Direct naar artikelinhoud
InterviewKenny Van Minsel

‘KU Leuven is bijna strenger voor foute bronvermelding dan voor bijdragen aan dood medestudent’

Kenny Van Minsel was voorzitter van koepelorganisatie LOKO toen Sanda Dia stierf in 2018.Beeld Thomas Sweertvaegher

In 2018 overleed student Sanda Dia bij een doop van studentenclub Reuzegom. Nieuwe onthullingen maken duidelijk hoe zwaar hij heeft geleden voor zijn dood. Ex-studentenvertegenwoordiger Kenny Van Minsel (25) begrijpt nog steeds niet waarom de KU Leuven al die tijd zo laks is gebleven. ‘Ik stel mij altijd de vraag: als je hiervoor niet van de universiteit wordt gegooid, waarvoor in godsnaam dan wel?’

De lichaamstemperatuur van Sanda Dia bedroeg nog 27 graden toen hij in het ziekenhuis werd binnengebracht. De 20-jarige ingenieursstudent had net uren halfnaakt in een put doorgebracht en ijskoud water over zich gekregen. Samen met twee andere schachten had hij een goudvis ingeslikt en visolie gedronken. Ook is er op de jongens geürineerd, zo blijkt uit de reconstructie die Het Nieuwsblad over het drama heeft gemaakt. 

Volgens Leuvens studentenblad Veto is een van de betrokkenen intussen aangenomen door de KU Leuven als praktijkassistent. Die informatie blijkt niet te kloppen. De Morgen kreeg het Reuzegom-lid aan de lijn en die was op het moment van de feiten in het buitenland en moet bijgevolg niet voor de raadkamer verschijnen. Ondertussen is het gerechtelijk onderzoek door het parket van Limburg afgerond en verschijnen de studenten in september voor de raadkamer. Die zal beoordelen of ze vervolgd worden voor onopzettelijke doding, het toedienen van schadelijke stoffen en onmenselijke behandeling. 

“We hadden een dergelijk ongeluk zien aankomen”, zegt Kenny Van Minsel, die toen voorzitter was van LOKO, een koepelorganisatie die alle Leuvense studenten vertegenwoordigt. “Er waren al heel wat incidenten geweest met sommige clubs. Vijf jaar daarvoor hadden leden van Reuzegom ook een varken doodgeschoten, gespiest en opgegeten. 

“De clubs weigerden toen al heel lang om een doopcharter te ondertekenen. Daarin zitten een aantal basisprincipes die menselijke waardigheid centraal stellen. Als je je daar niet mee kan vereenzelvigen, is dat toch een teken aan de wand. Maar als een club weigerde, konden we daar niet zoveel aan doen. Omdat clubs zoals Reuzegom zelf niet verbonden waren aan de universiteit.” 

Hoe kwam de dood van de jonge student toen op u over?  

“Je voelt je op dat moment als studentenvertegenwoordiger zelf ook verantwoordelijk, omdat je zoiets niet hebt kunnen voorkomen. Als studentenkoepel hebben we er toen alles aan gedaan om die studentenclubs voor de pers te laten reageren op het voorval. Reuzegom was toen incommunicado, omdat er een onderzoek liep. Maar de andere clubs maakten zich ervan af door te zeggen: ‘Wij zijn Reuzegom niet’. Dat kon voor ons niet door de beugel. Als je je jarenlang collectief hebt opgesteld en zulke situaties hebt gefaciliteerd door het doopcharter af te wijzen, dan heb je ook een zware verantwoordelijkheid.”

U schrijft op Twitter dat u ook zelf werd geïntimideerd. 

“We hebben als studentenkoepel gekozen om onze stem echt te laten horen in het debat, maar dat maakte ons ook heel zichtbaar. Op een bepaald moment vond het KVHV (een conservatieve, Vlaams-nationalistische vereniging, YV) het zelfs gepast om een postercampagne te starten met de tekst van het doopcharter. Ze hadden hun schachten opgedragen om daar beledigende boodschappen op te zetten, genre: ‘Kenny is een homo’ of ‘Kenny sucks dix’. Er verschenen memes online. En ons kantoor is toen beklad met verf.

“Voor mij was dat een heel zware periode, omdat er ook bedreigingen werden geuit tegen mij. Ik heb toen ook een klacht ingediend bij de politie en bij de KU Leuven. Maar het blijft me dwars zitten dat daar nooit gevolg aan is gegeven.

“Ik wist bij wie onze klachten waren terechtgekomen, omdat ik met die mensen al vaker had overlegd. En toen ik enige tijd later polste hoe het ermee stond, kreeg ik van een bestuurder te horen: ‘Goh ja, wat verwacht je? Excuses?’ Ja, zoiets kan dus niet. Je verwacht dat een universiteit op dat moment achter zijn studentenvertegenwoordigers staat. De politie nam die klachten wel ernstig. Dat was een serieus verschil.”

'Ik hoop dat er met het ondertekenen van het doopcharter inderdaad iets veranderd is. Maar volgens mij hebben de clubs dat niet met hun volle overtuiging gedaan.'Beeld Thomas Sweertvaegher

De club Reuzegom heeft zichzelf ondertussen ontbonden. Wat vindt u van de straffen die de universiteit aan 17 leden heeft gegeven? 

“Ik vind dat ronduit beschamend. Zeker voor de rechtstreekse omgeving van Sanda. Een taakstraf uitvoeren van 30 uur vrijwilligerswerk en een paper schrijven over dooprituelen, dat is een mop. Ik stel mij altijd de vraag: als je hiervoor niet van de universiteit wordt gegooid, waarvoor in godsnaam dan wel? Het tuchtreglement van de KU Leuven is bijna strenger op het vlak van foute bronvermelding dan voor mensen die bijdragen aan de dood van een medestudent. Voor ons bij de studentenkoepel was het heel belangrijk dat er een voorbeeld werd gesteld. Opdat dit nooit meer zou gebeuren.

“Rector Luc Sels zegt nu dat hij de beslissing van de raadkamer afwacht, die bepaalt of de Reuzegommers voor de strafrechter moeten komen. Dat de KU Leuven daarmee aangeeft dat ze dit wil herbekijken, vind ik dus wel een goede zaak.” 

Uiteindelijk is het doopcharter ondertekend door de studentenclubs. Denkt u dat er na de dood van Dia iets fundamenteel veranderd is?

“Ik hoop dat er met  het ondertekenen van het charter inderdaad iets veranderd is. Maar volgens mij hebben de clubs dat niet met hun volle overtuiging gedaan.

“Een van de grootste struikelblokken voor het Seniorenkonvent, dat een aantal clubs verenigt, was het alcoholgebruik: volgens het charter mag een organisator van de doop geen alcohol drinken, omdat die verantwoordelijk is voor het welzijn van anderen. Andere bepalingen stellen bijvoorbeeld dat je een doop moet melden bij de Leuvense politie, die tijdens de activiteiten langskomt. 

“Er zijn alleszins niet meer zulke incidenten geweest. Maar wat heb ik sindsdien nog wel gehoord? Dat ze nog graag op privéterrein of in de Ardennen hun doop willen organiseren, net om aan controle te ontsnappen.”