Tijdens de coronacrisis hebben meer dan 1 miljoen werknemers in België een uitkering ontvangen voor tijdelijke werkloosheid, blijkt uit cijfers van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW).

Daarmee komt een voorspelling van minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V) uit. Half maart liet ze optekenen ‘dat we in de buurt van 1 miljoen zouden uitkomen’. Op het hoogtepunt, in april, werd voor 1,2 miljoen een aanvraag ingediend en kregen al meer dan 1 miljoen mensen een uitkering van de overheid. Het verschil is te verklaren omdat werkgevers soms een aanvraag indienen, maar daarna vaststellen dat het niet nodig is.

Nooit eerder deden bedrijven zoveel beroep op de steunmaatregel van tijdelijke werkloosheid, die afgelopen week overigens verlenging kreeg tot het einde van dit jaar. Belangrijk ter vergelijking: in de nasleep van de bankencrisis van 2008 piekte het aantal werknemers dat een uitkering voor tijdelijke werkloosheid kreeg, op 229.000 in maart 2009.

Overbruggingsrecht

De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid geeft mee dat verschillende bevolkingscategorieën oververtegenwoordigd zijn bij de tijdelijke werklozen. Zo is 58 procent man, terwijl mannen 51 procent van het totaal aantal loontrekkenden vertegenwoordigen. Circa 75 procent van de tijdelijke werklozen verdient dan weer minder dan 3.000 euro bruto per maand. Ook laaggeschoolden zijn oververtegenwoordigd.

Tijdens de crisis werden ook zelfstandigen niet gespaard. Wie zijn activiteiten moest stopzetten of drastisch moest terugschroeven, kon rekenen op financiële steun via het overbruggingsrecht. Begin juli waren al meer dan 400.000 dossiers goedgekeurd, wat neerkomt op de helft van de zelfstandigen. Maar die cijfers kunnen nog oplopen, omdat aanvragen voor de voorbije maanden nog steeds ingediend kunnen worden.