Direct naar artikelinhoud
Reportage

Op de valreep naar ‘rode zone’ Zweden: ‘Lachen die ons nu uit omdat we een mondmasker dragen?’

De Morgen-journalist Fernand Van Damme in Stockholm. In tegenstelling tot de Zweedse bevolking wél met een mondmasker.Beeld RV

Was een bezoek aan Zweden, het land van zijn partner en een coronabroeihaard in Europa, nu wel of niet een goed idee, vraagt De Morgen-journalist Fernand Van Damme zich af. Hij is er nog niet uit. Sinds vrijdag is hij terug, net op tijd om een quarantaine te vermijden, want Zweden is dit weekend een ‘rode zone’ gedoopt.

Bloedrood en een vleugje oranje. Ja, de Zweedse vlag is nog steeds blauw-geel, maar wie tegenwoordig een kaart met het aantal Covid-19-gevallen per 100.000 inwoners voor Zweden bekijkt, ziet een ander kleurenpalet. Volgens die cijfers is het Scandinavische land op dit moment dé broeihaard van het coronavirus in Europa.

In Zweden zijn intussen 74.898 coronabesmettingen en 5.526 doden als gevolg van het virus geregistreerd. In ons land zijn dat er respectievelijk 62.606 en 9.782. De strategie van Zweden is bekend: die van de individuele verantwoordelijkheid. Bijeenkomsten van meer dan vijftig mensen werden verboden, maar voor de rest konden Zweden tijdens de coronacrisis restaurants en cafés bezoeken, fitnessen, een filmpje in de cinema meepikken... 

Kinderen onder de zestien jaar moesten dan weer naar school. Er gaat geen dag voorbij of die ‘Zweedse strategie’ wordt in de internationale pers neergesabeld, afgelopen dinsdag deed The New York Times het nog. 

Ik lees al die berichtgeving, maar toch ben ik naar het land afgereisd. Het leek mijn vriend en mij een fijn vooruitzicht om zijn vrienden en familie terug te zien, wat van de natuur te genieten en even aan de vier muren van ons appartement te ontsnappen. Maar bovenal wilde ik met mijn eigen ogen zien hoe de situatie in Stockholm nu werkelijk was, los van het beeld dat journalisten van achter hun thuiswerkbureau 1.500 kilometer verder schetsen. En de federale regering had het toegelaten, dus waarom niet?

Video wordt geladen...

Wat opviel, is dat mondmaskers effectief een rariteit in het straatbeeld van Stockholm zijn – noch op het openbaar vervoer zie je ze, noch in supermarkten, nergens. Toen wij de metro namen en er een droegen, werden we door volwassenen aangestaard. “Lachen die ons nu uit omdat we een mondmasker dragen?”, hoor ik mijn vriend nog zeggen.

We hadden er een conversatie over met zijn moeder, die ons aan het station kwam ophalen – Zweden geven knuffels, geen zoenen, maar de traditionele ‘kram’ werd achterwege gelaten. “Waarom wij Zweden geen mondmaskers dragen?”, herhaalde ze onze vraag. “Wel, als mensen er een op hebben, hebben ze corona, en als ze drager van het virus zijn, worden ze eigenlijk niet geacht buiten te komen.” We verslikten ons bijna in ons welkomstwijntje toen we die redenering hoorden.

Dat de antimondmaskerretoriek nu echt wel voorbijgestreefd is en dat de WHO aanraadt om er een te dragen: ze wil het niet horen. Haar repliek: “Als je een mondmasker afneemt, hangen die bacteriën aan je handen. Ze geven je een vals gevoel van veiligheid. De WHO is trouwens pas heel onlangs van mening veranderd. Wat is dat oordeel waard?”

Ze is heus niet de enige met die mening; de meeste vrienden die we spreken, moeten niets van mondbedekkers weten. “We geloven niet in mondmaskers, want Anders Tegnell gelooft er niet in”, vat zijn moeder het samen. Als u dacht dat Marc Van Ranst in ons land intussen al een cultstatus heeft verworven, dan is de Tegnell-manie in Zweden toch nog van een ander kaliber. Het oordeel van de ‘staatsepidemioloog’ – wat een woord ook – wordt door de overgrote meerderheid gevolgd.

Naast het gebrek aan mondmaskers zijn er ook positieve zaken die opvallen. In elke horecazaak, in iedere winkel, is er desinfecterende gel voorhanden, en social distancing wordt al bij al, zeker op straat, gerespecteerd. De metro voelt leeg aan in vergelijking met precoronatijden. De zus van mijn partner heeft te midden van deze crisis een auto gekocht.

