Jan Jambon (N-VA): ‘Wie zegt dat Vlaams Belang onze voorkeurspartner is?’

Jan Jambon: 'De ultralinkse economische standpunten van Vlaams Belang zijn moeilijk te verzoenen met ons programma.' © FOTO HATIM KAGHAT
Peter Casteels

Corona herschrijft het Vlaamse regeerakkoord. In september komt de regering van Jan Jambon met een hele reeks relancemaatregelen, zegt hij. Zowel economisch als maatschappelijk. ‘De mensen hebben enorm geleden.’

‘Ik heb helemaal niet het gevoel dat de crisis voorbij is’, antwoordt Jan Jambon (N-VA) aan de vooravond van de Vlaamse feestdag, wanneer we hem er op zijn kabinet naar vragen. Hij had zich zijn eerste politieke jaar als minister-president wellicht anders voorgesteld, maar maakt zich ondertussen geen illusies meer dat corona snel vergeten zal worden. Een gesprek dat ook over de kolonisatie, praktijktests en Vlaams Belang zal gaan, kan ook alleen maar daarmee beginnen.

Jan Jambon: Het leven is nog altijd niet weer normaal, hè. Sommigen gedragen zich wel alsof alles alweer normaal is, maar zij zijn meestal in overtreding. Vergis u ook niet: de economische crisis moet nog echt toeslaan. De tijdelijke werkloosheid was – net als onze hinder- en compensatiepremies – een schitterende maatregel waarmee we veel bedrijven en organisaties hebben geholpen, maar de vraag is nu hoeveel van die tijdelijke werkloosheid zal overgaan in structurele werkloosheid. Daar hebben we nog altijd geen zicht op.

We gaan de Vlaamse begroting deze termijn niet helemaal naar de chokkedeizen helpen, maar van een evenwicht gaan we geen fetisj maken.

Instellingen als het Planbureau en de Nationale Bank publiceren haast elke week nieuwe cijfers. Waar houdt u zelf rekening mee?

Jambon: Ik heb vorige week een groot bedrijf in de maakindustrie bezocht. De tijdelijke werkloosheid loopt nu tot het einde van augustus. Ze vertelden mij dat, als die maatregel niet wordt verlengd tot het einde van het jaar, zij waarschijnlijk twintig procent van hun mensen moeten ontslaan. Dat is dan nog een maakbedrijf, dat de omzet die het in het voorjaar heeft misgelopen eventueel zou kunnen goedmaken. Voor de eventsector en de horeca is er echt een gat geslagen: ik hoop niet dat iedereen de pinten die hij niet op café heeft kunnen drinken zal proberen in te halen, dat zou niet gezond zijn.

Leven we nu in een andere wereld dan toen u vorig najaar het regeerakkoord afsloot?

Jambon: Natuurlijk. We hadden de ambitie om in Vlaanderen naar een werkgelegenheidsgraad van tachtig procent te gaan. Maar ik zal al een tevreden minister-president zijn als we op het einde van deze ambtstermijn evenveel mensen aan de slag hebben als bij het begin.

Federaal is de ambitie van een begrotingsevenwicht zeker tot de volgende verkiezingen verdwenen. Slaat dat ook over naar Vlaanderen?

Jambon: Ja. Wij wilden volgend jaar al een begroting in evenwicht hebben, maar die ambitie is er niet meer. We gaan onze begroting deze termijn niet helemaal naar de chokkedeizen helpen, maar van een evenwicht gaan we geen fetisj maken. De beste begrotingsmaatregel is dat er weer zo veel mogelijk mensen aan het werk zijn, en daarvoor moet de economie zo snel mogelijk weer draaien. Deze week krijgen we de aanbevelingen van de experts van het economische en het maatschappelijke relancecomité (daarin zitten o.a. Geert Noels, Stijn Baert, Ive Marx en Lieven Annemans; nvdr). We zullen hun aanbevelingen meenemen naar de septemberverklaring, en op dat moment bekijken we ook wat nog een realistisch traject kan zijn.

Waar zal de Vlaamse regering dan in investeren? Ik kan me voorstellen dat al uw ministers nog wel verlanglijstjes hebben van de projecten die ze tijdens de regeringsonderhandelingen niet hebben kunnen binnenhalen.

