Direct naar artikelinhoud
InterviewJuliana Lumumba

Juliana Lumumba: ‘Uit zijn laatste brief blijkt dat mijn vader wist dat hij zou worden vermoord’

Juliana Lumumba.Beeld © VRT - 2018

‘Wij zijn bespot, beledigd en geslagen, ’s morgens, ’s middags en ’s avonds, omdat wij ‘negers’ waren.’ Op 30 juni 1960, tijdens de officiële viering van de onafhankelijkheid, maakte Congolees premier Patrice Lumumba brandhout van tachtig jaar koloniaal bestuur. Een halfjaar later werd hij vermoord. Zijn dochter Juliana Lumumba (64) getuigt vanuit Kinshasa over zestig jaar zonder vader: ‘Het doet nog altijd pijn.’

Mevrouw Lumumba, heeft u de discussie over de standbeelden van Leopold II gevolgd?

“Uiteraard. Het is een passioneel debat, met veel pro’s en contra’s, in België maar ook in Congo. Als u het mij vraagt, is er te veel passie in het debat geslopen, en te weinig kennis. Hoeveel mensen weten werkelijk over wie ze praten als ze het over Leopold II hebben? Ik pleit ervoor dat we ons, in Belgische en Congolese scholen, verdiepen in de geschiedkundige feiten. Als je die kent, kun je oordelen. Je verandert de geschiedenis niet door een standbeeld in brand te steken.”

Wie was Leopold II voor u: een verlichte soeverein of een wreedaardige beul?

“Ik ben een kind van de kolonie, het lijkt me nogal wiedes hoe ik over hem denk: Congo was zijn persoonlijke wingewest. Alles moest wijken voor zijn fortuin. In zijn ogen waren Congolezen niets meer dan gebruiksvoorwerpen: als we niets meer opbrachten, gooide hij ons weg.

Patrice Lumumba.Beeld The LIFE Images Collection

“We mogen wel niet vergeten dat het verleden van ons land verder reikt dan Leopold II. We bestaan al véél langer. Vanuit dat bewustzijn moeten we bouwen aan onze toekomst. De Belgen van hun kant moeten zich ervan bewust zijn dat slavernij en misdaden tegen de menselijkheid geen deel uitmaken van een rechtsstaat.”

Wat moeten Belgen met de standbeelden van Leopold II doen?

“Dat laat ik aan hun geweten over. Ik kan wel vertellen wat wij in Congo hebben gedaan met het grote standbeeld van Leopold II, gezeten op zijn paard: het beeld is begin jaren 90 van zijn sokkel gehaald en vanuit het centrum van Kinshasa overgebracht naar Mont Ngaliema, naar een hoekje in het park van het nationaal museum. Een wijs besluit: de meneer die wij zo verafschuwen, maakt wel deel uit van onze geschiedenis.”

Straks is het zestig jaar geleden dat Congo onafhankelijk werd. Hoe blikt u terug?

“Het blijft een mooie datum, maar de huidige toestand in Congo noopt tot weinig tevredenheid. De onafhankelijkheid heeft ons veel leed bezorgd. Ik blijf wel de lichtpuntjes zien: ons land is, ondanks de grote verscheidenheid aan etnische groepen, nog altijd één. We hebben universiteiten waar bekwame jongelui worden opgeleid. En: ons politieke bewustzijn neemt toe. Mensen pikken het niet langer dat ze van hogerhand worden belazerd en de sociale media versnellen de verontwaardiging over corruptie.

“U kunt zich niet voorstellen welke aardverschuiving de veroordeling van Vital Kamerhe, de stafchef van president Félix Tshisekedi, heeft veroorzaakt. Elf uur lang heeft de nationale televisie gefilmd op de dag van de uitspraak: iedereen zat aan zijn toestel gekluisterd, in de veronderstelling dat het gerecht aan zo’n man niet zou durven te raken. Maar ze hebben hem veroordeeld tot twintig jaar cel!”

In België interpreteert men zijn veroordeling als een teken van de almacht van Kabila junior: hij ruimt een toekomstige presidentskandidaat op.

“Hier doen ook allerlei theorieën de ronde, maar er is wel degelijk ernstig onderzoek verricht en er werd uitvoerig geargumenteerd. Dat had Kamerhe nooit ­verwacht, geloof me. ‘De kameleon’ is zijn bijnaam. Al twintig jaar draait hij mee in de top van de politiek. Hij dacht dat hij met alles wegkwam.”

Hoe gaat u 30 juni vieren?

“Ik heb het plan opgevat met jongeren van gedachten te wisselen over de toekomst van ons land. Op zo’n dag wil ik niet alleen zijn met mijn verdriet. Het doet nog altijd pijn.”

Uw vader heeft op 30 juni 1960 een historische redevoering gehouden.

