© ToPa
Arturo (15) bij pleegouders weggeplukt en naar weeshuis gebracht: "Zo dichtbij, maar toch zo veraf"
Met 3.100 moorden in 2010 - zo’n negen per dag - staat de Mexicaanse grensstad Ciudad Juárez met stip op één in het lijstje van meest gevaarlijke steden ter wereld. Miljoenen inwoners dromen er van een leven aan de overkant, in het Texaanse El Paso, dat enkel door de ‘Rio Grande’ en een vijf meter hoog hek van Juárez wordt gescheiden. “Zo dichtbij, maar toch zo veraf”, vertelt de 15-jarige Arturo Rico, die een half jaar geleden bij zijn Amerikaanse adoptieouders werd weggeplukt en nu samen met zijn broer Sergio (14) in een straatarm Mexicaans weeshuis opgroeit.
Ruim 150 jaar geleden vormden El Paso en Ciudad Juárez nog één stad, maar daar kwam met het vredesverdrag van 1848 verandering in. Mexico stond het deel boven de rivier af aan buurland Amerika, waarna de metropolen steeds verder uit elkaar groeiden. Terwijl het noordelijke deel floreerde en onlangs nog tot veiligste stad van de Verenigde Staten werd verkozen, kreeg Juárez af te rekenen met corruptie, drugsoorlogen en moorden. In 2010 lieten 3.111 mensen het leven in de straten van de moordhoofdstad. “De kartels schakelden op een bepaald moment zelfs kinderen in om het vuile werk op te knappen”, vertelt inwoner Manuel Macias (35), die getuige was van verschillende afrekeningen.
Het volledige verhaal lees je hier.
Hoofdpunten
Beste van Plus
Lees meer