Jambon: We zullen dus eerst luisteren naar de verstandige mensen die we voor ons aan het werk hebben gezet. Maar als die voorstellen de relance kunnen helpen, zullen we dat ook bekijken. Ik heb het dan duidelijk over zowel de economische als de maatschappelijke relance. De mensen hebben enorm geleden de voorbije maanden: het aantal mensen in de geestelijke gezondheidszorg neemt toe, intrafamiliaal en seksueel geweld zijn gestegen, net als het armoederisico. Ook daar zullen we aandacht voor hebben.

Passen extra investeringen in het klimaat ook in de relance?

Jambon: Absoluut. We hebben al heel wat investeringen opgenomen in ons klimaatplan, maar als we nog een tandje kunnen bijzetten: graag.

Er werd wat schamper gedaan over de consumptiecheque die verpleegkundigen van de federale overheid kregen, maar voorlopig werd de zorgkundigen die voor Vlaanderen in de woonzorgcentra werken nog niets extra’s toegezegd. Komt dat nog, of zullen zij straks nog jaloers zijn op die eenmalige cheque?

Jambon: Wat helpt zo’n cheque? Niets. Wij hebben in de Vlaamse regering al afgesproken dat we dat niet zullen doen, en we gaan op zoek naar meer structurele oplossingen. Deze woensdag zit ik daarvoor samen met de werkgevers en werknemers uit die sector. We kennen de noden ondertussen wel, maar ik wil eerst nog eens luisteren naar hen, om te zien wat de grootte van het probleem precies is. We zullen kijken wat er budgettair mogelijk is, maar ik nodig die mensen niet uit om daarmee aan windowdressing te doen.

Wat helpt zo’n consumptiecheque voor verpleegkundigen, die de federale overheid geeft? Niets. Wij gaan op zoek structurele oplossingen.

Om alvast een voorschot te nemen op de commissie die in het Vlaams Parlement de coronacrisis zal onderzoeken en het beleid zal evalueren: welke fouten zijn er in Vlaanderen gemaakt?

Jambon: Het is duidelijk dat er een aantal dingen zijn misgegaan, in een nooit eerder geziene crisis waar geen enkel draaiboek voor bestond. Ik stel vast dat er geen early warning-systeem was, waardoor we niet op tijd gealarmeerd waren dat zo’n gevaarlijk virus onze richting uitkwam. Ik weet niet wiens verantwoordelijkheid dat was – de Wereldgezondheidsorganisatie, de Europese Unie of misschien hadden we het zelf moeten doen – maar in de toekomst moet het in ieder geval beter uitgeklaard worden. Maar of er echte fouten zijn gemaakt in Vlaanderen? In het begin van de crisis werden we vooral geconfronteerd met een gebrek aan test- en beschermingsmaatregelen. Dat was een internationaal probleem waar we inderdaad heel veel last van hebben ondervonden. Maar naar mijn aanvoelen werden daarbij geen catastrofale fouten gemaakt, en al zeker geen intentionele.

Wat zich in de rusthuizen heeft afgespeeld, leek nochtans veel op een catastrofe.

Jambon: Onze ouderen hebben een vreselijke periode meegemaakt, dat heeft me diep geraakt. Maar de kwetsbaarste groep zat ook bij elkaar in die woonzorgcentra. Wat hadden we meer kunnen doen? De woonzorgcentra zijn als eerste in quarantaine gegaan. De besmettingscijfers blijken daar nu ook niet hoger te liggen dan het Vlaamse gemiddelde. In die leeftijdsgroep raakten er dus even vaak mensen besmet binnen als buiten de muren van de woonzorgcentra.

Zijn we voorbereid op een tweede golf?

Jambon: Als die tweede golf wordt veroorzaakt door hetzelfde virus, hoeven we niet nog eens als hele samenleving in lockdown. We zijn nu voldoende goed uitgerust om enkel de mensen die besmet raken door het virus in isolatie te zetten. Alle procedures om hun eventuele contacten op te sporen werken nu, alleen hebben we het enthousiasme waarmee de bevolking daaraan zou willen meewerken overschat. Zelfs nu de tracers ervaring hebben kunnen opdoen aan de telefoon, blijft het aantal contactpersonen dat mensen opgeven beperkt. We kunnen hun arm ook niet omwringen. Wij werken nog altijd aan een app, maar dat doet mij eraan twijfelen of mensen wel zo scheutig zijn om een app van de overheid op hun smartphone te installeren. We gaan wel extra sensibiliseren, maar de relatie tussen de Vlaming en de overheid zal altijd wel wat gespannen blijven.

