Mensen mogelijk al 15.000 jaar eerder in Noord-Amerika volgens nieuwe vondst
Mensen zouden 15.000 jaar eerder dan gedacht zijn aangekomen in Amerika. Dat schrijven archeologen en onderzoekers vandaag in Nature op basis van een belangrijke ontdekking van gereedschap in een grot in Mexico.
Nieuwe opgravingen doen vermoeden dat de mens 30.000 jaar geleden al voet aan wal zette in Noord-Amerika. Dat is 15.000 jaar eerder dan tot nu toe werd gedacht. Archeologen doen die bewering vandaag op basis van artefacten die werden gevonden in de Chiquihuite-grot in een bergachtig gebied in Mexico.
De gevonden artefacten omvatten honderden stenen werktuigen waardoor de onderzoekers vermoeden dat de mensen geregeld naar de plek terugkwamen. De oudste voorwerpen werden met behulp van koolstofdatering geschat op 33.000 tot 31.000 oud. Er werden verder geen sporen van menselijke beenderen of DNA gevonden op de site.
Homo sapiens
De vondsten werpen nieuw licht op de hypotheses over hoe en wanneer de homo sapiens voet aan wal zette in Amerika. Tot voor kort namen wetenschappers aan dat de eerste mensen zo’n 13.500 jaar geleden aankwamen op Amerikaanse bodem. Archeologisch bewijs suggereerde dat deze Clovis-cultuur zich nadien over heel Noord-Amerika verspreidde en zich splitste in verschillende inheemse Amerikaanse stammen.
Dat verhaal wordt sinds een twintigtal jaar sterk betwijfeld. Archeologen deden in Amerika meerdere ontdekkingen van menselijke nederzettingen die 3.000 jaar ouder zijn dan de Clovis-theorie toestaat. Ook de bevindingen in Mexico doen nu dus geloven dat er al eerder mensen Amerika bereikten.
Toch wordt ook de studie over deze vondst in Nature opnieuw in twijfel getrokken. Critici stellen zich onder meer de vraag of de gevonden artefacten wel degelijk door mensen zijn gemaakt. Onderzoek moet daarom uitwijzen of het ‘gereedschap’ ook door natuurlijke processen gevormd kan zijn.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie
