AFP or licensors

Krijgt Charles Michel de 27 Europese regeringsleiders op 1 lijn over de verdeling van 1.824 miljard euro?

Voor het eerst sinds het uitbreken van de corona-epidemie vergaderen de 27 Europese regeringsleiders weer in Brussel. Volgens Europees president Charles Michel is er geen tijd meer te verliezen:  er is dringend een akkoord nodig over het Europese herstelfonds. De standpunten hierover liggen nog ver uiteen. Een mislukking betekent tijdverlies, en reputatieschade voor Michel. 

analyse
Rob Heirbaut
Rob Heirbaut is Europakenner bij VRT NWS.

Het is al van in februari geleden dat er nog eens een “echte” Europese top was in Brussel. De voorbije maanden hielden ze videoconferenties. Maar om een deal te kunnen maken, moeten ze samenkomen in Brussel: zonder vertrouwelijke aparte gesprekken in de wandelgangen of vergaderzaaltjes  is het onmogelijk om een akkoord te bereiken, klinkt het bij de Europese Raad. Maar het wordt geen top zoals gewoonlijk. Er zijn bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen om de kans op besmettingen met het coronavirus zo klein mogelijk te maken. De pers is bijvoorbeeld niet welkom.

Normaal verdringen journalisten en cameraploegen zich om regeringsleiders te kunnen interviewen, en zitten de zalen waar Merkel of Macron hun persconferenties houden tjokvol. Nu moet iedereen het van op afstand proberen te volgen, en kunnen regeringsleiders nog makkelijker dan anders lastige vragen ontwijken. De regeringsleiders mogen ook maximum 6 medewerkers meenemen, en geen 19 zoals vroeger. De regeringsleiders wijken uit naar de allergrootste vergaderzaal, waar plaats is voor ruim 300 mensen. Afstand houden zal alvast geen probleem zijn. 

Wat ligt er op tafel?

1.824 miljard euro: dat is het bedrag waarover Europees president Charles Michel een akkoord hoopt te bereiken.

 Het bedrag bestaat uit twee onderdelen.

-         De “klassieke” Europese meerjarenbegroting voor de periode 2021-2027. Vorige week stelde Michel hiervoor een bedrag van 1.074 miljard euro voor. Met dat geld worden landbouwsubsidies betaald, gaat er steun naar armere regio’s. Ook Erasmusbeurzen en geld voor de bewaking van de Europese buitengrenzen komt uit deze pot. Door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk is er een gat van wel 70 miljard euro. Een poging om hiervoor een oplossing te vinden mislukte in februari, na een chaotische top. Michel koos er nu voor om niet meer te besparen op landbouwuitgaven en op steun aan arme regio's. 

-        Het nieuwe Europese herstelplan “Next Generation EU” van 750 miljard euro. Dit plan werd door Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bedacht als antwoord op de economische crisis die de corona-epidemie (en vooral de lockdown) veroorzaakt. Het geld zou moeten gaan naar regio’s en sectoren die zwaar te lijden hebben. Het nieuwe aan dit plan is dat het geld geleend zou worden op de financiële markten. De terugbetaling van die lening zou pas beginnen in 2027, en eindigen in 2058. En om te beletten dat de lidstaten met belastinggeld zouden moeten opdraaien voor de terugbetaling, liggen er enkele voorstellen van “nieuwe eigen inkomsten” op tafel zoals een taks op niet-gerecycleerd plastic verpakkingsafval en een Europese CO2-taks op ingevoerde producten.

Van het hele pakket zou 30 procent moeten gaan naar uitgaven die helpen om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken. 

Waar wringt het schoentje?

De discussie draait vooral rond het plan van 750 miljard euro. Het verzet hiertegen komt vooral van de zogenaamde vier zuinige landen: Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken. Is het nu wel zeker dat er zoveel geld nodig zal zijn, vragen ze zich af. Daarom staat er in het voorstel van Michel telkens “up to” of “maximum” 750 miljard euro.

Michel houdt vast aan de verdeling die de Europese Commissie voorstelde: “maximum” 500 miljard euro zal via subsidies worden toegekend, maximum 250 miljard via leningen (die terugbetaald moeten worden door landen die steun ontvangen). De zuinige landen willen liever dat alles via leningen zou verlopen.  Dit zou echter betekenen dat de overheidsschuld van landen als Italië of Griekenland nog verder zou stijgen. De financiële markten zouden hen een hogere rentevoet doen betalen. 

