, Blankenberge, Knokke: die zeedijken zijn verminkt. We hebben een studie gevraagd om te bekijken hoe we dat kunnen herstellen. Het zou ook goed zijn voor onze luchtkwaliteit, want achter die betonnen muren heb je street canyons waar de uitlaatgassen moeilijk weg kunnen. Door gebouwen te slopen en met verschillende bouwhoogtes te werken, wil ik meer zeelucht in de stad krijgen. Helaas breek je die gebouwen niet zomaar af.”

Tom Waes trapte enkele jaren geleden op de tenen van uw voorganger: hij vergeleek Blankenberge met een Albanese badstad.

Dumery: “Sommigen gooien ons nog altijd in een marginaal hoekje omdat we jarenlang Tien om te zien hebben georganiseerd. Wij hebben een prachtige jachthaven en de grootste belle-époquewijk van de hele kust, maar niemand weet dat. Toen Tom Waes dit voorjaar Belgische locaties zocht, hebben we hem uitgenodigd. Maar het valt op dat de VRT vaker voor de westkust kiest.”

Vanden Bussche: “Eric Goens maakt zijn zomerprogramma in Koksijde, hij is hier geboren.”

Asielzoekers lijken bij u minder welkom. In maart deed u het asielcentrum in Koksijde op slot terwijl er nog geen besmettingen waren.

Vanden Bussche: “We kregen veel klachten over asielzoekers die de social distancing niet naleefden. Ze zaten in groepjes op de bus en hielden te weinig afstand in de winkels. Rond Pasen waren er ook enkele besmettingen in dat asielcentrum. Het leek me veiliger dat die mensen een tijdje in quarantaine bleven. Als je zo’n maatregel oplegt na een uitbraak in een Duits slachthuis, vindt iedereen dat normaal. Doe je scholen of rusthuizen op slot: geen probleem. Maar bij een asielcentrum krijg je meteen verwijten over racisme.”

Was het echt nodig om het beeld op te hangen van asielzoekers als ziekteverspreiders?

Vanden Bussche (fel): “Mijn taak als burgemeester is om mijn bevolking te beschermen. Met tweeduizend 80-plussers in je gemeente neem je geen risico. Ik heb vanaf het begin gekozen voor een strenge aanpak. Wij hebben onze medewerkers die in Noord-Italië waren gaan skiën, gevraagd om twee weken van thuis te werken. Kinderen die uit de skigebieden kwamen, mochten veertien dagen niet naar school. Als de overheid dat in heel België had opgelegd, hadden we veel doden vermeden. Ik ben ook kordaat geweest tegen de tweedeverblijvers. Waarom zou ik dan lakser zijn voor een asielcentrum waar ze soms met vijf families in één kamer zitten?”

Er brak een opstand uit.

Vanden Bussche: “Ze hebben het kantoor van de directeur kort en klein geslagen. De politie pakte vijf daders op, maar hun vrouwen eisten hun onmiddellijke vrijlating – anders zouden ze het centrum in brand steken. Daarop besliste het centrum om die families buiten te zetten. Omdat wij niet wilden dat ze in Koksijde zouden rondhangen, brachten we hen met de bus naar het Brusselse Zuidstation, waar ze werden verdeeld over meerdere centra.”

Marc Vanden Bussche: 'Ik heb een tweede verblijf in het zuiden van Frankrijk. Daar worden de stranden niet elke dag gekuist, hoor.'Beeld Carmen De Vos

In mei, toen de coronamaatregelen in de rest van het land werden afgebouwd, legde u het asielcentrum een nieuwe lockdown op. Vrijwilligers spraken over ‘gettotoestanden’ en ‘onmenselijke praktijken’.

Vanden Bussche: “Twee kinderen hadden bij hun terugkeer naar school positief getest. Ik eiste dat iedereen in het centrum getest werd, maar Fedasil weigerde dat. Ze waren zelfs kwaad dat ik die schoolkinderen had laten testen. Dat is toch de wereld op zijn kop? Zolang we niet mochten testen, heb ik dat centrum op slot gedaan. Uiteindelijk mochten we toch veertig mensen testen – allemaal negatief – en heb ik die maatregel opgeheven.”

