Direct naar artikelinhoud
InterviewZaak-Reuzegom

‘De daders moeten iets krijgen dat ze voor de rest van hun leven meedragen’: drie vrienden over Sanda Dia, die stierf tijdens een studentendoop

Lucas, Tim en Robrecht: ‘De straf van de KU Leuven voor de Reuzegommers? Welke straf? Een paper schrijven? Dertig uur probleemjongeren begeleiden? Zij zijn de probleemjongeren.'Beeld Damon De Backer

Sanda Dia overleed in 2018 tijdens een doopritueel van de ‘elitaire’ studentenclub Reuzegom. De reconstructie van zijn doodsstrijd maakte ook zijn vele vrienden misselijk. ‘Hier moet rekenschap voor worden afgelegd.’

In Hasselt gaat op vrijdag 22 april de eerste zittingsdag van het proces tegen de leden van studentenclub Reuzegom van start, meer dan drie jaar na de dood van Sanda Dia (20).

Herlees hier het interview uit 2020 met de vrienden van Sanda Dia:

Met een mengeling van afschuw en verontwaardiging lanceerden de vrienden van Sanda Dia deze week een hashtagcampagne op sociale media. Via #justiceforsanda willen ze zoveel mogelijk mensen bewust maken van hoe hun vriend, een twintigjarige student burgerlijk ingenieur aan de KU Leuven, aan zijn einde is gekomen. Nadat de details over de doop die Sanda het leven kostte vorig weekend bekend raakten, konden ze niet achterblijven, vinden Tim, Lucas en Robrecht.

“Ik heb het stuk in de krant geen twee keer kunnen lezen”, zegt Lucas. Tim geeft toe dat hij halverwege is gestopt. “Meer kon ik niet aan.” Ook Robrecht zegt dat het hem teveel werd. “We zijn allemaal misselijk van wat er gebeurd is, maar nu zijn we nog zekerder van ons stuk: hier moet rekenschap voor worden afgelegd”, zegt Lucas stellig.

De reconstructie van de laatste dertig uren uit het leven van Sanda leest als een onthutsende inkijk in de denk- en handelswijze van de leden van Reuzegom, een Antwerpse studentenclub die, voor ze zichzelf na het overlijden van Sanda ontbond, gold als een kweekvijver van ’s lands toekomstige elite. In Reuzegom zaten overwegend zonen van rechters, advocaten, dokters en bankiers, die op hun beurt rechter, advocaat, dokter en bankier willen worden omdat ze vinden dat dat zo hoort.

De doodsstrijd van Sanda begon op 4 december 2018 met een cantus in Leuven, waar leden van Reuzegom hem zo dronken voerden met gin en bier, dat ze hem terug naar zijn kot moesten dragen. Daar sloten ze zijn watertoevoer af, zodat Sanda geen water kon drinken om zijn kater te lijf te gaan. Een dag later moest hij aan een blokhut in Vorselaar halfnaakt in een put kruipen en kreeg hij emmers ijskoud water, urine en uitwerpselen over zich heen gekieperd. Sanda moest levende goudvissen doorslikken, een aal verorberen en liters visolie drinken. In de schachtenpap die hij en twee lotgenoten kregen voorgeschoteld, zat een muis vermalen.

De betreurde Sanda Dia, voor altijd 20 jaar. ‘Alsof hij de lijm was die ons heeft samengebracht.’Beeld rv

Toen zijn toekomstige clubleden hem zwaar onderkoeld en uitgeput naar het ziekenhuis brachten, lag Sanda al twee uur meer dood dan levend in de gracht. Nadat ze hem op de spoeddienst hadden afgezet, gaven de Reuzegommers hun leden de opdracht alle foto’s en filmpjes in hun WhatsApp-groep te wissen. In Vorselaar en op Sanda’s kot in Leuven werd alles netjes opgeruimd. Van enig schuldgevoel was er eveneens geen spoor.

Het gerechtelijk onderzoek naar de dood van Sanda is intussen afgerond. Op 4 september komt het dossier voor de raadkamer, die moet beslissen of en hoeveel leden van Reuzegom zich voor de strafrechter moeten verantwoorden wegens onopzettelijke doding, het toedienen van schadelijke stoffen en onmenselijke behandeling. Sanda overleed op 7 december 2018 in het UZ Antwerpen.

