Direct naar artikelinhoud
StandpuntBart Eeckhout

Deze formatiepoging was een valstrik waar de ander in gelokt diende te worden

Deze formatiepoging was een valstrik waar de ander in gelokt diende te worden
Beeld DM

Bart Eeckhout is hoofdredacteur van deze krant. 

De voorzitters van MR, Open Vld en CD&V, die zich overigens iets te makkelijk dat volstrekt kinderachtige epitheton ‘Drie koningen’ laten welgevallen, hadden hun plannetje aardig voor elkaar. Ofwel zouden ze de sp.a van Conner Rousseau (en de cdH) uit zijn tent en in hun vergaderzaaltje lokken. Dan konden ze het gewicht van de hele formatie op zijn schouders laden. Ofwel zou Rousseau weigeren en dan konden ze hem de mislukking van hun operatie in de schoenen schuiven. Het is optie twee geworden.

Te oordelen naar de snelheid waarmee de drie heren voorzitters naar Twitter trokken om eensluidend en op commando de schuld bij Rousseau te leggen, was dit nooit echt een poging om een regering te vormen. Nooit zou dit een onderhandeling onder gelijken worden. Het was een valstrik waar de ander in gelokt diende te worden. Dit was een perceptiestrijd, een zoektocht naar een zondebok. Die is nu schijnbaar gevonden, en blijkbaar volstaat dat.

Natuurlijk zal je nu in analyses lezen dat de sp.a de verantwoordelijkheid draagt voor dit falen. Welja. Alsof het de schuld van de sp.a is dat de N-VA nooit een geloofwaardig signaal naar de PS heeft gestuurd; alsof het de schuld van de sp.a is dat de PS nooit een ernstig gesprek met N-VA gestart is; alsof het de schuld van sp.a is dat de MR met sabotage en lekkage elke discrete vooruitgang onmogelijk maakte; alsof het de schuld van sp.a is dat CD&V al een jaar eerst naar N-VA kijkt alvorens zelf een standpunt in te nemen. Draagt de sp.a ook een deel van de schuld in dit cynische schimmenspel? Vast en zeker. De boter is rijkelijk te verdelen over vele hoofden.

Wat nu al ruim 400 dagen blijft ontbreken in deze formatie is de moed om over de eigen schaduw heen te springen. De moed om – optie één – met je grootste ideologische tegenstander een coalitie te vormen; de moed om – optie twee – een regering te vormen zonder de dominante Vlaamse partij; de moed om – optie drie – een regering zonder vaste meerderheid te vormen; de moed om – optie vier – een regering te vormen zonder grote zusterpartij.

Zeker, de kiezer heeft de kaarten moeilijk gelegd, maar nu ook weer niet onmogelijker dan ze soms in het buitenland liggen. Misschien moeten we eens ophouden met te denken dat wij een uitzonderlijk land zijn met tegengestelde opinies en ‘democratieën’. Dat verhaaltje blijkt een besmettelijk excuus voor politici om zich te wentelen in onverantwoordelijkheid, terwijl ze schrikkerig achteruit loensen naar de concurrentie.

Verkiezingen zijn niemands plan A, maar wel ieders plan B. Stilaan dringt de conclusie zich op dat dat plan B de enige eensgezindheid is die nog rest. Niet dat van verkiezingen enig heil moet verwacht worden. Reken op gedesillusioneerde burgers, een smerige campagne met paniekerige partijen en een dodelijk virus dat nog altijd op de loer ligt.

Neen, de bodem is nog niet in zicht.