Maar u heeft die mensen liever niet in uw gemeente?

Vanden Bussche: “Nee. Ik blijf het onverantwoord vinden dat je een asielcentrum opent aan de kust. Wij liggen pal op de transmigratieroute van Calais naar Zeebrugge: mijn collega’s uit Noord-Frankrijk verklaren me gek: zo’n centrum werkt als een magneet voor mensensmokkelaars. En dan zwijg ik nog over de actieve militaire luchtmachtbasis die vlakbij ligt, met wapens en helikopters.”

Vandenberghe: “Toen Maggie De Block mij vorig najaar vroeg om – net als in 2015 – driehonderd mensen op te vangen in Bredene, heb ik binnen de drie seconden toegezegd. Uiteraard krijg je dan mails van ongeruste bewoners, maar wij hebben die angst weggenomen door tijdig en uitgebreid te communiceren. Door er een positief verhaal van te maken, kregen we snel een team van vijftig vrijwilligers bijeen die daar zeven dagen op de zeven aanwezig waren om les te geven, activiteiten te organiseren en die mensen te begeleiden. Er zijn zelfs vriendschapsbanden gegroeid. Van overlast was geen sprake.”

Vanden Bussche: “Bij ons wel.”

Vandenberghe: “Toch vind ik dat wij, als moedige politici, met die problemen aan de slag moeten, in plaats van te zeggen: niet in mijn achtertuin.”

Vanden Bussche: “Jij was twee maanden moedig, ik een halfjaar.”

Vandenberghe: “In 2015 was ons asielcentrum bijna een jaar open, de voorbije winter drie maanden: twee keer een succesverhaal. En als we die vraag opnieuw krijgen, staan de uitbaters en vrijwilligers klaar.”

Vanden Bussche: “Je doet nu alsof jouw aanpak verschilt van de mijne, maar ik heb óók mijn verantwoordelijkheid genomen: ik heb twee keer een compromis gesloten met De Block om driehonderd asielzoekers op te vangen tot de start van de zomer. Wij hebben ook vrijwilligers gezocht, informatievergaderingen gehouden en een fulltime integratieambtenaar aangesteld. Als die mensen komen, moet je hen inderdaad goed ontvangen.”

Dumery: “Blankenberge ligt vlak bij de haven van Zeebrugge. Daar proberen transmigranten elke nacht in containers te klimmen. Wij houden elke week controleacties op de kusttram, omdat ze die gebruiken om van De Panne naar Zeebrugge te geraken. Elke keer is het ‘prijs’. Die mensen worden dan naar gesloten centra gebracht, maar een tijd later staan ze hier terug omdat de overheid ze niet kan repatriëren. Het is dweilen met de kraan open. Dat gevoel heeft in West-Vlaanderen zeker meegespeeld in de verkiezingsuitslag. Het enige wat wij kunnen doen, is de overlast bestrijden. Zodra we in de duinen een tent of slaapzak zien, halen we meteen alles weg om een tweede Calais te vermijden.”

Steve Vandenberghe: 'Politicus is een risicojob. Ik ben zelf aangevallen door een ontslagen politieman. Hij wachtte me op, sloeg me bewusteloos en trapte een paar keer op mijn hoofd.'Beeld Carmen De Vos

SINTERKLAASSTORM

De Brugse burgemeester Dirk De fauw werd in de hals gestoken door een cliënt. Een paar dagen later viel een dronken fietser de Hasseltse burgemeester Steven Vandeput aan. Zijn jullie bang?

Vanden Bussche: “Ik zit al lang in de politiek en ben bestand tegen vijandige reacties.”

