Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTelewerken

Leve thuiswerk (behalve voor dominante bazen)

Juli 2020.Beeld Damon De Backer

Experts brachten de psychologische gevolgen van thuiswerken en corona in kaart. Wat blijkt? De dominante baas heeft het moeilijk en vrouwelijke leiders lijken in het voordeel. 

Dat thuiswerken efficiënt kan zijn, blijkt wel uit het onderzoek naar de psychologische consequenties ervan. Aan het begin van de coronacrisis staken 29 internationale autoriteiten op het vlak van organisatiepsychologie de koppen bij elkaar. Onder anderen de Belg Frederik Anseel, professor management aan de University of New South Wales in Sydney, was erbij; professor Mark van Vugt van de Vrije Universiteit Amsterdam was één van de trekkers van het onderzoek. Koud drie maanden later ligt er kloek onderzoek met alle (on)voorstelbare implicaties van thuiswerken op de korte en lange termijn en de invloed van corona op de toekomst van werk.

Als uit het onderzoek één ding duidelijk wordt, is het wel dat er nog heel veel onduidelijk is. “Dit is een heel andere ball game”, stelt Van Vugt. “Al het onderzoek naar thuiswerken dat voor deze pandemie is gedaan was gericht op mensen die dat vrijwillig deden. Toen was het een privilege, nu is het verplicht.” Wel is uit het onderzoek een aantal aandachtspunten en aanbevelingen af te leiden.  Van Vugt signaleert er vier. 

Aanwezigheidsdrang

Met een familiepak zakdoeken en een strip paracetamol op het werk verschijnen gold tot voor kort nog als het ultieme bewijs van loyaliteit en ambitie. In coronatijden kan dat arbeidsethos nog weleens voor problemen gaan zorgen, denkt Van Vugt. Zeker bij mensen die het gevoel hebben dat ze onmisbaar zijn.

Goed leiderschap is daarom belangrijk. Managers moeten het goede voorbeeld geven door nooit met klachten op kantoor te verschijnen. “En ze moeten minder op aanwezigheid gaan beoordelen, meer op output. Spreek af: volgende week moet het af zijn, en of je het nu om twee uur ’s middags of drie uur ’s nachts doet, maakt niet uit, áls het maar af geraakt.”

Hoe diepgeworteld de gewoonte zit om ten koste van onze gezondheid naar kantoor te komen, blijkt wel uit recent onderzoek naar patiënten met chronische aandoeningen als de ziekte van Crohn en diabetes. Hun lichamelijke symptomen namen wonderwel af sinds thuiswerken het parool werd. Blijkbaar hebben zij zich al die jaren heel wat stress op de hals gehaald om maar op het werk te verschijnen.

Isolatiegevaar

Of werknemers profiteren van het thuiswerken, is sterk afhankelijk van persoonlijke en sociale factoren. “Extraverten hebben er het meeste last van”, zegt Van Vugt. “Zij hebben veel prikkels nodig en als ze die niet krijgen, worden ze onrustig, krijgen ze stemmingswisselingen en last van slapeloosheid.” Ook alleenstaanden en expats zonder groot sociaal netwerk zijn er niet bij gebaat.

Volgens Van Vugt zouden werkgevers de risicogroepen in kaart moeten brengen en voor hen een voorkeursbeleid moeten opstellen. Daarnaast moeten ze inzetten op het kantoor als ontmoetingsplek. Zeker grote bedrijven kunnen overwegen om kleinere vestigingen (hubs) door het land te openen zodat niet iedereen naar het hoofdkantoor moet reizen. Dat moet niet alleen helpen tegen de sociale – maar ook de professionele isolatie. “Je leert heel veel on the job, door het klappen van de zweep, en van collega’s met ervaring, dat delen van kennis missen we nu.”

Creativiteitsgebrek

Sinds de coronacrisis zijn we beland in een ondoordringbaar doolhof aan regels. We moeten anderhalve meter afstand houden, mogen niet meer samen in de kantine zitten, of toch weer wel. Terwijl innovatie gebaat is bij spontaniteit: het gesprekje bij het koffiezetapparaat met die collega van een verdieping hoger of even stoom afblazen bij de voetbaltafel.

Van Vugt: “De vraag is: hoe kun je straks nog het creatief potentieel benutten in een werksituatie waarin alles is gereguleerd en gestandaardiseerd met regels?” Hoewel de online omgeving best wat mogelijkheden biedt om informeel sociaal contact met bijvoorbeeld virtuele lunches en pubquizzen na te bootsen, blijft het behelpen. Toch ziet Van Vugt ook een kans voor organisaties die wat strakker en formeler georganiseerd zijn: online is de hiërarchie minder nadrukkelijk aanwezig.

Alles wat normaal gesproken wijst op de dominantie van de baas verdwijnt: de grote auto, het grote kantoor, de secretaresse langs wie je eerst moet. “Ook de baas is gewoon een klein schermpje, een keizer zonder kleren, dat geeft de kans om losser te worden en dat kan het creatieve proces stimuleren.”

Leiderschap

Teamleiders hebben de afgelopen weken veel extra taken op zich genomen. Zo moesten ze plots ook sociale ondersteuning bieden, ervoor zorgen dat medewerkers zich aan de veiligheidsvoorschriften hielden en hun gezondheid in de gaten houden. “Het is nu zaak om te gaan delegeren en mensen in het team taken te geven. Voor zaken als vergaderingen inplannen of notities schrijven kun je gewoon iemand aanwijzen.”

Deze pandemie vraagt waarschijnlijk ook om een ander type leider. Waar we tijdens een crisis normaal gesproken geneigd zijn te vertrouwen op masculiene types, zouden juist vrouwelijk leiders nu in het voordeel zijn, stelt Van Vugt. “Uit onderzoek blijkt dat vrouwen als leiders communicatief sterker zijn, minder geneigd zijn risico’s te nemen en ze letten meer op hygiëne. Kijk voor anekdotisch bewijs ook maar naar hoe Jacinda Ardern en Angela Merkel het doen ten opzichte van Boris Johnson.”