Direct naar artikelinhoud
CoronamaatregelenData

Vlaamse burgemeesters krijgen nu ook covidcijfers op wijkniveau: ‘Op basis hiervan kan je nog geen maatregelen nemen’

De Turnhoutsebaan in Borgerhout, Antwerpen, een district met veel nieuwe besmettingen.Beeld Wouter Van Vooren

De Vlaamse steden en gemeenten zien vanaf nu in welke wijken de coronabesmettingen op hun grondgebied zitten. Interessant, maar ook onvoldoende, klinkt het. ‘Besmettingshaarden ga je er niet mee opsporen.’ In het zwaar getroffen Antwerpen komen de data dan weer te laat.

Vrijdag kregen alle Vlaamse burgemeesters toegang tot een databank met gedetailleerde informatie over de verspreiding van het coronavirus. De lokale besturen waren al veel langer vragende partij voor zulke hyperlokale data. De bevestigde besmettingen worden geregistreerd per statistische sector, wat grofweg overeenkomt met een wijk. Dat geeft een fijnmazig beeld van de verspreiding van het virus, al gaat het in een stad als Antwerpen nog steeds om gebieden met vaak duizenden inwoners. In Genk gaat het om 54 afzonderlijke sectoren, wat neerkomt op groepen van ongeveer 500 gezinnen.

Voor iedere bevestigde covid-infectie zien de burgemeesters nu op welke datum de positieve test geregistreerd werd, in welke wijk de betrokkene woont, hoe oud die is, en welk geslacht hij of zij heeft. Daarnaast is het ook mogelijk om op een kaart te zien welke wijken de meeste besmettingen kennen. Besmettingen in zogenaamde collectiviteiten – zoals opvangcentra, bedrijven of zorginstellingen – worden apart opgelijst.

De bevinding is dat dergelijke gedetailleerde data vooral in steden met veel besmettingen erg nuttig zijn. Zet het virus een wijk plots in lichterlaaie, dan kun je erg gericht ingrijpen, bijvoorbeeld door maatregelen te treffen voor die specifieke wijk. In Antwerpen was dat zeker nuttig geweest, zegt een bron in het Antwerpse stadsbestuur. Geweest, dus. “De verspreiding is intussen van die aard dat de boot voor die lokale ingrepen al gepasseerd is.”

Ook Johan Vermant, de woordvoerder van burgemeester Bart De Wever, wijst daarop. De stad kreeg vorige week al toegang tot de data. “Maar toen was het voor microchirurgische ingrepen in het sociaal leven op wijkniveau al te laat.”

Antwerpen is een uitzondering. Nergens anders in Vlaanderen nemen de besmettingscurves op dit moment zo’n hoge vlucht. De hoop is dat hyperlokale data kunnen helpen om elders grote uitbraken te vermijden. Maar daarvoor is meer nodig, klinkt het bij verschillende burgemeesters. Het is niet omdat ergens in één wijk drie besmettingen opduiken, dat je daarom meteen kunt of moet ingrijpen.

Dashboard

“Een goed dashboard”, vindt Kortrijk burgervader Vincent Van Quickenborne (Open Vld). “Maar besmettingshaarden ga je er niet mee opsporen. Dit is eigenlijk onvoldoende om mee aan de slag te gaan, te weinig concreet om maatregelen te kunnen nemen.” Kortrijks schepen Philippe De Coene (sp.a) is het daarmee eens. “Je krijgt een microbeeld. Dat is natuurlijk nuttig. Maar daar kan je nog niet veel mee.”

In heel wat steden is de conclusie dezelfde. De databank biedt een handig overzicht van waar de besmettingen zitten. Maar om daarmee aan preventie te doen, heb je ook gegevens nodig over waar die personen geweest zijn en met wie ze contact hebben gehad. Die informatie is niet zomaar beschikbaar. En dus nemen veel steden maar zelf het heft in handen.

“Hoe sterker je structuur staat als stad, hoe meer je aan deze data zult hebben”, oordeelt Gents schepen Filip Watteeuw (Groen). “Wij stonden best al ver. Nu staan we nog wat verder.” Watteeuw ziet hierin een extra argument om de contacttracing te decentraliseren en veel meer vanuit het lokale niveau te organiseren. Daar zijn er immers directe contacten met de eerstelijnszorg of specifieke wijkteams.

“Als je niet verder in detail kunt gaan, zie je gewoon interessante staafgrafiekjes”, zegt ook Mohamed Ridouani (sp.a), burgemeester van Leuven. “Het is een puzzelstukje. Maar je moet het kruisen met data die je op andere manieren verzamelt.” Ridouani verwijst naar een proefproject waarmee de stad gestart is: het Leuvense afvalwater zal getest worden op sporen van sars-cov-2. Op die manier kunnen besmettingshaarden mogelijk in een erg vroeg stadium gedetecteerd worden.