In een zonnige tuin in Mortsel krijgen Tim (masterstudent farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen), Lucas (masterstudent burgerlijk ingenieur, KU Leuven) en Robrecht (masterstudent bio-ingenieur, KU Leuven) nog altijd kippenvel als ze eraan denken. Ze willen niet met hun achternaam in de krant omdat ze namens een veel grotere vriendengroep spreken van jongens uit Edegem, Mortsel en Wilrijk. Ze vinden ook dat het over Sanda moet gaan, niet over hen. “Iedereen heeft Sanda anders leren kennen”, zegt Robrecht. “Sommigen zaten met hem op de lagere school, anderen kenden hem van de voetbalclub SC OLVE, genoemd naar het Onze Lieve Vrouwe-college in Edegem. Daar heb ik hem in het tweede middelbaar leren kennen. Sanda’s hele leven speelde zich af in Edegem.”

Wat voor een jongen was Sanda?

Tim: “Voor mij was hij een vertrouwenspersoon. Ik vertelde meer tegen hem dan tegen mijn andere vrienden.”

Lucas: “Hij was veel voor veel mensen. Sanda kon goed luisteren en velde nooit een oordeel. Ik speelde met hem in dezelfde voetbalploeg en zat samen met hem op school. Pas toen we na het zesde middelbaar besloten om als enigen van onze vriendengroep naar Leuven te gaan om burgerlijk ingenieur te studeren, zijn we goed bevriend geworden. We gingen op kot in dezelfde straat, aten samen en gingen samen naar de les. Sanda is ook een tijdje samen geweest met mijn tweelingzus Julie. In de zomer van 2017 zijn hij en ik samen met Julie, mijn lief en mijn ouders op vakantie geweest. Sanda was hier kind aan huis. Hij was als een broer voor mij.”

Robrecht: “Onze vriendengroep is er een van elkaar pesten, plagen en lachen. Sanda kon daar geweldig goed mee om. Na school ging ik graag met hem voetballen en in bomen klimmen.”

Tim: “Omdat we allemaal van 1998 zijn, zaten we in het college ook allemaal in dezelfde klas: wiskunde-wetenschappen.”

Robrecht: “Met Sanda kon ik goed praten over techniek. Dan zaten we in de auto en hadden we het over de laatste technische ontwikkelingen.”

Lucas: “Het is verbazend hoe na Sanda’s dood de vriendengroepen van het college en het voetbal zijn samengesmolten. Alsof Sanda de lijm was die ons heeft samengebracht. Ergens is het logisch: Sanda werd door iedereen graag gezien. Ik kan mij voorstellen dat sommige mensen mij of Robrecht niet graag hebben, maar ik kan niemand verzinnen die Sanda niet mocht. Echt niemand.”

Robrecht: “Dat klinkt als een cliché, maar het is wel waar.”

Lucas: “Sanda lag ook goed bij alle meisjes in onze vriendengroep. Toen hij samen was met Julie, vonden haar vriendinnen Sanda de tofste. Zij kwamen met hun problemen naar hem.”

‘Sanda besefte dat je mensen moet kennen om vooruit te geraken in het leven. Reuzegom zag hij als een jumpstart voor zijn carrière.’Beeld Damon De Backer

Lucas, jij bent samen met Sanda naar Leuven getrokken. Zijn jullie ook allebei lid geworden van Reuzegom?

Lucas: “Nee. Niemand van onze vriendengroep zat bij Reuzegom. Ik lees nu overal dat Sanda een eerstejaars zou zijn, maar hij zat net als ik in zijn derde jaar toen hij zei dat hij lid wilde worden van Reuzegom. Sanda heeft niets cadeau gekregen in het leven: zijn papa is arbeider, hij was een kind van een Senegalees-Belgisch koppel. Hij had al zwaar moeten knokken om te staan waar hij stond. Tegen zijn papa had hij gezegd dat hij het ging maken in het leven. Sanda was een slimme jongen, erg getalenteerd. Reuzegom was voor hem geen doel maar een middel om het ver te schoppen. Hij dacht dat hij die jongens nodig had om connecties te maken.”

Robrecht: “Sanda besefte dat je mensen moet kennen om vooruit te geraken in het leven. Reuzegom zag hij als een jumpstart voor zijn carrière. Hij wilde hogerop geraken op de sociale ladder.”

Keek Sanda op naar die jongens?

Lucas: “Nee, dat lag niet in zijn aard. Sanda was daar alleen om te netwerken. Hij was geen typische Reuzegommer. Hoewel hij derdejaars was, was hij voor de Reuzegommers nog een schacht. Hij moest zich dus veel vrijmaken om voor die gasten opdrachten te doen. We gingen wel nog samen naar de les en als hij tijd had, spraken we af.”

Robrecht: “Zijn sociale leven viel toch bijna volledig samen met dat van jou, of niet?”

Lucas: “Ja, we zaten samen in een voetbalploegje in Leuven. Maar de meeste vrienden van ons zaten nog in Antwerpen. In het weekend spraken we met hen af.”

