Direct naar artikelinhoud
InterviewMaarten Vansteenkiste

Motivatiepsycholoog: ‘Ik ben bang dat coronamoeheid dreigt toe te slaan’

Maarten Vansteenkiste: 'Een politicus die de cijfers ziet, moet zich bewust zijn van de ernst van de situatie.'Beeld Wouter Van Vooren

De Gentse psycholoog Maarten Vansteenkiste hield de laatste maanden onze motivatie om de maatregelen te volgen nauwkeurig in de gaten. Vandaag is hij niet optimistisch. ‘Ik ben bang dat coronamoeheid dreigt toe te slaan.’

“Nu de Nationale Veiligheidsraad opnieuw samenzit, is de vraag helder”, zegt Maarten Vansteenkiste. “Zal men voldoende moed hebben om het nodige te doen, zal iemand over het staatsmanschap beschikken om de partijpolitiek te overstijgen en de hele bevolking mee te krijgen? Een politicus die vandaag de cijfers onder ogen krijgt, moet zich toch bewust zijn van de ernst van de situatie. Het is een erg sterke term, maar ik gebruik hem net omdát het vandaag Nationale Veiligheidsraad is: geen politieke moed tonen, is nu echt schuldig verzuim.”

Maarten Vansteenkiste is motivatiepsycholoog aan de UGent. Toen de lockdown werd afgekondigd, verzamelde hij onmiddellijk een groepje collega’s en begon hij te peilen naar de motivatie van de Belgische bevolking bij het naleven van de maatregelen. Onder meer op basis van dat onderzoek schreef hij rapporten die, onder meer via de GEES, het exitcomité onder leiding van infectiologe Erika Vlieghe, als advies terechtkwamen op de tafel van de Nationale Veiligheidsraad. “Maar er is nooit iets mee gedaan”, zegt hij. “Wij hebben nochtans ook van ons laten horen via allerlei opiniestukken. Zonder gevolg.”

Wat hebt u geleerd uit uw motivatieonderzoek?

Maarten Vansteenkiste: “Dat mensen bij het begin van de lockdown goed gemotiveerd waren om de maatregelen op te volgen. Ze zagen er de noodzaak van in, en het was ook relatief eenvoudig om alles na te leven – we moesten toch in ons kot blijven. In de loop der maanden hebben we die motivatie op en neer zien gaan.”

Zijn we minder gemotiveerd dan in maart?

“Aanvankelijk was 80 procent sterk gemotiveerd. Bij onze laatste meting was dat nog 67 procent. Als het nu opnieuw tot strenge maatregelen komt, is het startpunt dus lager dan bij het begin. Ik ben ook bang dat de coronamoeheid dreigt toe te slaan. Ik ben niet zo optimistisch over de komende weken. Ik vrees dat de motivatiecurve verder zal dalen.”

Hoe doe je dat, een bevolking motiveren?

“We maken een onderscheid tussen motivatie, de overtuiging van de noodzaak van iets, en – met een woordspeling – moetivatie, waarbij je iets naleeft omdat het moet, omdat het verplicht is. Vrijwillige motivatie is uiteraard sterker, en vergt minder toezicht. Bij moetivatie heb je controle nodig, externe druk. Vrijwillige motivatie werkt beter, en leidt tot een veel betere naleving van de regels.”

Is er een verschil tussen de leeftijdsgroepen?

“Zeker. Een belangrijk verschil. Oudere mensen, 55-plussers, zijn veel meer overtuigd van het belang en de noodzaak. Jongeren het minste. Je kon dus perfect voorspellen dat jongeren ook het eerste zouden afhaken en regels zouden overtreden.”

'Je durft moedige beslissingen nemen als je beschikt over een helder intern kompas.'Beeld Wouter Van Vooren

Werkten de versoepelingen motiverend, of net niet?

“Bij sommige versoepelingen zag je een lichte stijging van de motivatie. Maar op een aantal scharniermomenten is de motivatie echt ingezakt. Vooral bij de miscommunicatie rond het bezoek in de woon-zorgcentra, dat eerst wel en dan weer niet toegelaten werd, zag je een dramatisch effect in de motivatiecijfers.”

Hoe verklaart u dat iets sterk aanbevelen, bijvoorbeeld mondmaskers in de supermarkt, niet werkt, en een verplichting vervolgens vlotjes werd aanvaard?

“Bij de mondmaskers bestond de kunst erin om draagvlak te creëren. Daarvoor heb je goede duiding en uitleg nodig. Mensen moeten weten waarom iets nodig is, ze moeten de meerwaarde begrijpen. Toen de mondmaskers werden verplicht in het openbaar vervoer, begreep iedereen dat meteen. Als je een maatregel goed begrijpt, voelt een verplichting niet aan als een keurslijf, maar als iets dat je zelf onderschrijft.”

