Direct naar artikelinhoud
Economie

‘20.000 jobs zullen sneuvelen’: evenementensector luidt noodklok

Volbeat in het Sportpaleis, november vorig jaar.Beeld Damon De Backer

Nu de versoepeling van de maatregelen van de baan is, heeft de evenementensector geen enkel perspectief meer voor dit jaar. De gevolgen zijn dramatisch, waarschuwt de sector: een kwart van de bedrijven overleeft dit niet, 20.000 jobs staan op de helling.

De evenementensector gaat ervan uit dat hij een jaar lang nagenoeg volledig stil zal liggen, als gevolg van het coronavirus. Omdat de sector dit niet op eigen houtje kan overleven, vraagt de Alliantie van Belgische Eventfederaties aan de overheid om financiële steun. Op dit moment zijn evenementen mogelijk tot tweehonderd personen binnenshuis en vierhonderd buiten. De evenementensector had gehoopt dat die aantallen vanaf volgende maand zouden verdubbelen. 

“We worden allemaal ingehaald door de realiteit”,  zegt Bruno Schaubroeck, woordvoerder van de Alliantie. “Het hele jaar is kapot. Dit is ronduit dramatisch. We hebben altijd gezegd dat we hier al werkend zouden proberen uit te geraken, maar nu mogen we niet werken.” Voor Schaubroeck dient het geweer van schouder te worden veranderd.

Braindrain

“De komende 48 uur gaan we samenzitten om de onrust weg te nemen en oplossingen te zoeken voor de langere termijn. We moeten de sector een perspectief bieden.” Volgens de Alliantie werken zo’n 80.000 mensen in de sector, die acuut in gevaar zijn. Er is nu al een gecumuleerd verlies van ongeveer 5 miljard euro. Meer dan een kwart van de bedrijven ondervindt financiële problemen. Schaubroeck: “Ik schat dat een kwart van de sector dit niet overleeft, ook niet met steunmaatregelen. Zo’n 20.000 jobs zullen sneuvelen. De eerste faillissementen zijn al in gang gezet.”

De eventsector hangt aaneen, schetst Schaubroeck. “Per event zijn er gemiddeld negen leveranciers betrokken, dus als die ene organisator geen werk heeft, vallen acht andere ook zonder werk.” Ook als er opnieuw gestart kan worden, duurt het nog een hele tijd vooraleer de financiële stroom op gang geraakt. “Het duurt twee tot drie maanden voor er iets opgezet kan worden, en dan duurt het nog eens drie maanden voor de eindklant zijn factuur betaald krijgt. Je bent dus makkelijk zes maanden verder vooraleer er weer geld stroomt in de sector. Tot dan is er niks. Ik vrees ook dat er verschillende mensen uit de sector gaan stappen, en we een gigantische braindrain gaan krijgen.”

Dodelijke ironie

Dat laatste aspect is ook de vrees van Jan Van Esbroeck, gedelegeerd bestuurder van de groep boven het Sportpaleis Antwerpen. “Ik durf hopen dat de overheid beseft dat er in deze sector heel veel mensen op freelancebasis werken. Mensen die nu 1.265 euro verdienen, daar betaal je geen huislening mee af, hé. Ik denk dat er veel slachtoffers zullen vallen. Er gaan tal van mensen de sector verlaten. Met als dodelijke ironie dat we misschien voor een nieuw probleem komen te staan dat wanneer de sector weer mag openen veel kennis weg is.”

Van Esbroeck stelt zich de vraag of de eventsector niet een deel van de oplossing kan zijn. “Als er nu één sector is die ervaring heeft met crowdcontrol dan wel de onze. Een derde van de bevolking passeert in onze zalen, als je de sportevents erbij telt wellicht de helft. Stel je voor dat je een model ontwikkelt waarbij je al die mensen screent en preventief test. Dan kan je met de gezonde personen events opzetten. En investeer je in een toekomstmodel, in plaats van dat geld nu te gebruiken om gewoon de boel te sluiten.”