Robrecht: “Het was niet omdat hij in Leuven zat of omdat hij bij Reuzegom wilde gaan, dat hij volledig uit beeld verdween. Het contact was minder, maar het was niet verwaterd. We zijn ook altijd samen op reis blijven gaan.”

Tim: “Ik ben met Sanda naar Spanje en Portugal op vakantie geweest. We zijn ook eens gaan eurotrippen, met de trein en de bus van Kroatië via Boedapest en Praag naar Krakau.”

Robrecht: “Sanda reisde graag, hij wilde later een avontuurlijk leven. Na zijn studies was hij van plan naar Tokio te gaan.”

Lucas: “Hij was gefascineerd door Korea en Japan. Via een app op zijn smartphone was hij Japans aan het leren.”

Wat vond Sanda ervan dat hij gedoopt moest worden? Hij zat in het derde jaar maar werd nog behandeld als een schacht. Vond hij dat niet raar?

Lucas: “Nee, er waren drie schachten bij Reuzegom en geen enkele was eerstejaars. Een studentenclub zit wat dat betreft anders in elkaar dan een studentenvereniging.”

Robrecht: “Het was een groot geheim wat er ging gebeuren – over de doop werd bij Reuzegom nooit gepraat. Sanda had stress, hij wist niet waaraan hij begon.”

Lucas: “Hij wist wel dat het twee dagen zou duren.”

Hebben jullie hem na de eerste dag nog gezien?

Lucas: “Nee, ik heb hem de laatste keer gezien toen hij rozen moest verkopen. Hij had niet zoveel verkocht als de rest, dus werd hij harder aangepakt. Dat zijn we pas achteraf te weten gekomen. Die avond hebben ze hem nog liters gin laten drinken, tot hij comateus was. En dan hebben ze het water in zijn kot afgesloten. Barbaars.”

Feestje van zesdejaars van het college in Edegem, vlak voor de proclamatie. Toeval of niet, maar Sanda staat pal in het midden.Beeld rv

Robrecht: “Een dag later ging het martelen door in Vorselaar. Die nacht werden we gecontacteerd met het bericht dat Sanda in het ziekenhuis lag. Een lid van Reuzegom vroeg via Facebook of we het telefoonnummer van zijn ouders hadden.”

Lucas: “Wij zijn onmiddellijk naar het ziekenhuis gegaan. In het begin hadden wij de ernst van zijn toestand niet door. Maag leegpompen en klaar, dachten we. Sanda dronk niet meer dan de gemiddelde student.”

Robrecht: “Zijn papa is moslim, van thuis uit zou hij daar nooit goedkeuring voor gekregen hebben. Sanda overdreef zelden: hij had vaker wel de controle dan niet.”

Lucas: “Sanda was het type dat anderen naar huis bracht omdat zij meer hadden gedronken dan hij. Hij zorgde voor iedereen.”

Wat vinden jullie van het optreden van Reuzegom op de avond dat Sanda is gestorven?

Lucas: “Ze hebben níét opgetreden. Meer nog: de ochtend na het comazuipen, toen Sanda minder goed reageerde, zijn ze doorgegaan. Ik kan daar met mijn verstand niet bij – het is de waanzin voorbij. Als je dan bedenkt dat daar zelfs een geneeskundestudent bij zat...”

Robrecht: “Ze waren met achttien die avond. Voor ons zijn zij allemaal verantwoordelijk.”

Van de KU Leuven kregen de daders een taakstraf van dertig uur en moesten ze een paper schrijven als tuchtsanctie.

Robrecht: “Veel te licht. Dan kun je ze net zo goed geen straf geven.”

Kenny Van Minsel van het overkoepelende studentenorgaan Loko noemde het een mop. ‘Je wordt harder gestraft als je je bronnen niet goed citeert’, zei hij.

Lucas: “Dat gaf ons nog meer het gevoel dat we machteloos staan. Als een instelling zoals de KU Leuven al beslist om mensen die iemand de dood injagen zo goed als niet te straffen... Sorry, maar dat geeft de mensen nog meer de indruk dat het een stom ongeluk was – wat het niet is.”

Robrecht: “Het is pure nalatigheid. Hier moeten mensen hun verantwoordelijkheid voor nemen. Ik ga daar geen termen op plakken, het is niet aan ons om daarover te oordelen. Maar er is niets ergers dan iemand zijn leven afnemen. Als je daar niet voor gestraft wordt, waarvoor dan wel?”

Lucas: “De universiteit toonde zich tevreden over de straf die ze de daders heeft gegeven. Welke straf? Een paper schrijven? Dertig uur probleemjongeren begeleiden? Zij zijn de probleemjongeren. Na Sanda’s dood liepen de mensen van Reuzegom in Leuven rond alsof er niets gebeurd was. Ze pakken hun leventje terug op, zitten weer op café. Als ik een Reuzegommer van honderden meters ver zie aankomen, dan mijd ik die. Ik kan dat niet aan. Een van Sanda’s beste vrienden moest tijdens de les naar een presentatie luisteren van iemand van Reuzegom. Die jongen is daar een week niet goed van geweest.”