De laatste sector die gehinderd wordt door de coronamaatregelen is de cultuursector, waar u ook bevoegd voor bent. Zij kunnen nog altijd niet werken zoals voor de crisis. Zal het Vlaamse noodfonds wel voldoende zijn om hen erdoor te helpen?

Jambon: Dat noodfonds is een goede inspanning. Ik denk vooral dat de eventsector nog steeds naar de overheid kijkt voor een oplossing. We hebben daar nog weinig actie voor kunnen ondernemen, omdat het verdomd moeilijk is om af te bakenen wat een event is. Is, bijvoorbeeld, een voetbalmatch een event? Zulke vragen moesten we eerst uitklaren, maar nog voor het parlemantaire reces begint, komen we met noodmaatregelen voor die sector. In de cultuursector hebben heel wat organisaties niet zo’n heel moeilijke periode achter de rug. Ze willen natuurlijk allemaal het liefst voorstellingen maken en optreden, maar financieel bleven hun subsidies doorlopen en de tijdelijke werkloosheid zorgde ervoor dat hun personeelskosten zelfs gedrukt werden. Er zijn zeker instellingen die hun reserves in deze periode wat hebben kunnen aanvullen. Die organisaties weten het best welke freelancers en leveranciers het hardst getroffen zijn. Zij moeten ervoor zorgen dat het geld van het noodfonds bij díé mensen terechtkomt – al hebben we ook nog een extra bedrag uitgetrokken voor mensen die dan nog tussen de mazen van het net vallen. Het belangrijkste voor de cultuursector is dat de opstart vanaf 1 juli is begonnen. Ik ben vooral heel benieuwd naar hoe het publiek zal reageren.

Of Vlaams Belang veranderd is? Dat weet ik niet. Filip De Winter voert daar nog vaak de plak, heb ik de indruk.

Vreest u dat de mensen uit angst nog zullen wegblijven?

Jambon: Ik hoop van ganser harte dat de voorstellingen hun publiek zullen vinden. De voorstellingen die doorgaan, zijn ook gegarandeerd veilig. Dat is belangrijk om te weten. Zaal per zaal is gekeken wat mogelijk is en wat niet. Vanaf augustus zullen grote zalen en evenementhallen zelfs meer mensen mogen ontvangen dan 400 binnen en 800 buiten, op voorwaarde dat daarover een akkoord is met een speciale taskforce. Ook die activiteiten zullen dus veilig zijn.

Federaal lag er een voorstel klaar om artiesten tijdelijk makkelijker toegang te geven tot een werkloosheidsuitkering. Dat had allicht nog efficiënter kunnen helpen, maar werd tegengehouden door uw partij, de N-VA. Waarom?

Jambon: Dat gaat over iets anders: het noodfonds dient om de geleden schade van de voorbije maanden te compenseren. Ik denk dat het goed is dat men niet al te overhaast te werk gaat met zulke maatregelen. Ik heb wel gemerkt dat in de cultuursector heel veel mensen met een heel precair statuut werken. Soms wordt er zelfs zonder contract gewerkt, en dat zorgt voor veel onzekerheid. Het kunstenstatuut is daar een oplossing voor, maar vandaag valt niet iedereen daaronder die er eigenlijk wel recht op zou moeten hebben. Daar moet federaal wel eens naar gekeken worden.

Iets anders: hoe staat het ondertussen met de Vlaamse canon?

Jambon: Het is de bedoeling om bij de politieke rentree in september de commissie te installeren die dat werk zal aanvatten. Zoals u weet, zullen we die canon niet zelf schrijven. Een pluralistisch samengestelde groep van experts zal dat werk overzien.

Vindt u daar voldoende historici voor? Een aantal van hen wilde al zeker niet meewerken.

Jambon: Ik heb al gepraat met de rectoren van alle universiteiten, en zij hebben allemaal hun medewerking toegezegd. Het klopt dat sommigen daar meteen een karikatuur van hebben gemaakt. Sindsdien tekent Erik Meynen de Vlaamse regering in Knack en Het Laatste Nieuws als ridders en jonkvrouwen, maar ik heb de krampachtige reacties nooit goed begrepen.