Vandenberghe: “Ik was toch van mijn melk toen ik dat van Dirk hoorde. Anderhalf jaar geleden ben ik zelf aangevallen door een ontslagen politieman. Hij wachtte me op in het keldertoilet van een café, sloeg me bewusteloos en trapte een paar keer op mijn hoofd. Ik was een paar dagen werkonbekwaam. Gelukkig was de hoofdredster van Bredene die avond aanwezig. Zij kon de man tegenhouden, anders was het misschien slechter afgelopen.

“Politicus is steeds meer een risicojob, wij krijgen veel naar ons hoofd. Gelukkig ontvangen we van onze inwoners ook veel steun.”

Wat is het strafste dat jullie al hebben meegemaakt?

Vanden Bussche: “Aan de kust spelen de natuurelementen een grote rol. Vijftien jaar geleden haalde een hevige windhoos een torenkraan neer, knal op een appartementswijk. De kraanman viel op de technische verdieping van een flatgebouw – anders was hij dood geweest. De arm van de kraan viel op vijf gebouwen, maar in geen één van de vernielde appartementen was iemand aanwezig – het was winter. De ravage was enorm, maar dat had een veel grotere ramp kunnen zijn.”

Vandenberghe: “Ik heb mijn spannendste dagen beleefd tijdens de sinterklaasstorm van 2013, toen we tweeduizend mensen preventief moesten evacueren. Het scheelde geen haar of de gemeente was overstroomd. Het was springtij, maar een halfuur voor het water zou binnenstromen, draaide de wind.”

De Nederlanders zijn beducht voor een duizendjarige storm. ‘Als het water komt, zal het vanuit Vlaanderen zijn’, zei journalist Joris Luyendijk in Humo. ‘Wij hebben goeie dijken, jullie niet.’

Vandenberghe: “Er is de laatste jaren wel wat verbeterd. De Vlaamse overheid is bezig onze stranden op te hogen, al stoort het me dat ze daar deze zomer nog tot 15 juli mee doorgaan. Daardoor zijn we niet volledig klaar voor het toeristisch seizoen. Ze zou beter focussen op duurzame maatregelen, want die strandophogingen kosten veel geld en je moet ze vaak overdoen.”

Vanden Bussche: “Nederland staat veel verder dan wij. In Vlaanderen zie ik grote studies en plannen, maar de middelen volgen niet. Gelukkig hebben wij in Koksijde de hoogste duin van de hele kust. Wie daar bij de volgende storm op staat, zal wel safe zitten (lacht).”

Hoe ziet uw zomer eruit?

Dumery: “Vorig weekend ben ik een dag naar Limburg geweest, maar ik was nog altijd bezig met corona. In Maasmechelen Village was ik voortdurend foto’s aan het nemen van pijlen op de grond – inspiratie opdoen, hè. Ik snak ernaar om eens even weg te zijn van corona, maar ik heb mijn reis geannuleerd. Misschien knijp ik er een paar dagen tussenuit in eigen land, maar ik durf niet te ver te gaan.”

Vandenberghe: “Ik wil ook eerst zien hoe het hier loopt voor ik vakantie durf te nemen. Als het kan, zou ik graag zoals elke zomer met mijn vrouw naar Tenerife gaan, om te sporten en te lezen.”

Vanden Bussche: “Ik ga al 25 jaar tijdens het bouwverlof naar het zuiden van Frankrijk. Mijn eerste schepen neemt het dan over en doet dat uitstekend. Niemand is onvervangbaar. En nu ik de videocalls heb ontdekt, zal het nog makkelijker zijn om contact te houden.”

Vandenberghe: “Het lijkt mij ook niet nodig om als burgemeester twee maanden elke dag als een sheriff over het strand te patrouilleren. Je moet kunnen vertrouwen op je team. En het is gezond om er eens tussenuit te zijn.”

Vanden Bussche: “Je moet ook zorgen dat je vrouw niet wegloopt, hé (lacht).”

Dumery: “Deze vrouw gaat dat nu toch wél doen. Op naar de volgende vergadering!”

© Humo