Behalve Sanda werden die avond nog twee andere schachten gedoopt, Victor en Christophe. Hebben jullie nog iets van hen gehoord?

Tim: “Bij de begrafenis hebben we hen gezien.”

Lucas: “Ze zijn ook naar de voetbalmatch komen kijken die we vorig jaar op 9 april hebben gespeeld, op Sanda’s verjaardag. Maar echt contact, nee.”

Robrecht: “Reuzegom is ontbonden, maar de vriendengroep bestaat nog. Ze komen samen alsof ze nog bestaan. De schachten hebben Sanda maar vier maanden gekend, ik denk niet dat daar vriendschap is opgebouwd.”

Sinds Sanda’s dood hebben jullie regelmatig contact met zijn vader. Hoe verloopt dat?

Lucas: “Een keer per maand gaan we bij hem langs. Dan kookt hij een grote schotel Senegalees eten en halen we herinneringen op.”

Robrecht: “Zelf vertelt hij niet veel, maar hij geniet ervan als er vijf vrienden van Sanda zitten te praten over hoe het was om met hem te voetballen of op school te zitten.”

Lucas: “We spreken meestal af op een doordeweekse dag omdat we dan naar de Champions League kunnen kijken op tv, die op de achtergrond speelt.”

Robrecht: “Sanda’s papa zegt dat hij op die avonden Sanda ziet zitten. Dat is een troost voor hem. Hij beseft dan ook hoe Sanda’s leven was en hoe goed het zat tussen ons. Het klikt met zijn papa zoals het met Sanda klikte: de koppigheid, het plagen en lachen, onnozel doen. Wij hebben dan het gevoel dat we Sanda even terug hebben.”

Lucas: “Dat plus een paar levenslessen, want die geeft Sanda’s papa altijd mee.”

'Dankzij Sanda is onze vriendengroep voor het leven verbonden.'Beeld Damon De Backer

Jullie hebben ook mee Sanda’s begrafenis geregeld. Hoe is dat gegaan?

Tim: “Omdat Sanda’s papa moslim is, wilde hij Sanda in de moskee begraven. Met onze vriendengroep wilden we een afscheid organiseren op onze manier en van zijn papa mochten we dat regelen. We hebben dat kunnen doen omdat we, zodra Sanda in het ziekenhuis werd opgenomen, onmiddellijk met onze vriendengroep zijn samengekomen. Dat zijn we die week elke avond blijven doen en daar hebben we veel kracht uit geput.”

Robrecht: “Met een kleine groep van zes man hebben we dat geregeld. Zijn papa zei: ‘Sanda heeft zijn hele leven in Edegem doorgebracht, dan moet hij daar ook begraven worden’. Na een afscheid in de moskee met zijn familie hebben we nog een dienst gedaan in de basiliek van Edegem, de enige plaats die groot genoeg was om veel mensen samen te krijgen. Zijn papa was daar dankbaar voor, het pakte hem dat er zoveel volk was. ‘Hoe kan dat toch?’, vroeg hij. Maar ons verbaasde dat niet: iedereen had Sanda graag.”

Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Robrecht: “Ik hoop op een rechtvaardige straf voor de daders – al is rechtvaardigheid een pleister op een veel te grote wonde. Ik vind dat de daders iets moeten krijgen dat ze voor de rest van hun leven met zich meedragen, want een schuldgevoel hebben ze blijkbaar niet als je ze ziet rondlopen. Ik zeg niet dat Sanda vermoord is en dat er dus een voorbedacht plan was, maar impulsief kun je dit niet noemen. Dit was geen ongeval, dit was een scenario dat stap voor stap is uitgevoerd, met het gekende gevolg. Ze hadden de stekker eruit moeten trekken in plaats van verder te doen.

“Dankzij Sanda is onze vriendengroep voor het leven verbonden. Het is lastig om ouder te worden, want je laat een vriendschap achter. Als wij straks 30 zijn, zal Sanda nog altijd 20 zijn.”

Lucas: “Sanda en ik hebben het eerste jaar van onze studie afgezien – burgerlijk ingenieur is zwaar. Maar we pepten elkaar op met het idee dat we er over vijf jaar zouden staan met ons diploma. Dat is nu mijn motivatie: dat ik er over een jaar zal staan voor Sanda, in plaats van met hem. Het is pijnlijk dat ik nooit zal weten hoe het hem vergaan zou zijn. De wereld lag aan zijn voeten.”