Mark Rutte legt de lat hoog voor subsidies

De Nederlandse premier Mark Rutte toonde tijdens een debat in het Nederlandse parlement begrip voor dit argument. Hij kreeg de voorbije dagen de premiers van Spanje, Portugal en Italië op bezoek, en ook de Franse president Macron. Rutte vindt eigenlijk dat die landen zelf maar buffers hadden moeten opbouwen de voorbije jaren, zoals Nederland deed. Maar hij leek bereid om een beetje toe te geven. Als landen subsidies willen, wil Nederland er voorwaarden aan koppelen: ze moeten bereid zijn om bijvoorbeeld de pensioenleeftijd te verhogen, of hun arbeidsmarkt te hervormen. Bovendien wil Nederland ook kunnen controleren of aan die voorwaarden voldaan is, of de hervormingen daadwerkelijk zijn uitgevoerd, voor er geld wordt uitbetaald. 

Videospeler inladen...

Een vetorecht voor Nederland?

Charles Michel is aan die Nederlandse eisen al deels tegemoet gekomen. De plannen die de lidstaten indienen om geld uit de subsidiepot te krijgen,  zullen afgetoetst worden aan de Europese aanbevelingen die de Europese Commissie elk jaar opstelt voor elke lidstaat (maar waar tot nu toe weinig druk achter zit). Niet de Europese Commissie (die volgens Nederland te laks is), maar de lidstaten zouden de plannen vervolgens moeten controleren.  

In het voorstel van Charles Michel volstaat het dat een meerderheid van de lidstaten een ingediende subsidie-aanvraag goedkeurt, maar daar lijkt Rutte nog geen vrede mee te nemen. Mogelijk eist hij een vetorecht, wat tot de eigenaardige situatie zou kunnen leiden dat de regering van Nederland van bijvoorbeeld Frankrijk strengere pensioenhervormingen zou kunnen eisen dan het Franse parlement wil toestaan. Een botsing van het ene soevereine land (Frankrijk, dat zelf beslist over zijn pensioensysteem) met het andere (Nederland, dat zelf beslist waar zijn centen – via Europese subsidies – terechtkomen).

Tijdens het debat in de Tweede Kamer zei Rutte daarom  verschillende keren dat hij erg somber was over de slaagkansen van de Europese top. Dat Nederland (net zoals Zweden, Oostenrijk, Denemarken en Duitsland) van Michel korting op zijn bijdrage aan de meerjarenbegroting krijgen, heeft Rutte klaarblijkelijk niet kunnen overtuigen. In het geval van Nederland gaat het om een jaarlijkse korting van ruim 1.5 miljard euro. Die kortingen zorgen ervoor dat de bijdrage van andere landen, zoals België, stijgt.  De Franse president Macron pleitte de voorbije maanden dikwijls voor het afschaffen van de kortingen. 

De Franse president Emmanuel Macron
AFP or licensors

Wie krijgt het geld?

Het grootste deel van de 500 miljard euro subsidies uit het Europees Herstelplan, is bestemd voor de “Recovery and Resilience Facility”. Daar gaat 310 miljard euro  naartoe.  Italië zou daar 82 miljard van kunnen ontvangen, Spanje 78 miljard.  België ongeveer 5 miljard. Daarom had België vraagtekens geplaatst bij de toewijzingscriteria voor dat geld. Eén daarvan is de gemiddelde werkloosheid in een land tussen 2015 en 2019, dus nog voor het uitbreken van de coronacrisis. Charles Michel heeft nu een aanpassing voorgesteld. 217 miljard zou nog volgens die oorspronkelijke criteria worden verdeeld over de lidstaten.

De overige 93 miljard wordt pas in 2022 verdeeld: dan zal men kijken naar de evolutie van het BBP in 2021 en 2022. Het is immers pas dan dat de economische gevolgen van de coronacrisis duidelijk zullen worden.  Die nieuwe verdeling is nadelig voor Polen, waar de economie (volgens de laatste voorspellingen) minder zwaar zal lijden onder de coronacrisis. Volgens de oude verdeelsleutel kon het aanspraak maken op 37 miljard euro, in het voorstel van Michel wordt dat minder. Wellicht proberen sommige landen dus terug te keren naar de oude verdeelsleutel.

