De Dijle
Alexander Dumarey

Bloedige plekken: de vernedering van de bastaardzoon van Karel V aan de boorden van de Dijle

Plekken in Vlaanderen waar voorbijgangers niet beseffen dat ze geschiedenis onder hun voeten hebben: in de reeks “Bloedige plekken” ontdekken VRT-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey de plaatsen waar ooit bloed vloeide, waar mensen een gewelddadige dood stierven. Maar waar de sporen van de geschiedenis zo goed als weggevaagd zijn. Vandaag: de ondergang van een Spaans leger in de heide van Rijmenam.

1 augustus 1578, een verzengende hitte hangt over het vlakke landschap aan de Dijle bij het dorpje Rijmenam. Tien kilometer verderop liggen de torens van de stad Mechelen. Het is die stad die de inzet vormde van een moordende veldslag in de Tachtigjarige Oorlog tussen de Nederlanden en de Spanjaarden. Omdat Mechelen tijdig de poorten had gesloten, kozen de legers een strijdperk in de open en rauwe heidevlakte bij Rijmenam, Bonheiden en Keerbergen. De dorpelingen sloegen massaal op de vlucht.

Zo trok het Staatse leger op naar Rijmenam
Alexander Dumarey

Spaans bloed

De Slag bij Rijmenam is  uitvoerig gedocumenteerd door chroniqueurs en prentenmakers. In het landschap is er echter geen spoor meer van terug te vinden. Niets herinnert aan de oevers van de Dijle, of in de stille natuurgebieden rond Rijmenam waar een groot deel van de slag werd uitgevochten, aan wat zich in de late zestiende eeuw heeft afgespeeld. Nooit is archeologisch onderzoek verricht naar resten van de gruwelijke veldslag. Het is enkel van horen zeggen dat er bij de aanleg van de kasseiweg tussen Rijmenam en Muizen in de negentiende eeuw hoefijzers en andere metalen resten zouden zijn teruggevonden.

Van één spoor bestaat zekerheid. In de doopregisters van Rijmenam uit de periode na de Spaanse doortocht zijn Spaanse namen teruggevonden. Spaans bloed stroomt in Rijmenam door de aderen. 

Velden rond Rijmenam
Alexander Dumarey

Bastaardzoon van Karel V

Het Spaanse leger werd aangevoerd door Don Juan van Oostenrijk. Hij was de halfbroer van koning Filips II van Spanje en niet te verwarren met het fictieve amoureuze personage. Don Juan was een bastaardzoon van Filips' vader, Karel V. Hij werd als kind weggehaald bij zijn moeder om opgevoed te worden aan het koninklijk hof. Daar had hij al heel jong zijn strepen verdiend als legeraanvoerder. De katholieke Filips II had hem tot landvoogd gemaakt van de woelige en opstandige Nederlanden. Zijn onstuimige karakter en minachting voor de Nederlanden deden de onrust alleen maar toenemen.

Aan de andere kant stond het leger van generaal Boussu. Maximiliaan de Boussu had legerervaring opgedaan bij de Spaanse vloot maar was overgelopen naar Willem van Oranje. Hij kreeg het opperbevel van het Staatse leger, een krijgsmacht die de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vertegenwoordigde. Boussu kreeg financiële steun van de Engelse koningin Elisabeth I en wist bovendien Schotse en Engelse huurlingen naar zijn kant van het strijdtoneel in Rijmenam te lokken. 

Rijksmuseum Amsterdam

Ketters en opstandelingen

Boussu hield duizenden soldaten en ruiters paraat achter een bij de Dijle opgetrokken bolwerk met schansen, borstweringen en kanonnen. De strijdmacht van Don Juan was bijna even groot. Het was een allegaartje van Spaans voetvolk, Duitse ruiters, Italiaanse kornetten, Walen en Bourgondiërs. In de rangen werd gemopperd over achterstallige soldij. Twee jaar eerder hadden late betalingen in Antwerpen nog geleid tot de Spaanse Furie. Muitende troepen zaaiden dood en verderf. Maar de Spaanse bevelhebber had bij Gembloers nog maar net de "ketters en opstandelingen", zoals hij ze noemde, verslagen en was vol vertrouwen.

De gevechten begonnen al in de vroege ochtend en werden een tactisch spel. De Spanjaarden vielen als eersten aan in open veld. Ze sloegen de geallieerde soldaten van Boussu terug tot in het dorpscentrum van Rijmenam. Daar staken ze huizen in brand. De Spaanse musketiers en ruiters meenden daarin de terugtocht van Boussu en zijn leger te zien en trokken het dorp binnen. Het bleek een schijnbeweging, waarna de Spanjaarden de volle laag kregen van de kanonnen van de Nederlanders en hun bondgenoten. In welke mate de slag uiteindelijk beslist werd, daarover geven chroniqueurs verschillende versies. In ieder geval blies Don Juan de aftocht.

Velden rond Rijmenam
Alexander Dumarey

Veldslag verloren, maar niet de oorlog

De schattingen van de slachtoffers verschillen naargelang de bron. Tot 1.000 Spaanse soldaten zouden het leven hebben gelaten op het slagveld bij Rijmenam. Het Staatse leger zou minder doden hebben moeten tellen, maar ook daarover is geen zekerheid. Voor de streek was de ellende nog niet voorbij. De huurlingen van het Staatse leger bezondigden zich volgens enkele geschiedschrijvers aan plunderingen in de dorpen. In Rijmenam zou het twintig jaar duren voor het dorp heropgebouwd werd.

Don Juan overleed nog hetzelfde jaar aan tyfus in een kamp in Bouge bij Namen. Al tijdens de gevechten in Rijmenam had de ziekte hem aangetast. De oneigenlijke zoon van Karel V werd 31, zijn lijk zou in stukken gesneden zijn en verpakt in reiskoffers naar Spanje gestuurd worden. Hij werd begraven in het Escoriaal, het immense kasteel van Filips II.

De Broekstraat in Rijmenam
Alexander Dumarey

De Spaanse overheerser had een veldslag verloren, maar niet de oorlog. Het godsdienstconflict tussen katholieken en calvinistische protestanten verzwakte de Nederlanden en dreef ze weer uit elkaar. Onder de hertog van Alva veroverden de Spanjaarden grote delen en voerden een schrikbewind. Nog decennialang ging het land gebukt onder oorlogen en opstanden, aangedreven door armoede en religieuze conflicten.

Onoverbrugbare Dijle

Het landschap rond Rijmenam was in 1578 nauwelijks vergelijkbaar met dat van vandaag. De Dijle trok op sommige plaatsen een in die tijd onoverbrugbaar spoor van twee kilometer breed door het landschap, waar het water afhankelijk van de seizoenen heerste. Het strijdtoneel was een woeste open vlakte in een noordelijke meander van de Dijle. De zomer van 1578 was uitzonderlijk droog, waardoor het terrein er ideaal bij lag voor de confrontatie.

Een oude arm van de Dijle
Alexander Dumarey

Pas later, in de achttiende eeuw, werd het gebied bebost, geïrrigeerd en vruchtbaar gemaakt. Dorpsuitbreiding heeft een gedeelte van het gebied opgeslorpt.  Soms is het land teruggegeven aan de natuur zoals het waardevolle natuurgebied Mispeldonk. Het Rijmenams Broek ademt nog het landbouwleven. Het is hier waar het versterkte kamp van het Staatse leger moet hebben gelegen. Wie Rijmenam zoals de Staatsen wil zien, kan dat het best langs de Broekstraat of de Dijleweg doen, en met de kerk van Rijmenam in het vizier. 

Volg onze fotograaf op Instagram

Meest gelezen