Wetenschappers testen nieuwe techniek om nesten van Aziatische hoornaars te vinden in De Pinte

Wetenschappers van de universiteit van Gent zijn in De Pinte op zoek naar nesten van Aziatische hoornaars. Via lokaas proberen ze de route van de insecten vast te leggen om zo te weten te komen waar het nest zich bevindt. “We geven de beesten een stipje, zodat we ze van elkaar kunnen onderscheiden en de metingen exact kunnen gebeuren”, klinkt het. 

Wetenschappers van de Universiteit van Gent en vrijwilligers van Vespa-Watch, het meldpunt voor hoornaars, proberen via een nieuwe techniek de nesten van de insecten op te sporen. Op dit moment testen ze het nieuwe systeem uit in De Pinte. “Vorige week kregen we een melding van een inwoner uit De Pinte”, vertelt Karel Schoonvaere van de UGent. “In een brede cirkel rond het waarnemingspunt hebben we lokaas gehangen waar de hoornaars voeding kunnen komen halen.” 

Moeilijke zoektocht

“Zoeken naar het nest van een hoornaar is als zoeken naar een naald in een hooiberg”, gaat Schoonvaere verder. “Daarom proberen we ons zoekgebied te verkleinen door aanwijzingen te vinden waar het nest zich bevindt. Via lokaas trekken we de insecten aan, zodat we ze goed kunnen observeren. We hebben de werkwijze overgenomen uit het Verenigd Koninkrijk. Daar doen ze al een tijd onderzoek naar hoornaars.”

Hulp van buurtbewoners

“We houden vooral rekening met 2 dingen: de richting waarin de hoornaars vliegen en de tijd die het beest nodig heeft om naar het nest te vliegen en terug. We verzamelen de juiste gegevens via de observaties van vrijwilligers en buurtbewoners. Als een buurtbewoner bijvoorbeeld een hoornaar op het lokaas ziet zitten, dan mogen ze daar een foto van maken en doorsturen naar ons.”

(Lees verder onder de foto.)

Karel Schoonvaere

1 minuut per 100 meter

“Uit het onderzoek van het Verenigd Koninkrijk hebben we geleerd dat de tijd die een hoornaar doet over het heen en weer vliegen van het nest naar het lokaas in relatie gebracht kan worden met de afstand tot het nest”, legt Schoonvaere uit. “De vuistregel is 1 minuut per 100 meter. Als een hoornaar 1 minuut wegblijft, dan bevindt het nest zich 100 meter verderop. Als hij 2 minuten wegblijft, is dat nest 200 meter verder. Zo kunnen we de cirkel rond het waarnemingsgebied langzaamaan verkleinen.”

Als een hoornaar altijd na 5 minuten terug bij het lokaas is, heb je een betrouwbare bron, maar niet iedereen is zo plichtsbewust

“Het is wel belangrijk om de metingen een aantal keer te herhalen zodat je een gemiddelde kan bekomen. Als een hoornaar keer op keer na 5 minuten terug bij het lokaas is, dan heb je een betrouwbare aanwijzing dat het nest zich 500 meter verder bevindt. Maar soms zijn er ook hoornaars die niet plichtsbewust zijn en die maar wat rondspelen. Als een hoornaar weleens een bochtje maakt en niet consequent dezelfde richting opgaat, is hij minder te betrouwen. Het zijn trouwens altijd dezelfde die hard werken, hebben we ontdekt”, lacht Schoonvaere. 

Gekleurde stip

Maar hoe weten de wetenschappers met zekerheid dat ze keer op keer dezelfde hoornaars observeren? “Wel, we hebben de hoornaars gemerkt. Als er op zo’n lokaas een vijftal hoornaars zitten, wil je natuurlijk wel weten wie op welk moment terugkeert.”

De hoornaar krijgt een gekleurde stip en nummer op zijn lijf, zo kunnen we ze onderscheiden

“Zo’n hoornaar merken is trouwens niet gemakkelijk”, geeft Schoonvaere toe. “Maar oefening baart kunst. Wij gebruiken eigenlijk de techniek die imkers gebruiken om de koningin van een bijenkolonie te merken. De hoornaar krijgt dan een gekleurde stip en nummer op zijn lijf. Het is belangrijk dat we het dier niet aanraken als we het merken. Daarom vangen we de hoornaar met een net en brengen we het insect zo over naar een kooitje waar we de stip aanbrengen.”

Meest gelezen