Politici die de geschiedenis herschrijven, dat is link.

Jambon: Dat zijn we dus uitdrukkelijk niet van plan. Ik moet altijd denken aan het gesprek dat ik daarover met de Nederlandse premier Mark Rutte had. Zij hebben ook zo’n canon opgesteld. Hij zei mij dat hij daar eerst zeer sceptisch over was, maar vandaag noemt hij het een van de beste beslissingen die hij al heeft genomen. Hun canon wordt goed in het onderwijs gebruikt, en wij willen hem ook inzetten in ons onthaalbeleid voor nieuwkomers. Ze hoeven niet alle details van onze geschiedenis te kennen, maar wel de voorgeschiedenis van de samenleving waarin ze terechtkomen: de witte bladzijden, en ook de donkere bladzijden.

Vandaag gaat het vooral over de donkerste bladzijde, de kolonisatie van Congo. Joren Vermeersch, binnenkort de huisideoloog van uw partij, deed in Knack enkele opmerkelijke uitspraken. ‘Ze had naast veel verwerpelijke kanten, die we ondertussen allemaal kennen en erkennen, ook veel positieve kanten, maar dat mag je niet meer zeggen’, was zijn standpunt. Kijken we te negatief terug op de kolonisatie?

Jambon: Joren Vermeersch wordt enkel lid van de studiedienst, en zal zich in die rol met ideologie bezighouden. Journalisten hebben ervan gemaakt dat hij onze huisideoloog wordt. Tijdens de koloniale periode liep in Congo natuurlijk niet alles slecht: België organiseerde daar onderwijs, gezondheidszorg en wegeninfrastructuur. Maar kolonialisme als model is op geen enkele manier goed te keuren, zeker niet door een volksnationalist als ik. Dat is totaal onverdedigbaar.

Jan Jambon (N-VA): 'Wie zegt dat Vlaams Belang onze voorkeurspartner is?'
© Hatim Kaghat

Maar hebt u het idee dat we het in België nu wel genoeg hebben gehad over de verwerpelijke kanten van dat model?

Jambon: Ik zou het er eerlijk gezegd vooral niet te veel meer over willen hebben. De koning heeft als nazaat van Leopold II zijn spijt betuigd. Dat is goed, voor de rest is dat geschiedenis.

In Congo werkt die geschiedenis wel nog door, tot op de dag van vandaag.

Jambon: Dat weet ik eigenlijk niet. Het standbeeld van Leopold II staat in Kinshasa nog altijd overeind. De Congolezen hebben vandaag veel meer problemen met het huidige regime dan met wat er meer dan zestig jaar geleden is gebeurd. Dat is echt niet meer het meest prangende onderwerp in Congo. Ik zie het nut ook niet meer in dat zo een waarheid- en verzoeningscommissie zou kunnen hebben. Als je de Congolezen wilt helpen, moet je kijken naar wat er vandaag in dat land moet gebeuren.

Doen we dat voldoende in België?

Jambon: Die vraag had u mij mogen stellen als ik lid was geweest van de federale regering.

Op het Vlaamse niveau ging het de voorbije weken over praktijktests. Wat is er daarover nu uiteindelijk beslist?

Jambon: Voor de arbeidsmarkt, de woningmarkt en onze eigen administratie zal een academisch monitoringsysteem op een geaggregeerd niveau in kaart brengen of er structureel sprake is van discriminatie. Academici zijn het nu aan het opzetten, en de Vlaamse regering zal het daarna goedkeuren, of eventueel bijsturen. We moeten dus nog zien wat daar uitkomt.

Mag dat Vlaamse systeem hetzelfde zijn als de praktijktests die in Antwerpen worden uitgevoerd?

Jambon: In Antwerpen werkt men met een academisch monitoringsysteem, ja. In tempore non suspecto hebben ze dat in hun bestuursakkoord ‘praktijktests’ genoemd. Het is typisch iets voor journalisten om vervolgens alle aandacht te vestigen op dat ene woord. Gebruiken we de term ‘praktijktests’, dan wint de ene partij. Hebben we het over iets anders, dan wint de andere partij. Was het leven maar zo eenvoudig als journalisten soms denken.

Ik had de indruk dat vooral uw partij het lastig heeft met dat ene woord.

