Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTopsport en misbruik

Geen sport is vrij van vernederen, schelden en slaan: ook gymnastiek niet

Aagje Vanwalleghem en haar toenmalige coach Gerrit Beltman in 2004.Beeld BELGA

Vernederingen, pesterijen, fysiek geweld... Na de mea culpa van de Nederlandse gymcoach Gerrit Beltman getuigen ook Vlaamse turnsters over hoe er in hun sport nog te vaak en nog steeds over de grenzen van het fatsoen wordt gegaan. ‘Het gebeurt in elke sport.’ 

“Nooit heb ik bewust de intentie gehad om te slaan, om te schelden, te kwetsen of te kleineren. Maar het gebeurde wel.” In Noordhollands Dagblad geeft de Nederlandse turncoach Gerrit Beltman toe dat hij jarenlang jonge gymnasten heeft mishandeld en vernederd. “Het gedrag dat ik vertoonde, is op geen enkele wijze goed te praten. Ik wilde per se winnen, ten koste van alles, stelde mij spijkerhard op. Ik schaam mij diep nu.”

Het regende meteen reacties, ook van Vlaamse turnsters. Aagje Vanwalleghem bijvoorbeeld, die zelf enkele jaren bij hem trainde en nu getuigt hoe hij haar ‘dikke koe’ noemde, of hoe hij haar intimideerde door vlak naast haar gezicht met zijn vuist uit te halen tegen de muur. Ook Gaëlle Mys liet via Instagram weten dat de pesterijen en intimidaties de reden waren voor haar vertrek uit de topsport in 2016. “Ik koos mijn eigen geluk boven mijn passie”, schrijft ze. 

Het is niet voor het eerst dat de gymnastiek davert onder misbruikverhalen. Denk maar aan de Amerikaanse sportarts Larry Nassar die honderden meisjes seksueel misbruikte en waar ook de indringende Netflix-documentaire Athlete A (2020) over gaat. Niet alleen het seksueel misbruik komt daarin uitvoerig aan bod, ook de cultuur van verbaal en fysiek geweld die dat misbruik mee mogelijk maakte.

“Is de gymnastiek uitzonderlijk? Ik denk het niet”, zegt criminoloog Tine Vertommen (Thomas More Hogeschool). Zij onderzocht de voorbije jaren grensoverschrijdend gedrag in de sport en schreef ook het boek Ongelijk spel (2019). “Al is er bij het turnen wel sprake van extra risicofactoren. Zo gaat het om erg jonge sporters die veel trainingsuren maken. Hoe meer uren je in zo’n omgeving doorbrengt, hoe groter het risico dat er iets gebeurt. Maar die risicofactoren heb je bij bijvoorbeeld het zwemmen ook.”

Garantie voor succes

Wel heeft de gymnastiek een geschiedenis waarbij net die harde aanpak garant leek te staan voor succes. Daarbij werd gekeken naar de Russische of Roemeense turnsters die als product van een ijzeren discipline het onmogelijke  mogelijk maakten. Denk aan de 14-jarige Roemeense Nadia Comăneci die als eerste op de Olympische Spelen een perfecte score haalde. Toen haar coaches later ook de Amerikaanse medailles verzekerden, stelde nauwelijks iemand zich vragen over hun harde aanpak. Later doken ook verhalen op over Nederlandse en Franse coaches die een gelijkaardige modus operandi hanteerden. 

Vertommen: “Het is een feit dat verbaal geweld, ook bij gymnasten, heel verregaand genormaliseerd werd. ‘Het hoort erbij’, is de teneur. Als je als jonge turnster nooit iets anders hebt geweten, ga je dat op den duur normaal vinden. Dan stel je dat niet in vraag. Ik hoorde een internationaal jurylid dit weekend zeggen:  ‘We zagen het gebeuren en we deden niks.’”

Ook daar is de turnsport wellicht geen uitzondering. “Topsport tout court is een bastion van mannelijke waarden, van winnen en stoer zijn”, zegt Vertommen. “Dat zit er nog altijd wat ingebakken. Terwijl we net weten uit onderzoek dat sporters niet per se beter presteren als je ze harder aanpakt. A happy athlete is a well-performing athlete, dat mogen we niet vergeten. Je kunt je afvragen hoe goed sommige atleten misschien hadden gepresteerd als ze op een respectvolle manier waren behandeld.”

Maar ook wie niet per se op het allerhoogste niveau sport, krijgt vaak te maken met grensoverschrijdend gedrag. Een recente bevraging van de Thomas More Hogeschool bij 769 Vlaamse jongeren tussen de 13 en 21 jaar oud leert dat 82 procent naar eigen zeggen het slachtoffer is geweest van verbaal geweld. 55 procent gaf melding van fysiek grensoverschrijdend gedrag en 27 procent van seksueel grensoverschrijdend gedrag. 

“Het illustreert hoe geen enkele sport hier vrij van is”, zegt Vertommen. “Er is de voorbije jaren best veel gebeurd om dit aan te pakken. De gymfederatie heeft alle nodige administratieve en preventieve stappen gezet: met protocollen en aanspreekpersonen. Maar het is niet omdat je administratie helemaal op orde hebt, dat dit tot op de vloer van alle clubs is doorgedrongen.”

Tribunaal

Het Centrum Ethiek in de Sport vzw (ICES) probeert clubs en federaties op dat vlak te ondersteunen. “Zo hebben wij een blauwdruk voor een gedragscode laten ontwerpen, die federaties en clubs kunnen gebruiken bij het aanstellen van trainers”, zegt beleidsmedewerker Simon De Vriendt. “Bij de opleiding van de Vlaamse Trainersschool gaat daar ook heel veel aandacht naar. Het pedagogisch aspect, hoe je ervoor moet zorgen dat sporters het plezier behouden, hoe je hen kunt motiveren... dat zit in elke trainerscursus. Maar gaat het over topsport, dan lijken die basisprincipes voor sommigen plots niet meer te gelden.”

Extra slagkracht komt er vanaf 1 januari volgend jaar. Dan gaat het Vlaams Sport Tribunaal in voege, een initiatief van de Vlaamse Sportfederatie op vraag van minister van sport Ben Weyts (N-VA). “Dit tribunaal zal onderzoek doen naar grensoverschrijdend gedrag en kan tuchtsancties uitvaardigen”, zegt De Vriendt. 

De beslissing voor dit tribunaal kwam er in de nasleep van de berichten over seksueel misbruik en seksuele intimidatie in de judo in 2017. “Velen vergeten dat dit tribunaal zich evengoed kan buigen over verbaal of fysiek geweld”, zegt De Vriendt. “Het is een belangrijke stap voorwaarts. Tot nu was het vooral aan de federaties om op meldingen te reageren. Het bleef te veel hangen in een vacuüm. Nu kan er daadwerkelijk opgetreden worden door een onafhankelijk orgaan.”