Maar toch was het raar: toen ze sterk aanbevolen waren, droeg een minderheid ze in de supermarkt. Toen ze verplicht werden, protesteerde niemand.

“Die verplichting was het laatste duwtje in de rug dat mensen nodig hadden, vermoed ik. Het creëerde ook helderheid en duidelijkheid. De vrijblijvendheid viel weg.”

Dat fameuze ‘gezond verstand’ waar iedereen al maanden de mond van vol heeft: bestaat dat eigenlijk wel?

“Zonder duidelijk kader is dat een holle term. Mensen kunnen hun verantwoordelijkheid pas opnemen als ze weten waar ze aan toe zijn, wat van hen verwacht wordt in welke omstandigheden. En elk kader ontbreekt tot nu toe volledig in deze crisis.”

Hoe moet zo’n kader eruit zien?

“Wat wij met ons groepje psychologen vrij snel hebben gesuggereerd, is om een helder kader te creëren met een viertal kleurcodes. Als bepaalde parameters veranderen, de besmettingen of de ziekenhuisopnames bijvoorbeeld, verandert de kleur. En bij elke kleur horen bepaalde maatregelen. Zo kun je heel vlot schakelen van het ene niveau naar het andere. Je verandert de kleur en mensen weten waar ze aan toe zijn.”

Bij de buitenlandse reizen hebben die kleurencodes voor ongelooflijk veel verwarring gezorgd.

“Inderdaad. Daar waren wij voor alle duidelijkheid niet bij betrokken. Door die chaos heeft het kleurensysteem een beetje geloofwaardigheid verloren. Het had nochtans kunnen werken en het is nog altijd niet te laat. Met die kleurencodes kun je bij mensen ook meer coronabewustzijn creëren. Nu tast iedereen te vaak in het duister, dan zou je meteen weten waar je aan toe bent.”

Is er bij het begin van de exit niet te geruststellend gecommuniceerd? We hadden het virus bij het nekvel, het virus was moe, het zat bijna terug in zijn kot. Mensen hebben daaruit misschien onbewust de conclusie getrokken: oef, het is voorbij.

“Akkoord. En zeker toen premier Sophie Wilmès zei dat we onze vrijheid terug hadden, was dat een verkeerd signaal. Op een bepaald moment was alles wat niet verboden was opnieuw toegestaan. Daaruit hebben vele mensen de conclusie getrokken dat we terug konden naar het oude normaal.”

Hoe kun je jongeren, die zelf weinig gevaar lopen, motiveren om rekening te houden met de rest van hun familie en bij uitbreiding de bevolking?

“Dat is een cruciale vraag: het opgeven van een stuk vrijheid moet vandaag aanvoelen als iets wat we willen doen voor een hoger doel. Daar kunnen de media een belangrijke rol bij spelen. Ze kunnen nu jonge mensen laten getuigen over hoe zij omgaan met de maatregelen, allerlei influencers kunnen vertellen hoe zij de regels volgen, wat zij er moeilijk aan vinden, en hoe ze gemotiveerd blijven.”

Er is een filmpje gemaakt met onder meer Koen Wauters en Celine Dept, die negen miljoen volgers heeft op TikTok. Goed idee, dus.

“Het is een goed begin, maar we moeten verder gaan dan dat. Zij brengen geen getuigenissen, zij geven informatie. En die informatie, die kent iedereen ondertussen wel, dat is het probleem niet. Motiveren is iets anders dan gewoon zeggen wat iemand anders moet doen. Dat gaat veel verder. Om mensen mee te krijgen in een verhaal moet je verbinding kunnen smeden, door op een authentieke manier over jezelf te vertellen. Er komt een campagne van de overheid waar wij bij betrokken waren, maar helaas zal die pas in september klaar zijn.”

Hemel.

“Ja, het is soms hallucinant. Wij zijn daar al over bezig van eind mei. Het probleem is dat er geen centraal commando is. Er is niemand die vandaag de lakens kan uitdelen, en snel beslissen wie precies wat moet doen, en tegen wanneer. Een ander idee dat wij hebben gesuggereerd, is dat van de coronavoetafdruk, naar analogie met de ecologische voetafdruk. Aan de hand van een vragenlijst zou je dan kunnen nagaan hoe groot het risico is dat jij het virus helpt te verspreiden.”

Zijn mensen bang genoeg om zelf besmet te raken?

“Angst is niet de beste drijfveer. Ik spreek liever over risicoperceptie. Daarvan weten we dat er een verband is met motivatie: hoe groter je je eigen risico om besmet te raken inschat, hoe groter je motivatie om de regels te volgen.”

Zijn er mensen die denken dat zij géén risico lopen?