Geen rechtsstaat, geen subsidies

Er is nog een punt waar er een clash dreigt met Polen, en zeker ook met Hongarije. De Europese Commissie en veel lidstaten maken zich zorgen over de aanvallen in Polen en Hongarije op de onafhankelijk van de rechterlijke macht, op de persvrijheid, op holebi’s en transgenders. Daarom stelt Europees president Charles Michel de naleving van de principes van de rechtsstaat uitdrukkelijk als voorwaarde voor het verkrijgen van Europese subsidies.

Het Hongaarse parlement (dat gedomineerd wordt door de Fidesz-partij van premier Orban) roept Viktor Orban op om zijn veto te gebruiken tegen de meerjarenbegroting en het Europese herstelplan, zolang die koppeling gemaakt wordt. Veel landen vinden echter dat net het dreigement om minder Europese subsidies te geven, nog het enige wapen is om Hongarije en Polen een halt toe te roepen. Maar Polen en Hongarije hebben nu onverwachte bondgenoten. De Portugese premier Costa zei na een bezoek aan Orban dat hij ook geen voorstander is van zo’n koppeling. Portugal rekent natuurlijk op de miljarden uit het Europese herstelplan, en kan een Hongaars veto missen als kiespijn. 

De Hongaarse premier Viktor Orban
AFP or licensors

De inzet voor België

Premier Wilmès was dinsdag in de Kamer tamelijk positief over het laatste voorstel van (haar partijgenoot) Charles Michel. Daarin staat namelijk ook een bedrag van 5 miljard euro, voor landen die de komende jaren zwaar getroffen zouden worden door een brexit zonder handelsakkoord. België had daar samen met onder meer Ierland voor gepleit. Bovendien is er rekening gehouden met de vraag van België om de toewijzingscriteria aan te passen.  

Het voorstel dat nu op tafel ligt, zou volgens Wilmès een extra jaarlijkse uitgave van 1.4 miljard euro betekenen (tegenover 1.7 miljard euro in het vorige voorstel, onder meer omdat de lidstaten nu 15% in plaats van 12.5% van de douanerechten zouden mogen houden). In de Kamer gebruikte ze overigens het Europees herstelplan als argument om snel een volwaardige regering met een meerderheid te vormen. De Europese Commissie verwacht namelijk al tegen 15 oktober de eerste plannen van de lidstaten, en volgens Wilmès kan zoiets alleen worden opgesteld door een volwaardige regering. 

De Belgische premier Sophie Wilmès

De test voor Michel

De laatste top waarop de regeringsleiders in Brussel bijeenkwamen draaide uit op een mislukking. Toen al was er kritiek op de manier waarop Europees President Charles Michel de top aanpakte. Sindsdien is de kritiek alleen maar toegenomen. Sommigen vonden hem te afwezig tijdens de coronacrisis, overbodig zelfs. Nu komt daar het verwijt bovenop dat niet hij, maar Duits bondskanselier Merkel achter de schermen bezig is om een compromis te bewerkstelligen. Het toeval wil dat Duitsland op dit ogenblik Europees voorzitter is, én een groot voorstander is van het Europese herstelplan.

Van de Duitse zuinigheid is geen sprake meer: de Duitse regering investeert zelf als nooit tevoren, en Merkel hamert er keer op keer op dat geen enkel land schuld heeft aan deze crisis, dat ook rijke landen belang hebben bij een economische heropleving in Zuid-Europa. Ze herhaalt ook telkens opnieuw dat de geopolitieke context, met China en de VS die in een machtsstrijd verwikkeld zijn, Europa meer dan ooit dwingt om samen te werken, en om samen uit deze enorme crisis te geraken.  Met Merkel als bondgenoot stijgen de kansen op succes voor Michel. Maar dat is niet gegarandeerd. Schuift hij te veel op in de richting van zijn liberale partijgenoot Rutte, dan krijgt hij wellicht een front van Zuid-Europese landen tegenover zich. Volgens een Europese bron heeft Michel zich "ongelooflijk goed ingewerkt in de materie".  "Veel zal afhangen van hoe Michel de top leidt", zei een andere hooggeplaatste Europese bron gisteravond.  Afwachten dus hoe dit afloopt. 

Meest gelezen