Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Als een rat in een kooi: de opmerkelijke opmars van de ongediertebestrijding

Mechanische vallen worden vaak ingezet om ratten te vangen. "Maar preventie is nog beter", zegt Kristof Baert.Beeld Tony Vandevelde

De rat springt steeds vaker in het oog van burgers - en dus ook van politici en media. Alleen: zijn rattenplagen effectief trending in onze riolen, straten en huizen of knaagt het toch vooral in ons hoofd? ‘Dit lijkt me eerder een sociologisch vraagstuk.’

“Het aantal ratten stijgt in Brussel. Niets tegen die dieren maar de overlast die ze veroorzaken is groot”, aldus Brussels parlementslid Fouad Ahidar (one.brussels) op Twitter. Het bijbehorende filmpje toont een aantal ratten die op het scherm van links naar rechts en omgekeerd springen. Als ware het wielerfans die - nét voor de intrede van het peloton - nog snel de andere kant van de weg opzoeken.

“Heel veel mensen spreken me aan met de vraag of we iets aan die plaag kunnen doen”, vervolgde Ahidar op Radio 2. De “rattenplaag” vraagt volgens hem om een Brusselse aanpak, iets waar minister van Milieu Alain Maron (Ecolo) oor naar heeft. Hij denkt na over een nieuwe gewestelijke dienst die zich op de bestrijding van ongedierte moet richten, en vooral de rat. Het geschatte kostenplaatje om de plaag in te dijken: 520.000 euro.

Het valt de laatste maanden alleszins op dat rattenplagen steeds vaker de regionale nieuwskolommen sieren. Niet alleen in Brussel, maar ook in Ronse, Affligem, Zoersel en zelfs - neen, we verzinnen het niet - Muizen vormt het ongedierte een probleem. Bestrijdingsbedrijf Rentokil maakte dan weer gewag van bijna tien procent meer oproepen in maart en april.

Twitter bericht wordt geladen...

Lockdowneffect

Zijn er plots meer ratten? Volgens Ahidar zijn bruine ratten al sinds 2001 in opmars in het Brusselse gewest en gaat het gemiddeld om twee ratten per inwoner, of zo'n 2,5 miljoen ratten. De private verdelgingsfirma Copaclean schatte eind vorig jaar in Le Soir zelfs dat er vijf ratten per inwoner leven in Brussel, terwijl dat er vijftien jaar geleden nog maar drie per inwoner waren.

Noem het nattevingerwerk - of sluikreclame - want het enige inzicht bij Brussel Leefmilieu is dat de bruine rat zich bovengronds ruimer heeft verspreid in Brussel, niet dat er meer ratten zijn. Ook onderzoeker Kristof Baert van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) zegt: “Cijfers over sporen van bruine ratten of populatiedichtheden zijn er eenvoudigweg niet.” De enige demografische kennis over de rat is dat ze kweken als konijnen in september en hun hoogtepunt kennen in de zomer.

De hypothese van Baert is dat de signalen van de voorbije maanden wellicht gekoppeld zijn aan de lockdown: “Mensen hebben vaker thuis gezeten of hun directe omgeving verkend. Dan zien ze af en toe een rat, maar die liep er wellicht vroeger ook.” 

Bovendien zien niet alle professionals een echt verschil in de cijfers. Bij ongediertebestrijder Bug Crushers zien ze geen verschil met vorig jaar. “We hebben nochtans een flink aantal horecazaken in de Brusselse metro als vaste klant”, klinkt het. Ook Rato vzw, dat in Oost-Vlaanderen lokale besturen advies geeft over ongediertebestrijding, zijn er geen extra meldingen in vergelijking met vorig jaar.

“Op vijf jaar tijd zien we die extra meldingen wél”, zegt coördinator Sofie Standaert (Rato). Met 80 procent om exact te zijn. We zijn overigens lang niet de eerste die haar opbelt met een ‘ratgerelateerde vraag’. “Als het droog is in de zomer, krijgen we de vraag of het daar aan ligt. Natte zomer: krek hetzelfde. Ik heb de indruk dat vooral de gevoeligheid is toegenomen. Tien jaar geleden kregen we vooral klachten rond bijvoorbeeld landbouwschade door de muskusrat, nu zijn het vooral klachten van burgers.”

De verklaring voor de aanwezigheid van ratten, is alvast ongewijzigd: “De biologische strategie van de rat is opportunisme. Waar er voedsel is, zullen ze zich huisvesten”, zegt Baert. “Leven in nabijheid van de mens is dan vlug gunstig. Zeker in stedelijke gebieden belanden er genoeg restjes van sandwiches of durums op de grond.”

Legitieme strijd

Volgens Standaert is het gevolg van die burgerlijke gevoeligheid dat ratten een steeds hogere plek op de politieke agenda krijgen. “Dit lijkt me dus eerder een sociologisch vraagstuk”, zegt ze. Baert beaamt: “Als we gewoon zouden accepteren dat ratten zich al sinds 1700 in onze contreien bevinden, en dus deel uitmaken van de natuurlijke habitat, zou het probleem zich al minder stellen.”

Dat maakt de strijd tegen de rat, zoals nu in Brussel, niet minder legitiem. Wie via een huidwondje in contact komt met urinesporen van ratten, kan de ernstige ziekte van Weil of - iets milder - modderkoorts krijgen. Jaarlijks worden er zo 5 tot 16 gevallen in België gediagnosticeerd. Daarnaast is er de graaf- en knaagschade. “Een rat die één of twee draadjes in een elektriciteitscabine doorknaagt, kan best veel schade veroorzaken”, zegt Baert.

“Bestrijding in een stadscontext is alleszins veel uitdagender dan het gekende ‘ratten-bij-de-kippenprobleem’ in landelijker gebied” zegt Standaert. In de stad Antwerpen zou een ingreep op grote overlastplaatsen wel een verschil hebben gemaakt. “Sinds drie jaar hebben we daar permanent betonnen rattenvallen, met een lichte daling in de meldingen als gevolg”, zegt coördinator Sally Peustjens.

Volgens Baert is preventie echter nog beter dan een dergelijke ‘mechanische’ ingreep, en is een vergif de allerlaatste piste. “De sleutel is eigenlijk het weghalen van voedsel en het verwijderen van kleine schuilplaatsen. Sensibilisering van de bevolking is daarvoor essentieel, maar ik weet oprecht niet of je er dan komt met een half miljoen euro.”