Jambon: We hebben een akkoord gesloten over een academisch monitoringsysteem. Wat we zeker niet gaan doen, is mensen culpabiliseren en bestraffen. Het mag geen heksenjacht worden. We willen in de eerste plaats sensibiliseren.

Waarom niet bestraffen? Zulke vormen van discriminatie en uitsluiting – iemand weigeren als huurder vanwege zijn afkomst, bijvoorbeeld – komen hard aan.

Jambon: Het stuit mij ook tegen de borst dat iemand die Ali Mohammed heet soms zelfs niet naar een appartement mag komen kijken, terwijl het wel wordt verhuurd aan Jef Peeters. Misschien is Ali wel een goedverdienende ambtenaar van de Vlaamse overheid, maar hij mag zich niet eens komen presenteren. Dat valt niet te verantwoorden. Maar wat gebeurt er als we dat gedrag beboeten? Dan mag hij wel langskomen, maar weten de verhuurders al zeker dat hij het niet krijgt. We kunnen er beter voor zorgen dat er een draagvlak is, in plaats van zoiets door de overheid op te leggen.

In de cultuursector hebben heel wat organisaties niet zo’n heel moeilijke periode achter de rug.

Maar de overheid deelt toch zo veel sancties uit?

Jambon: Dat marcheert daarom ook niet allemaal even goed. Het is niet omdat we flitspalen zetten dat er geen snelheidsovertredingen meer zijn.

Politoloog Cas Mudde maakte onlangs in Knack de analyse dat N-VA’ers geen racisten zijn, maar dat hun empathie wel altijd uitgaat naar de blanke Vlamingen die klagen dat hun iets wordt afgepakt.

Jambon: Is dat de reden waarom we Assita Kanko in het Europees Parlement hebben zitten, Nadia Sminate in het Vlaams Parlement en Zuhal Demir in de Vlaamse regering? Wij zijn de enige partij die politici van vreemde origine in topfuncties hebben, en nog altijd krijgen wij zulke zever te horen. Wij zijn de eerste Vlaamse regering die discriminatie gaat onderzoeken en ook aanpakken. Als die meneer dat allemaal niet ver genoeg vindt gaan, moet hij zelf maar een meerderheid proberen te behalen in de politiek.

Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open VLD) trok de praktijktests fel naar zich toe. Hij verraste ook al eens met een klimaatplan, terwijl amper iemand wist dat hij daar ook bevoegd voor was. Vindt u het lastig om een minister te hebben die zich geregeld afzet tegen de rest van de ploeg?

Jambon: Ik heb Bart Somers zelf gevraagd om die klimaattafels te organiseren met de lokale besturen. Dat staat gewoon in het klimaatplan van de Vlaamse regering. Ik heb aan Bart een heel loyale viceminister-president, die al vaak heeft geholpen om de juiste compromissen te vinden. Ik heb niets aan te merken op zijn werk als minister. Anders had ik hem al wel eens op het matje geroepen, en dat is nog niet gebeurd. Natuurlijk, wij zijn geen doorslagjes van elkaar. We verdedigen allebei een andere partij. Als zijn partij de absolute meerderheid had behaald, dan had het academisch monitoringsysteem er wellicht anders uitgezien. Als mijn partij de absolute meerderheid had ook, trouwens.

Dan zouden er helemaal geen praktijktests zijn gekomen?

Jambon: Dat doet er niet toe. Als minister-president verdedig ik vandaag het compromis waar ik heel tevreden over ben.

Vorige week was er veel ophef nadat oud-Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten in De Afspraak op Vrijdag eraan had herinnerd dat uw partij haar best had gedaan om een regeer- of bestuursakkoord te onderhandelen met Vlaams Belang. Blijkbaar waren veel mensen dat alweer vergeten. Was u daar verbaasd over?

Jambon: Ik moet mijn gras nog afrijden. (lacht) Wij hebben daar zelf ook over gesproken in interviews tijdens en na die periode. We zijn nu met deze ploeg van start gegaan, en die levert uitstekend werk. Die bladzijde is omgeslagen, maar mensen hebben blijkbaar een kort geheugen.

