Amerikaanse rechtbank legt controversiële oliepijpleiding tijdelijk stil

Actievoerders op de bevroren Cannonballrivier op 23 februari 2017. Maandenlang voerden tienduizenden mensen actie tegen de aanleg van de Dakota Access Pipeline.

Een Amerikaanse rechtbank heeft maandag de tijdelijke sluiting bevolen van de Dakota Access Pipeline, een oliepijpleiding waartegen al jaren wordt gestreden door indianenstammen en milieugroepen. De oliepijpleiding moet tegen volgende maand sluiten.

In 2016 werd met sit-ins en protesten in het Standing Rock-reservaat langdurig gestreden tegen de aanleg van de bijna 1.900 kilometer lange oliepijpleiding.

Rechter James Boasberg van de districtsrechtbank van Washington DC oordeelde maandag dat de pijpleiding niet voldoet aan de milieunormen en een risico vormt op olielekkage. De rechter heeft de exploitatievergunning opgeschort en de sluiting gevraagd tegen 5 augustus.

De vergunning behoorde toe aan het bedrijf Energy Transfers voor de aanleg van een deel van de pijpleiding onder de Oahe-dam in de staten South Dakota en North Dakota.

‘Uit angst voor ernstige gevolgen voor het milieu hebben de indianenstammen op de nabijgelegen reservaten jarenlang geprobeerd om de federale vergunningen in te trekken waarmee de Dakota Access Pipeline olie onder het meer zouden kunnen vervoeren’, schreef de rechter. ‘Vandaag hebben ze eindelijk hun doel bereikt, voorlopig althans’, zegt hij.

De uitspraak is een grote tegenslag voor president Donald Trump, die in januari 2017 kort na zijn aantreden de toestemming had gegeven voor de aanleg van de Dakota Access Pipeline. De beslissing werd daarop aangevochten door Sioux-stammen van Standing Rock en Cheyenne River.

Het Amerikaanse exploitatiebedrijf Energy Transfer heeft maandag meteen stappen aangekondigd tegen het besluit van de rechtbank. Het bedrijf zegt er vertrouwen in te hebben dat een sluiting van de Dakota Access Pipeline kan worden voorkomen.

Partner Content