Alexander Dumarey

Bloedige plekken: waarom het dorpje Minderhout al het Waterloo van Napoleon was

Plekken in Vlaanderen waar voorbijgangers niet beseffen dat ze geschiedenis onder hun voeten hebben: in de reeks “Bloedige plekken” ontdekken VRT-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey de plaatsen waar ooit bloed vloeide, waar mensen een gewelddadige dood stierven. Maar waar de sporen van de geschiedenis zo goed als weggevaagd zijn. Vandaag: het voorspel op de Franse nederlaag in Waterloo op het kerkhofje van Minderhout.

De dorpskern van Minderhout is volbloed Vlaams: pastoriewoning, oud schoolgebouw, plein, parking, frituur,  samen rond de kerk. De kebabzaak gaat er naadloos in op. De Sint-Clemenskerk is nooit gescheiden geweest van het oude kerkhof met intussen verweerde graven en grafkapellen. De plek is net iets te modaal om historische allure te hebben. Niettemin beleefde de Franse keizer Napoleon hier in 1814 het voorspel op zijn ondergang in Waterloo.

De dorpskern van Minderhout
Alexander Dumarey

Tijdens het winteroffensief van 1814 trof een coalitie van Pruisische, Russische en Britse legers de Franse troepenmacht in de Noorderkempen, dicht bij de grens van het huidige België en Nederland. In de geschiedschrijving staat de confrontatie geboekstaafd als de Slag bij Hoogstraten. Hoogstraten was destijds het enige stadje met naam. Maar de krachtmeting gebeurde over een hele lijn tussen Essen en Turnhout. Een bloedige apotheose was het gevecht rond kerk en kerkhof van het kleine Minderhout.

De Jeune Garde en de conscrits

De verovering van de Zuidelijke Nederlanden was de inzet van de geallieerde troepen die eerder al de stad Breda hadden veroverd op de Fransen. De controle over de strategische Antwerpse haven was cruciaal. Daarom was de strijd om de Noorderkempen zo hevig. De streek lag immers als een gordel rond Antwerpen. Napoleon vreesde dat de verovering van de streek de poorten wagenwijd zou openzetten. Daarom zette hij zijn gereputeerde Jeune Garde in. Het eliteleger van de keizer had echter al veel van zijn pluimen verloren bij de talloze confrontaties op Europese slagvelden.

Bekijk hier beelden van een re-enactment van de Slag bij Hoogstraten uit 2014:

De Franse bezetting van de Zuidelijke Nederlanden duurde al bijna twintig jaar. Het ongenoegen groeide. Vooral de "conscription militaire" stuitte op verzet. Het systeem van dienstplicht stuurde duizenden jonge mannen naar de Franse slagvelden waarvan velen nooit terugkwamen. Zo kwam het dat jonge Kempenaars als "conscrits" aan de kant van de Fransen moesten vechten, soms zelfs in hun eigen dorpen.

Lijf-aan-lijf

11 januari 1814 was een barre winterdag. In het holst van de nacht was een Pruisische legermacht, versterkt met Russische Kozakken opgerukt. Al van vroeg in de morgen ontstonden er gevechten in regel, in en om Kempische dorpen. Wortel, Loenhout, Meer, Merksplas, Rijkevorsel, Hoogstraten, Oost- en Westmalle zouden allemaal hun deel krijgen.

De Sint-Clemenskerk
Alexander Dumarey

Enkele in het defensief gedrukte Franse bataljons kozen het centrum van Minderhout uit om een verdedigingslinie op te trekken. Over een front van 1 kilometer, dat begon bij de Sint-Clemenskerk, wilden ze het hoger gelegen dorp verdedigen. De Fransen waren numeriek in de minderheid en stonden tegenover een infanterie van naar schatting 2500 man. Barricades werden opgericht, artillerie opgesteld en Franse tirailleurs formeerden zich achter de kerkhofmuur. 

De krachtmeting kreeg haar beslag in lijf-aan-lijfgevechten in en om het kerkhof, zelfs tot in de kerk. Op de plaats waar generaties Minderhoutenaren de eeuwige rust kregen, werd nu gevochten tussen soldaten met bajonetten, officieren met handwapens en cavaleristen met sabels. Uiteindelijk moesten de Fransen wijken en gingen de duels voort buiten het dorp. De meestal gevluchte dorpelingen konden enkel nog de schade opmeten aan de veelal vernielde en uitgebrande huizen.

Herdenkingsmunt voor het congres van Wenen met vermelding van de slag bij  Hoogstraten

De Franse troepen waren dan verdreven, opnieuw zou een leger inkwartieren, gebouwen opeisen, winkels plunderen en een gedeelte van de landbouwopbrengst in beslag nemen. Nog jarenlang zou de bevolking en de gemeentekas de gevolgen van de slag ondergaan.

Slag niet helemaal verloren

Nadat de Fransen zich uit Minderhout hadden teruggetrokken, zouden ze dat ook moeten doen uit Hoogstraten en de rest van de Kempische dorpen. Maar toch was de slag niet helemaal verloren door Napoleon. Het militair oponthoud in de Noorderkempen had de Fransen de tijd gegeven om de stellingen rond Antwerpen te versterken. Antwerpen zou pas in mei 1814 vallen. Napoleon was op dat moment al op het eiland Elba, uit zijn functies gezet en in ballingschap.

Het herdenkingsmonument voor de slag bij Hoogstraten
Alexander Dumarey

Het belang van de Slag bij Hoogstraten staat bij historici niet op de hoofdpagina. Daarvoor heeft Napoleon wat te veel cruciale veldslagen geleverd. Lokaal is de belangstelling voor de veldslag echter terug na de herdenking in 2014, een grootscheepse re-enactment en bevlogen lokaal historisch onderzoek. Minderhout heeft sindsdien een stukje herdenkingskunst geplaatst bij de Sint-Clemenskerk. De muren van de kerk vertonen sporen van de oorlogsschade. In de omgeving werden hoefijzers, sporen en kogels teruggevonden, in 2002 zelfs nog de resten van een Pruisische soldaat.  

Volg onze fotograaf op Instagram

Meest gelezen