Als gevolg van de coronacrisis hebben in het tweede kwartaal 29 Belgische ondernemingen een collectief ontslag aangekondigd, waardoor 3.604 banen op de helling komen te staan.
Dat schrijven persagentschap Belga en de krant De Tijd, op basis cijfers van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Hoewel grote ontslagrondes zeldzamer geworden waren, slaat de coronacrisis nu dus in alle hevigheid toe. ‘De coronagevolgen laten zich volop voelen’, klinkt het. Het is al van eind 2016 geleden dat er zo veel banen bedreigd werden door een herstructurering.
De voorbeelden van grote collectieve ontslagrondes in de laatste tijd zijn legio. De grootste intentie tot collectief ontslag kwam van luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines, met 950 bedreigde banen. Maar ook cateringbedrijf Compass Group (550 banen), modegroep en Brantano-moeder FNG (287 banen), olieraffinaderij Gunvor Petroleum Antwerpen (230 banen) en de autodivisie van D’Ieteren (211 banen) kwamen met gelijkaardige aankondigingen naar buiten.
Bedreigde jobs redden
Het contrast tussen het eerste en het tweede kwartaal van dit jaar is groot. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar kondigden maar 7 bedrijven een intentie tot collectief ontslag aan, met gevolgen voor 879 jobs. In april, mei en juni was er een verviervoudiging, met aankondigingen in 29 ondernemingen en 3.604 door collectief ontslag bedreigde banen. Toch was de situatie bij de financiële crisis van 2008-2009 een stuk ernstiger.
Het gaat bij een collectief ontslag in eerste instantie altijd om bedreigde banen. Na de aankondiging van de intentie tot herstructurering, volgen onderhandelingen met de vakbonden. Daarbij kunnen vaak nog een aantal banen gered worden. Bij de procedures die in de eerste helft van dit jaar werden afgerond, waren dat er echter niet zoveel. 76 jobs van de 2.210 initiële bedreigde banen konden gered worden.