Bussen, dat is weer een ander verhaal. Degene die wij hebben genomen, tijdens het spitsuur en op meer rustige momenten, zaten propvol. Eén keer waren we ons mondmasker vergeten. We waren nog ver van ons appartement vandaan en zijn dan maar op zo’n volle bus gesprongen. Je moet je er soms aan herinneren dat de coronacrisis nog steeds in alle hevigheid woedt, want je waant je hier precies in een ander universum. 

Maar misschien ben ik nu in de val van het voor de hand liggende, alweer ‘op Zweden bashende krantenstuk’ aan het trappen. Vanuit mijn liberale, jonge bubbel, vanuit mijn positie die mij heeft toegelaten de laatste maanden continu van thuis uit te werken – wat een privilege – zie ik al die zaken als een schande, maar zijn die overvolle bussen dat wel? In België hebben wij de luxe om zo veel zaken te voet of met te fiets doen, voor heel wat mensen op deze aardkloot is dat gewoon een exuberante luxe. Misschien is het onvermijdelijk dat je weer massaal mensen op het openbaar vervoer ziet in grootsteden als Stockholm – heus niet zo’n fietsparadijs als Kopenhagen – net zoals in Londen, Berlijn en New York wellicht? De Zweden zijn daar heus geen unicum in.

Video wordt geladen...

Ik zou nog kunnen schrijven dat restaurants en bars wordt gevraagd anderhalve meter in acht te nemen, maar dat dat in de praktijk zeker niet altijd het geval lijkt. Maar zijn we de Gentse Korenmarkt-terrasjes van zo’n twee weken geleden, tijdens dat fenomenale zomerweer, al vergeten? Daar zaten mensen ook op elkaar gepakt. Kan ik de taferelen van de markt in Torhout van een maandje geleden nog voor de geest halen? Waar omaatjes zonder mondmasker de markt optrokken en daarna in de Panos samentroepten om van elkaars taart te eten? De liberale, stedelijke bubbel van journalisten uit Vlaanderen (en daarbuiten) is echt wel een dingetje, denk ik.

Maar terug naar Zweden. Hoe komt het toch dat het land zich van in het begin van de coronacrisis de status van ‘rebel kid’ toedichtte? Ik heb er lange gesprekken over gevoerd, in de eerste plaats met mijn lief. Hij kwam tot de conclusie dat Zweden extreem individualistisch worden opgevoed. Van bij hun geboorte wordt hen hoe langer hoe meer geleerd: jij bent exceptioneel, niet jij als Zweed, maar jij als individu bent echt uitzonderlijk. Bevragingen van de World Values Survey (globaal onderzoeksproject dat sinds 1981 de waarden en het geloof van mensen wereldwijd in kaart brengt, FVD) onderschrijven dat beeld: Zweden is een van de meest individualistische landen ter wereld. Meer dan de helft van de huishoudens bestaat uit één persoon.

Overal in de wereld, maar zeker in het Scandinavische land, wordt naar individuele levens als een Truman-show gekeken: jij bent de hoofdrolspeler, alle anderen zijn rekwisieten. Jij als individu bent anders dan alle andere Zweden, jij bent de beste, jij kunt alles doen wat je maar wilt. Een virusje? Dat overkomt mij niet, dat is het idee. Vanuit dat extreme individualisme is zo hard inzetten op die individuele verantwoordelijkheid de logica zelve. 

Zweden is waarschijnlijk het meest Amerikaanse land van heel Europa. Er bestaat geen woord voor ‘the Swedish dream’ – ‘anti-Jantelagen’ (‘Jantelagen’ betekent ‘de wet van Jante’ en stelt dat je niet beter bent dan iemand anders; ‘anti-Jantelagen’ is het tegenovergestelde daarvan, FVD) komt misschien nog het dichtst in de buurt – maar dat hyperindividualistische idee leeft dus wel erg. Misschien heeft dat Zweden in de problemen gebracht, net als het de States in de miserie heeft gestort.

Dat kan een verklaring zijn. Een andere uitleg is: eigenlijk hebben Zweden niets anders gedaan dan wat Belgen, Fransen of Italianen hebben gedaan, namelijk braaf het advies van de overheid volgen. En in Zweden was en is dat: draag geen mondmaskers, gebruik uw individuele verantwoordelijkheid. 

Er is een heel groot vertrouwen in de overheid en de ‘folkhälsomyndigheten’, de Zweedse FOD Gezondheid zeg maar, en in haar woordvoerder Anders Tegnell. Je kunt dat politieke systeem bevragen, dat eindeloze vertrouwen in één overheidsagentschap, in één man, raar vinden – en waarschijnlijk zegt het ook iets over de culturele geschiedenis van het land –, maar uiteindelijk doen Zweden hetzelfde als wat we tijdens deze crisis allemaal hebben gedaan: naar de overheid luisteren.