“Over het algemeen schat men het risico hoger in voor de bevolking dan voor zichzelf. Dat is op zich niet verkeerd, want we zien dat solidariteit leidt tot vrijwillige motivatie. Dat ouderen beter scoren op die vrijwillige motivatie, is omdat ze meer waarde hechten aan solidariteit en altruïsme dan jongeren. Wat we ook weten, is dat zelfbeheersing veel energie kost. Hoe meer zelfbeheersing je aan de dag moet leggen, hoe lager je energie.”

Hoe krikken we de motivatie op?

“Dat is de grote vraag. Dat kader, met duidelijke codes en maatregelen, is zeker nodig. En de media kunnen een grotere rol spelen. Niet alleen met getuigenissen, maar ook door bijvoorbeeld voor jongeren te berichten over nieuwe, coole manieren om elkaar te begroeten. Of door jongeren in gesprek te laten gaan met hun grootouders. Hoe meer we hierover praten, hoe beter. Soms kan er bij sommigen schroom zijn om de maatregelen te volgen. Wie alles strikt naleeft en anderen daarop wijst, is dan de seut van de groep.”

De zagevent.

“Precies. Je wordt dan beschouwd als een moraalridder. Dat is niet goed. We moeten open met elkaar praten.”

'Ik vrees dat liberale politici een misplaatste invulling geven aan het concept vrijheid.'Beeld Wouter Van Vooren

Nog even over die bubbels, die voor veel verwarring hebben gezorgd. Heeft het zin om die te verkleinen van 15 naar 10, zoals het in Antwerpen gebeurde?

“Ik ben geen viroloog, maar ik denk dat we strikter mogen zijn. Ik ben nu voor het principe dat elke bubbel elke week één andere bubbel mag ontmoeten. Dat was ook aanvankelijk het idee bij de introductie van de zogenaamde ‘regel van vier’ – die een miskleun was. Het idee was, met de slogan erbij: ‘Verdubbel je bubbel’, kom in contact met één andere bubbel. Niet met vier andere personen.”

Een alleenstaande is een bubbel op zich. En een gezin van zeven ook.

“Precies. Dat was makkelijk te begrijpen. Maar door die regel van vier en de uitleg die niemand op den duur nog begreep, is dat een ramp geworden. Ik denk dat we nu weg moeten van de kwantiteit, en moeten inzetten op kwaliteit. Een goed gesprek met één vriend geeft mensen een beter gevoel dan een barbecue met 15 kennissen.”

Over motivatie gesproken: hoe kunnen we onze politici motiveren om moedige beslissingen te nemen?

“Goede vraag. Ik begrijp ook niet hoe dit allemaal mogelijk is. Wie naar de statistieken kijkt, weet dat staatsmanschap vandaag geboden is. Men moet anticiperen. Is er nu al iemand bezig met het begin van het nieuwe schooljaar? Denkt men wekenlang vooruit? Durft men moeilijke beslissingen doorduwen en uitleggen? Ik vrees dat zeker liberale politici vandaag een misplaatste invulling geven aan het concept vrijheid.”

Ze kennen alleen negatieve vrijheid.

“Precies. Negatieve vrijheid is de afwezigheid van beperkingen. Positieve vrijheid is een vorm van meesterschap, van zelfrealisatie. Alleen door ook de positieve vrijheid ook te omarmen, kunnen we echt autonome wezens worden.”

Ik moet u teleurstellen: veel liberale politici kénnen dat verschil tussen negatieve en positieve vrijheid niet eens.

“Dat is nochtans elementair. Mensen hebben structuur nodig, zodat ze hun vrijheid en verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Je ziet dat ook bij de opvoeding van kinderen, dat er een evenwicht moet zijn. Te veel negatieve vrijheid leidt tot chaos, te veel structuur leidt tot onderdrukking. Vandaag is de valkuil voor liberale politici dat ze ons naar de chaos leiden. Dat de onverschilligheid bij de bevolking zal toenemen. Dat hun batterij leeg is, en dat ze niet meer gemotiveerd kunnen worden.”

Waarom is politieke moed zo’n schaars goed?

“Je durft moedige beslissingen nemen als je beschikt over een helder intern kompas, het waardenpatroon waarop je je keuzes baseert. Neem iemand die in een gouden kooi werkt maar bij problemen tóch beslist om ontslag te nemen en iets anders te gaan doen. Moed hangt samen met authenticiteit. Als je als politicus niet voelt dat je interne kompas moet afgestemd zijn op het collectieve belang, dan kun je dat ook niet uitstralen naar de bevolking. En precies dat is vandaag cruciaal.”

Maarten Vansteenkiste

- Geboren in Kortrijk op 30 januari 1977

- Motivatiepscyholoog, hoogleraar aan de UGent

- Doet sinds begin van de lockdown enquêtes bij de bevolking

- Mede-adviseur van de GEES, onder leiding van Erika Vlieghe

- Publiceerde in 2015 (samen met Bart Soenens) ‘Vitamines voor groei’ (Acco)