Viel koning Albert I wel echt van de rotsen in Marche-les-Dames? "Canvas curiosa" gaat zijn laatste stappen na

In 1934 verongelukte koning Albert bij een rotsbeklimming. Zo staat het in alle geschiedenisboeken. Maar klopt dat wel? "Canvas curiosa" zocht het uit. Een verhaal over verwarrende wandelpaden, loszittende rotsblokken, boomblaadjes met kippenbloed en 21e- eeuws genetisch onderzoek. 

Albert I, de derde koning der Belgen, kwam op 17 februari 1934 op zijn 58e om het leven. Hij viel van de rotsen in Marche-les-Dames. Ten minste, daar gaat iedereen van uit. Politie noch parket heeft dat vastgesteld, want het Hof had het lichaam laten wegbrengen naar Brussel nog voor er op de plaats van het ongeluk was "afgestapt" zoals dat heet.

Dat voedt al jaren de wildste geruchten en complottheorieën. Was het een misstap of was er kwaad opzet in het spel? En wás Albert wel in Marche-les-Dames die dag? Kunsthistoricus Koen De Vos onderzocht het voor de reeks "Canvas curiosa". De Vos ging onder meer te rade bij een alpinist en koning-Albertkenner en ook bij een genetica-expert.

De spannende zoektocht is hier te volgen:

Met alpinist Mark Sebille, die ook koning Albert-expert is, trok Koen De Vos naar de bewuste rots van Marche-les-Dames. Op zaterdag 17 februari 1934 was koning Albert rond de middag vertrokken in Brussel en via een ommetje naar Laken naar het zuiden gereden. Enkel in het gezelschap van een kamerdienaar.

"Dat hij met de auto reed en zelf reed, was niet zo vreemd. Hij was een autoliefhebber. Ook incognito reizen deed Albert vaker, bijvoorbeeld in tweede of derde klas op de trein, om niet herkend te worden," zegt Mark Sebille.

Koen De Vos en Mark Sebille

In Marche-les-Dames liet hij zijn auto achter bij het voetpad naar de Maasvallei. Die Rocher du Bon Dieu is niet zo makkelijk te vinden, merken Koen de Vos en Mark Sebille op tijdens hun zoektocht. Bovendien kun je je de vraag stellen: “Wat zoekt de koning hier alleen, in het midden van de winter, wanneer de dagen kort zijn?”

Hier komen klimmen? Alleen? Ik zou het niet doen voor mijn plezier

De rots laat zich relatief makkelijk beklimmen, stellen Sebille en Koen De Vos vast. "Maar ik kan me perfect voorstellen dat er een rotsblok loskomt," gaat Mark Sebille verder. "De officiële versie - een valpartij - kan dus best waar zijn. Maar of ik hier voor mijn plezier alleen zou klimmen? Neen."

Wees voorzichtig, hier zijn al koningen gevallen!

Sebille en De Vos nemen ook een kijkje aan de voet van de rots, waar koning Albert zou zijn neergekomen. "Pas op, hier zijn al koningen gevallen!" 

Onduidelijkheid troef in deze zaak. Volgens nogal wat publicaties was de koning helemaal niet in Marche-les-Dames en zou er een ander lichaam zijn gevonden en weggebracht. Maar wat de koning ook deed die middag en waar: er is geen enkele getuige.

Koen De Vos en Mark Sebille

Koen De Vos brengt daarop een bezoek aan het lab van professor Maarten Larmuseau van de KU Leuven. Hij is genetisch genealoog, wat wil zeggen dat hij erfelijk materiaal of DNA aan stambomen probeert te koppelen.

Voor het onderzoek naar de val van Marche-les-Dames heeft hij een uitzonderlijk voorwerp in handen. Journalist Reinout Goddyn wist enkele jaren geleden een papier met gedroogde beuken- en klimopbladeren op de kop te tikken, waarop ook enkele druppels bloed van koning Albert zouden zitten. Uit het gerechtelijk dossier, dat in het paleis ligt, kregen de onderzoekers met toestemming van het parket van Namen enkele foto's van de plaats des onheils. Langs de rots zijn daarop effectief ook beuken en klimopplanten te zien.

Was het mensenbloed? Of kippenbloed?

"Er waren veel souvenirjagers in 1934," zegt Koen De Vos, "en dat soort blaadjes werd verkocht." Eerste opdracht voor professor Larmuseau: nagaan of het mensenbloed was. "Want er werden ook blaadjes met kippenbloed verkocht."

Het bleek wel degelijk om menselijk bloed te gaan. Om te kunnen bepalen of het Alberts bloed was, moest het lab kunnen vergelijken met erfelijk materiaal van de koninklijke familie. Het skelet van Albert zelf ware het eenvoudigst geweest, maar dat was niet mogelijk. Dan maar gezocht naar verwanten, "maar de koninklijke familie staat daar niet voor te springen". 

99,99 procent zekerheid

Uiteindelijk werden stalen verzameld van Simeon van Bulgarije, een Saksen-Coburger langs vaderszijde, en langs moederszijde van een Duitse barones. Twee keer klopte de genetische gelijkenis met het bloed op de beuken- en klimopblaadjes uit Marche-les-Dames.

Met andere woorden: "Het is 99,99 procent zeker dat het bloed op de bladeren van Albert I was," zegt professor Larmuseau. Hij is dus gevallen in Marche-les-Dames.

Genealogisch geneticus Maarten Larmuseau (KU Leuven)

Ook Delphine Boël mocht langskomen

Overigens, merkt professor Larmuseau fijntjes op, had ook Delphine Boël, de natuurlijke dochter van koning Albert II, bij het Leuvense lab kunnen aankloppen om haar DNA te vergelijken met dat op de blaadjes. Dat zou de verwantschap met de koninklijke familie hebben aangetoond. Maar zoals bekend heeft Albert II er ten langen leste mee ingestemd om zelf DNA af te staan en daaruit is begin dit jaar gebleken dat hij wel degelijk de vader is van Delphine.

En wat de beruchte val van de rotsen van Marche-les-Dames betreft: "Canvas curiosa" heeft antwoord gevonden op enkele vragen, maar er blijven er nog genoeg over. Dit tragische verhaal zal wellicht voor altijd een mysterie uit de Belgische geschiedenis blijven. Hier gaan we: als Albert van de rotsen is gesukkeld, is hij dan gevallen of geduwd? Of misschien wel gesprongen?

Meest gelezen