In het onlangs verschenen boek De tragiek van de macht citeert journalist Joël De Ceulaer uit een interview met N-VA-voorzitter Bart De Wever uit 2006. Hij vergelijkt daarin de strijd tussen de N-VA en haar visie op het nationalisme enerzijds en Vlaams Belang anderzijds met de slag om Stalingrad. Hij voert de Russen aan, tegen de Vlaams Belangers die aanvallen. ‘Het is winnen of sterven’, zei De Wever daarover. De N-VA won, maar jullie lijken nu weer aan de verliezende hand en maakten van Vlaams Belang jullie voorkeurspartner. Wat is er veranderd?

Jambon: Dat is dikke flauwekul. Wie zegt dat Vlaams Belang onze voorkeurspartner is? Momenteel zijn wij by far de grootste partij van het land. De peilingen zeggen iets anders, maar wij hebben de ambitie om ook na de volgende verkiezingen de grootste partij te blijven. De politieke analyses daarover zijn misschien interessant voor mensen zoals u, maar ik heb andere katjes te geselen.

Als je de Congolezen wilt helpen, moet je kijken naar wat er vandaag in dat land moet gebeuren.

Is Vlaams Belang sinds 2006 veranderd?

Jambon: Dat weet ik niet. Filip Dewinter voert daar vaak nog de plak, heb ik de indruk. In die zin is er weinig veranderd. We zijn ook nooit te weten gekomen of die partij nu wel of niet in staat was een regeerakkoord te onderhandelen.

Waar is het die twee maanden dan over gegaan?

Jambon: Dat moet u Bart De Wever vragen. Zulke gesprekken verlopen discreet. Er zijn natuurlijk wel een aantal fundamentele verschillen met die partij, maar dat houdt ons niet tegen om ermee te praten. Op andere punten kunnen wij elkaar veel beter vinden, zoals over een staatshervorming.

Wat zijn die fundamentele verschillen tussen Vlaams Belang en de N-VA?

Jambon: Zij geven nog altijd de indruk dat we iedereen van vreemde origine zullen kunnen terugsturen. Dat is waanzin. Van de islam maken ze ook de publieke vijand nummer één, terwijl wij ons enkel zorgen maken om de uitwassen. Iedereen die naar hier wil komen om een bijdrage te leveren en samen een toekomstproject te bouwen, is welkom. Huidskleur en godsdienst doen er niet toe, enkel extremisten die onze grondrechten aanvallen, dulden wij niet. Daarnaast zijn ook de ultralinkse standpunten van Vlaams Belang over de economie natuurlijk heel moeilijk te verzoenen met ons programma.

Momenteel wordt een poging ondernomen om een federale regering te vormen met N-VA, MR, Open VLD, CD&V, CDH en SP.A. Die wordt dus linkser dan de Zweedse coalitie, waar jullie al ontevreden over waren, en heeft niet genoeg zetels om een staatshervorming goed te keuren. Waarom zouden jullie daaraan beginnen?

Jambon: Wij blijven daar heel rustig onder. Zodra er een nota op tafel wordt gelegd – ik hoop dat het er snel eindelijk eens van zal komen – zullen wij daarnaar kijken. Als dat een links programma is zonder een staatshervorming en een noemenswaardig veiligheids- en migratiebeleid, hoeft men natuurlijk niet eens de moeite te doen om die naar ons te sturen.

Hebt u al nagedacht over welke ministersposten u straks aan de SP.A kunt geven?

Jambon: Dat is niet aan de orde. Wij hebben al een meerderheid in het parlement. We hebben een sterke regeringsploeg, en ik zou de rit daarmee graag uitdoen.

Tot slot: gaat u deze zomer in het buitenland op vakantie?

Jambon: We maken een kort reisje naar Toscane in de buurt van Siena, waar Collegium Vocale van Philippe Herreweghe elk jaar optreedt. We bezoeken ook een vriend van mij die een stulpje heeft in de buurt van Avignon, maar verder zullen het vooral trips in het binnenland zijn.

Jan Jambon

– 1960: geboren in Genk

– Studie: informatica (VUB), MBA (UAntwerpen)

– 1988-2005: actief in de Vlaamse Volksbeweging

– Carrière: bij bedrijven als IBM, SD Worx, Bank Card Company en VUM

– 2007: Kamerlid voor N-VA

– 2008-2014: fractieleider in de Kamer

– 2014-2018: vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken

– Sinds 2 oktober 2019: Vlaams minister-president

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content