Direct naar artikelinhoud
Coronavirus

Ook WHO erkent nu: coronavirus kan binnenshuis in de lucht blijven hangen

WHO-hoofdwetenschapper Maria van Kerkhove: ‘Erkenning onderweg'.Beeld EPA

De WHO zal voortaan naar verwachting aanraden binnenruimtes goed te ventileren. Dat het coronavirus in dampvorm kan blijven hangen in ‘drukke, gesloten, slecht geventileerde binnenruimtes kan niet worden uitgesloten’, erkent WHO-expert Benedetta Allegranzi bij de BBC.

De Wereldgezondheidsorganisatie reageert daarmee op het zich al maanden opstapelende bewijs dat het coronavirus in slecht geventileerde binnenruimtes soms ineens vleugels krijgt. Ademwolken die het virus bevatten, blijven dan zo lang hangen dat het risico op besmetting sterk toeneemt. Dat zou onder meer verklaren waarom het coronavirus soms plotseling hele groepen mensen besmet in koorzaaltjes, restaurants, bars, sportscholen en kerken.

Dat wil niet zeggen dat afstandsregels zoals de anderhalve meter in België overboord kunnen, benadrukt de WHO. Zo is het bewijs voor verspreiding door de lucht “nog niet sluitend”, aldus Allegranzi van het comité voor infectiepreventie dinsdagavond op een persbijeenkomst. De belangrijkste verspreidingsroute van het virus is naar men aanneemt nog altijd via nabij contact, via de wat grotere uitgehoeste en -geniesde druppels die sneller op de grond vallen.

De omslag volgt daags op een oproep in een academisch tijdschrift, door 239 wetenschappers ondertekend, om niet langer te treuzelen met de erkenning van het toenemende bewijs. Hierover zegt de WHO nu, enigszins verongelijkt, dat men eenvoudigweg nog niet de tijd had om al het onderzoek goed te bekijken. Gemiddeld krijgt de WHO zo’n vijfhonderd nieuwe onderzoeken per dag voor de kiezen, waarvan de meeste van ‘dubieuze kwaliteit’, aldus WHO-hoofdwetenschapper Soumya Swaminathan.

Erkenning

De organisatie rondt momenteel een nieuw stand-van-zakenstuk af waarin ook verspreiding door de lucht erkenning zal krijgen, zei WHO-wetenschapper Maria van Kerkhove dinsdagavond op een persbijeenkomst. Daarin komen ook de andere overdrachtsroutes van het virus ter sprake, zoals via dieren, via contactoppervlakken en van kind op volwassene. ‘We werken daar al een paar weken aan, om het bewijs dat we hebben van hoe overdracht plaatsvindt te consolideren.’

Ook het RIVM houdt er steeds meer rekening mee dat het virus zich onder sommige omstandigheden via dampwolken verspreidt. Zo veranderde het kenniscentrum vorige week de formulering in een technisch achtergrondstuk, van ‘niet aangetoond’ naar ‘op basis van de huidige inzichten onduidelijk’.

In afgelopen weekeinde verschenen berekeningen constateren zes RIVM-wetenschappers verder dat ‘aerosoloverdracht van sars-cov-2 mogelijk is en niet moet worden veronachtzaamd’. Volgens de RIVM-groep komen de meeste dampdeeltjes vrij bij niezen. Op twee staat hoesten, op drie spreken en op vier (zwaar) ademen.

Superverspreiding op wintersport

Overigens is de discussie voor een deel nogal semantisch. Dát er zoiets bestaat als druppeltjes die langer blijven hangen, heeft het WHO nooit ontkend, net zo min als dat die besmettelijk kunnen zijn. Het grote verschil van inzicht gaat over de vraag hoe vaak dat gebeurt. Veel te weinig om te kunnen spreken van een besmettingsroute van betekenis, oordeelt de ene stroming. Genoeg om het fenomeen serieus te nemen, vinden anderen.

De zaak kwam begin maart in een stroomversnelling, nadat in Seattle 52 zangers van een koor besmet raakten na een repetitie. Dichter bij huis was er de uitbraak in de Oostenrijkse après-skibar Kitzloch, waar een geïnfecteerde barman tientallen bezoekers besmette. Ook veel van de Belgische gevallen, vanaf eind februari, zijn terug te voeren op bezoek aan drukke wintersportbars.