Corona laait op in Afrika na versoepeling van lockdowns: wordt dit de volgende hotspot?
Afrika leek aanvankelijk de dans te ontspringen, maar nu rukt het coronavirus snel op met ongeveer 700.000 besmettingen. Hoewel de sterftecijfers op het continent relatief laag liggen, gelooft niet iedereen dat de officiële getallen het hele verhaal vertellen.
In het kort
- De strenge overheidsmaatregelen van maart hebben slechts tot uitstel geleid van de virusuitbraak.
- In veel Afrikaanse landen zijn de coronamaatregelen onder druk van de bevolking versoepeld en nu grijpt het virus snel om zich heen.
- Zuid-Afrika zet zich schrap voor een infectiepiek in augustus of september.
Veel Afrikaanse landen gingen meer dan drie maanden geleden in lockdown. Hoe kan het virus nu toch ineens oplaaien?
Toen in maart de eerste coronabesmettingen vanuit Europa binnendruppelden, aarzelden de meeste Afrikaanse landen geen moment: grenzen gingen dicht, vliegverkeer werd platgelegd, steden moesten op slot. De ongekend zware maatregelen moesten voorkomen dat het coronavirus om zich heen zou grijpen op een continent waar de gezondheidszorg veelal in zwakke staat verkeert. Maar het dappere verzet blijkt nu slechts tot een vertraging van de virusuitbraak te hebben geleid.
Nu het virus aan zijn opmars begint, gaat het ook meteen snel. Veel Afrikaanse landen hebben onder druk van de bevolking hun coronamaatregelen juist versoepeld. De economische nevenschade en de onvrede onder de bevolking als gevolg van de lockdowns, die hen van hun informele inkomsten hadden beroofd, waren niet langer vol te houden. Zo kon het gebeuren dat de Keniaanse president Uhuru Kenyatta begin juli aankondigde weer internationaal vliegverkeer toe te staan, 48 uur nadat zijn land juist een dagrecord van 389 nieuwe besmettingen had gemeld. De besmettingen in Kenia lopen sindsdien alleen maar verder op; de teller staat nu op ruim 12 duizend, met meer dan 200 coronadoden.
Afrika wordt dus de volgende coronahotspot?
Ook met zo’n 700.000 besmettingen telt het continent van meer dan een miljard mensen nog altijd maar een klein deel van de wereldwijde infecties (dat zijn er ruim 14 miljoen). Het probleem zit hem vooral in de recente, scherpe toename. Duurde het nog honderd dagen om de eerste 100.000 besmettingen te bereiken, de sprong van 500.000 naar 600.000 vereiste slechts vijf dagen.
De continentale curve is wel een beetje bedrieglijk: verreweg de meeste besmettingen komen voor rekening van 5 van de 54 landen. Zuid-Afrika, Egypte, Nigeria, Ghana en Algerije zijn goed voor driekwart van alle gevallen. Landen als Togo, Angola en Botswana hebben minder dan duizend coronameldingen. De echte brandhaard is Zuid-Afrika, met ruim 350.000 besmettingen, meer dan de helft van alle coronagevallen in Afrika.
Waarom is uitgerekend Zuid-Afrika de klos?
Het meest geïndustrialiseerde land van Afrika is sterk verweven met de rest van de wereld, verklaart hoogleraar Adrian Puren, viroloog bij het Zuid-Afrikaanse instituut voor overdraagbare ziektes. Vóór het sluiten van de grenzen, in maart, werd er ‘veel van en naar Zuid-Afrika gereisd’. Besmette reizigers konden na aankomst het virus verspreiden, maar dat ging dus aanvankelijk heel geleidelijk. Een veelgehoorde verklaring voor de trage verspreiding in Afrika is dat veel mensen op straat in de buitenlucht leven.
Minstens zo belangrijk: Zuid-Afrika (circa 60 miljoen inwoners) voert verreweg de meeste coronatests uit in Afrika, tot nu toe al 2,4 miljoen. Testen helpt om de omvang van de epidemie in kaart te brengen.
Zuid-Afrika zet zich schrap voor een infectiepiek in augustus of september. Ziekenhuizen in zwaar getroffen provincies als Oost-Kaap en Gauteng, met de metropool Johannesburg, zullen de komende vier weken worden “overstelpt”, waarschuwde de minister van Gezondheidszorg deze maand. In Johannesburg en Kaapstad worden conferentiecentra ingericht als noodhospitalen. Om nog meer ruimte voor coronapatiënten te creëren, probeert Zuid-Afrika ziekenhuisopnames als gevolg van verkeersongelukken en geweldpleging terug te dringen. Om deze reden zijn opnieuw een alcoholverbod en een avondklok van kracht.
Ondanks de toenemende besmettingen ligt de coronasterfte relatief laag, hoe kan dat?
Zuid-Afrika heeft meer besmettingen geregistreerd dan Italië of Spanje, maar het dodental, 5.033, is aanzienlijk lager dan dat in de twee Europese landen. Van alle bevestigde ziektegevallen in Zuid-Afrika is 1,5 procent overleden, een flink stuk minder ook dan in bijvoorbeeld Nederland (11,9 procent). Wie naar heel Afrika kijkt, ziet een vergelijkbaar beeld: met in totaal bijna 15.000 doden ligt het gemiddelde sterftepercentage net boven de 2 procent.
Volgens sommige deskundigen profiteert Afrika van zijn jeugdigheid. Meer dan 60 procent van de Afrikanen is jonger dan 25, wat behoorlijk afwijkt van de leeftijd waarop de meeste coronaslachtoffers overlijden. “De lage leeftijd is zeker een potentiële factor”, zegt Lynn Morris, waarnemend directeur van Zuid-Afrika’s instituut voor overdraagbare ziektes.
Morris denkt dat Afrikaanse landen ook geluk hebben omdat de epidemie eerder toesloeg in Azië en Europa. In Afrika kon men zo bijtijds test- en traceerprotocollen opstellen, isolatieruimtes inrichten en verpleegkundigen in paraatheid brengen, al moeten sommige landen zich nu vooral richten op de intensieve zorg waaraan het nogal eens ontbreekt.
Ontbreekt het niet ook aan betrouwbare gegevens, ligt in werkelijkheid de sterfte niet hoger?
De cijfers van bepaalde landen moeten wel met een korreltje zout worden genomen, lijkt het. In Tanzania, waar president John Magufuli enkel Jezus in stelling heeft gebracht tegen het coronavirus, zijn al een paar maanden geen corona-updates meer vrijgegeven. De 21 officiële doden in Tanzania lijken moeilijk te rijmen met eerdere, hardnekkige berichten over onverklaarbare sterftes en heimelijke begrafenissen in het land. Zulke berichten zijn ook uit Nigeria en Somalië gekomen.
Bij gebrek aan betrouwbare data kunnen ziekenhuizen dienen als barometer, want zij lopen in het geval van een grote virusuitbraak vol, wordt wel geopperd. Maar ook dat valt te betwijfelen: in verarmde gebieden hebben mensen vaak niet de middelen om naar de dokter te gaan.
John Nkengasong, directeur van Africa Centres for Disease Control, vindt het daarom voorbarig om van geringe sterfte in Afrika te spreken. Tijdens een onlinepersconferentie afgelopen donderdag waarschuwde hij: “Tellen we iedereen mee? Kan het zijn dat we doden in lokale gemeenschappen niet goed tellen? We weten het niet.”