“Eén van de honderd belangrijkste redevoeringen in de geschiedenis van de mensheid, zegt men. De echo van zijn woorden is de hele wereld rondgegaan: in meer dan dertig landen heb je straten die naar hem zijn vernoemd. Zelfs in Brussel heb je het Lumumbaplein. Dat doet me veel plezier: het is er gekomen onder impuls van jonge Belgen én Congolezen die hem nooit hebben gekend.

“Mijn vader is, net als Leopold II, niet meer te wissen uit onze geschiedenis: als een martelaar is hij gestorven voor zijn ideeën. De beste manier om zijn moord te wreken, is zijn ideeën te laten voortleven. Als we erin slagen in Congo een rechtsstaat te installeren, zal hij niet voor niets zijn gestorven.

“Vergeet niet: mijn vader had democratische verkiezingen gewonnen. Daarna is hij als premier vermoord. Met mijn vader is de democratie in Congo vermoord, sindsdien is politieke instabiliteit het handelsmerk van mijn land.”

Wist hij dat hij een risico nam met zijn harde woorden aan het adres van koning Boudewijn?

“Dat weet ik niet: ik was vier. Mijn vader was een dapper man, hij liet zich niet afremmen door angst of berekening. Uit de laatste brief aan mijn moeder blijkt dat hij wel wist dat hij zou worden vermoord. ‘Maar,’ schreef hij, ‘het gaat niet om mijn persoon, het gaat om het land.’”

Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR) bood in 2002, na afloop van de parlementaire onderzoekscommissie naar de moord op uw vader, zijn excuses aan de familie aan.

“Uw land was moreel verantwoordelijk volgens het eindrapport van de commissie. Maar tegelijk stellen wij vast dat veel dingen nog niet zijn uitgeklaard. Onze familie wil opheldering: wat was de rol van de Verenigde Staten, België en Congo? In welke mate was de kerk betrokken? Is mijn vader inderdaad overleden op de plek waar hij, volgens bepaalde getuigenissen, is geëxecuteerd? Waarom zijn die getuigen nooit verhoord? Waarom hebben we alles uit romans en interviews moeten vernemen? Is het lichaam van mijn vader na zijn dood inderdaad op gruwelijke wijze versneden en in zwavelzuur opgelost? De familie heeft recht op de volledige waarheid.”

De familie heeft in 2012 een klacht ingediend met de bedoeling het onderzoek voort te zetten.

“De namen van de betrokkenen zijn bekend. Toch is niemand van hen door het gerecht vervolgd. Begrijpt u dat? We hebben het over de moord op drie politici, een misdaad tegen de menselijkheid (volgens de advocaat van de familie heeft de onderzoeksrechter zijn werk intussen afgerond, red.).”

Zelfs koning Boudewijn was op de hoogte van wat er met uw vader stond te gebeuren, bleek in de onderzoekscommissie.

“Ik neem akte van het feit dat de hoogste kringen waren ingelicht.”

U bent zelf in de politiek gegaan. U was zelfs minister onder president Laurent-Désiré Kabila.

“Ik heb niet voor de politiek gekozen, ik ben erin gezogen. Wij waren kinderen toen mijn vader stierf. We hebben hem pas postuum leren kennen, via zijn ideeën. François, mijn oudste broer, heeft die als eerste omarmd. Daarna ben ik hem gevolgd. Ik zeg altijd: ‘Wij zijn de kinderen van het geweld.’ Daarom haten wij geweld.”

Had u niet liever een andere vader gehad?

“Ik ken geen andere, en ik wil geen andere. Ik was zijn oogappel. Als je een oude foto met zijn kinderen ziet, heeft hij altijd dezelfde in zijn armen: moi. (lacht) Het huis waarin wij woonden, was het huis waarin hij als eerste minister werkte. Als meisje van vier zat ik dikwijls bij de eerste minister op kantoor.

“Later heeft hij mama en de kinderen naar Egypte laten vluchten. Maar ook daar kenden ze hem. Demonstranten scandeerden zijn naam als ze de Belgische ambassade bestormden. Mensen dweepten met zijn ideeën. Bij ons thuis kwamen alle vertegenwoordigers van de Afrikaanse emancipatiebeweging over de vloer; ik heb in mijn jeugd niets anders gehoord dan revolutionaire plannen. Maar als ik één ding heb onthouden, is het wel dat je moet werken om je ­ideeën te verwezenlijken. Dat zei mijn vader ook tegen François toen we naar Egypte vertrokken. ‘Je gaat daar studeren’, zei hij. ‘Werk hard en keer daarna terug naar je land.’”

Uw moeder was ­weduwe op haar 23. Ze is nooit ­hertrouwd.

“De druk om te hertrouwen was groot, maar zij wilde geen kinderen van een andere man. Een andere man zou niet tot aan de enkels van ‘haar Patrice’ reiken, zei ze. Ook met mama viel niet te ­sollen.”

Kinderen van de kolonie, Canvas, elke dinsdag om 21.15 uur en op VRT.Nu

© Humo