Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc Van Ranst

Aantal besmettingen daalt niet meer: ‘We kunnen in een maand weer aan zo’n piek zitten’

Viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven).Beeld © Bart Leye

Het gemiddeld aantal besmettingen in ons land daalt niet meer. Er werden de afgelopen 7 dagen gemiddeld 85,1 nieuwe besmettingen per dag geregistreerd. De voorgaande periode van 7 dagen was dat nog 84,9 nieuwe besmettingen per dag. Moeten we ons zorgen maken?

Eerst en vooral: kan u uitleggen waarom Sciensano niet langer de gegevens van één dag met die van de voorgaande dag vergelijkt?

“Dat hebben we gedaan omdat de cijfers van dag per dag niet altijd even betrouwbaar waren. Heel vervelend natuurlijk, want we hebben daar maanden mee gewerkt. Als er in het verleden gerapporteerd werd: ‘Zoveel mensen geïnfecteerd op die dag’, was dat eigenlijk ‘zoveel mensen werden aan ons doorgegeven vandaag’. Het kon dat de infecties al één, twee of drie dagen ervoor gedetecteerd werden maar bijvoorbeeld een ziekenhuis ze was vergeten door te geven.

“Daarom hebben we gezegd: we gaan dat betrouwbaarder maken en werken met een vork van zeven dagen. Op die manier kunnen we ook de weekendeffecten eruit filteren.”

Feit blijft: het aantal besmettingen daalt niet meer.

“Ja, maar eigenlijk zat dat er aan te komen omdat die daling de laatste tijd niet meer zo geweldig was.”

U bent hier dus niet door gealarmeerd?

“Ik vind dat nog altijd een zeer hoog cijfer. Want dat is ondanks alle maatregelen, ondanks alle dingen die we kennen over dit virus zitten we nog altijd aan 85 nieuwe gevallen die er bij komen. Dat zijn 85 nieuwe mensen bovenop die 85 van gisteren. Zij kunnen elk voor zo’n vijf dagen andere mensen besmetten.

“U zal zien dat binnenkort het aantal opnames in ziekenhuizen zal stabiliseren – dat daalt nu nog. Dat stemt mij nog enigszins gerust: dat we nog altijd een daling zien van het aantal ernstige gevallen die in ziekenhuizen worden opgenomen. Daar hebben we het plateau niet bereikt. Je moet dat ook een beetje in perspectief zetten. Het gaat om 10 opnames per dag in het ziekenhuis. Verdeeld over 105 ziekenhuizen, betekent dat dat een ziekenhuis gemiddeld om de 10 dagen een patiënt binnenkrijgt. Alle andere indicatoren gaan wel de goede richting uit. ”

Maar de stabilisatie op 85 nieuwe besmettingen per dag is dus te hoog? Moeten we ons zorgen maken?

“Virologen maken zich altijd zorgen. Ook omdat we weten dat het cijfer tegelijk een over- en een onderschatting is. Dat laatste is duidelijk: niet iedereen die koorts heeft of zich niet goed voelt, gaat naar de dokter. Er zijn mensen die het niet fijn vinden om een wisser in hun neus te krijgen en thuis uit te zieken. Daar zullen we nooit van weten of ze corona hebben gehad. Wanneer we kijken naar het percentage van de bevolking dat antilichamen heeft en we kijken naar het totaal aantal gedetecteerde gevallen die er ooit geweest zijn, dan zien we dat daar een verschil op zit. We hebben 62.000 bevestigde gevallen, terwijl zo’n 6 procent van de bevolking antistoffen heeft. We moeten het dus minstens met een factor drie vermenigvuldigen. Concreet betekent dat er dagelijks een kleine 250 tot 300 gevallen bijkomen. Op een bevolking van 11,4 miljoen is dat voor mij veel. Maar als we vergelijken met andere landen, valt dat nog mee.

“Maar het is ook een overschatting: we detecteren een aantal mensen met hele lage waarden, waar heel weinig virus in zit. Sommige zaken die we detecteren zijn oude infecties die al lang gedaan zijn en waarschijnlijk niet meer besmettelijk zijn. Dat zijn natuurlijk geen nieuwe gevallen: zij dragen nu niet meer bij tot de epidemie. Zal het aantal nieuwe besmettingen dus ooit tot nul terugvallen? Neen, dat is moeilijk te verwachten want we zullen altijd ook oude infecties oppikken.”

Is dat problematisch? Die over- en onderschatting is er toch altijd geweest en zegt dan toch niets over de stabilisatie nu?

“Ja, we dalen op dit moment niet meer en dat is vervelend. Al zitten we op een laag niveau als je de vorm van de curve bekijkt. Ik ben niet zeker dat de mensen die nu zien dat er 85 nieuwe besmettingen per dag zijn, weten dat we veel hoger hebben gezeten. Op de piek van de epidemie hadden we 2.000 nieuwe besmettingen.

“Die vorm van de curve is dus belangrijk. Voor mij toont dat twee dingen: we zitten in de staart van de epidemie. Maar twee: wanneer je op dit niveau van de epidemie zit, dan kan je daaruit afleiden dat we in goed een maand weer aan zo’n piek kunnen zitten.”

Lees: het is nog altijd nuttig de maatregelen te volgen?

“Inderdaad.”

Moeten ze strenger worden?

“Dat is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Ze moeten gewoon juist zijn en aangepast aan de omstandigheden. We willen natuurlijk een zo normaal mogelijk leven. Iedereen wil op een terras te zitten. Maar er is geen plaats om te denken: ‘Dit is voorbij, het virus is weg.’ Nu moeten we allemaal toegeven dat een deel van de bevolking wel zo denkt.”

Weten we waarom de besmettingen niet meer dalen? Is dat bijvoorbeeld te linken aan de BLM-betoging in Brussel of feestjes op het Flagey-plein?

“Neen, je kan dat niet aan één ding wijten. Die betogingen en het Flagey-plein zijn momentopnames die heel visueel aan de bevolking duidelijk maken dat: ‘Als dat mag, mogen wij ook.’ Vanaf dat moment is het moeilijk mensen nog mee te krijgen in het verhaal dat een barbecue met 30 mensen niet mag. Iedereen denkt: ‘Ik zal dat wel veilig organiseren.’ Maar wanneer 11 miljoen mensen dat denken, krijg je een curve die stabiliseert op een vrij hoog niveau.”

Hebben jullie zelf een target waar de curve zou moeten stabiliseren?

“Als je mij dat een paar maanden geleden had gevraagd, dan had ik toch gezegd: tien keer minder dan wat we nu hebben. Maar bon, het is wat het is. Het wordt opgevolgd.”

U zegt: ‘Wij als virologen maken ons altijd zorgen.’ Moeten wij ons zorgen maken?

(zucht) “Eigenlijk moeten men de maatregelen volgen die er zijn, inclusief mondmaskers dragen in de supermarkt. Ik ga er op blijven hameren: dingen die sterk aangeraden zijn, zouden gewoon moeten gebeuren.

“Daarnaast proberen we mensen ook elke dag duidelijk te maken waarom dat nodig is. Maar natuurlijk, dat zijn geen fijne boodschappen. Mensen zeggen: ‘Laat ons met rust, ik wil op reis gaan en dansen.’ Ik wil dat ook. Wat ik zeg als iemand mij zegt dat hij wil gaan dansen? ‘Dat komt nog wel, maar niet nu.’”