Waarom halsbandparkieten worden gezien als ‘de ratten van de lucht’

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Parkieten maken officieel geen deel uit van onze natuur, maar ze worden wel steeds talrijker, vooral in de steden.

Er circuleren leuke verhaaltjes over de manier waarop halsbandparkieten onze streken hebben veroverd. Het zijn vogels die uit Afrika en Azië stammen, maar veelvuldig in gevangenschap gehouden werden en worden – hun veelkleurige verenkleed spreekt tot de verbeelding. Kolonisten brachten ze mee naar huis voor hun vermaak, maar parkieten zijn beruchte ontsnappingskoningen, zodat ze met grote regelmaat in de vrije natuur terechtkwamen.

Zo wordt er over de Britse halsbandparkietenkolonie verteld dat ze afstamt van vogels die in 1951 ontsnapten op de filmset van The African Queen in Londen. De Belgische populatie zou het gevolg zijn van een zoo-eigenaar die in 1974 een aantal vogels losliet, volgens de ene als gevolg van een faillissement, volgens de andere om de Brusselse luchten wat op te vrolijken.

Een analyse in het blad New Scientist concludeerde dat beide verhalen mythes zijn. Er moeten gewoon tientallen jaren lang geregeld halsband- en andere parkieten uit gevangenschap ontsnapt zijn. In Brussel zouden er al in 1966 halsbandparkieten gesignaleerd zijn, in Engeland zelfs al in 1855. Na verloop van tijd vloeiden de afzonderlijke ‘introducties’ samen tot een populatie.

Parkieten zijn beruchte ontsnappingskoningen, zodat ze met grote regelmaat in de vrije natuur terechtkomen.

De vraag is vooral hoe de vogels erin slaagden te overleven in ons klimaat. Een belangrijke factor zou het zogenaamde urban heat island-effect zijn: in een stad is het altijd een aantal graden warmer dan op het platteland, wat de overlevingskansen van de dieren kan hebben vergroot.

De beste plek om halsbandparkieten in België te zien is het park achter de basiliek van Koekelberg in Brussel. Daar komen ’s avonds in minder dan een uur tijd vele duizenden vogels samen om er in de bomen de nacht door te brengen. Het is een geweldig spektakel, geliefd door de ene maar verguisd door de andere, want de vogels kunnen overlast veroorzaken door het lawaai dat ze maken en de uitwerpselen die ze lossen.

Over het algemeen lijkt het nogal mee te vallen met de schade die halsbandparkieten veroorzaken, zo blijkt uit een overzicht van bioloog Diederik Strubbe (UGent) en een aantal collega’s in het vakblad NeoBiota. Her en der in Europa zouden er wat schadesituaties zijn, zowel in de landbouw (de wijnsector) als op het vlak van biodiversiteit. De vogels broeden in holen, waardoor ze in competitie kunnen gaan met vleermuizen en met andere vogelsoorten, zoals spechten en spreeuwen. Maar als halsbandparkieten al overlast veroorzaken, is ze beperkt in ruimte en tijd. In de meeste gevallen zouden de dieren géén schade berokkenen.

Uitroeien, gesteld dat het wenselijk zou zijn, is niet aan de orde: daarvoor zijn de vogels te talrijk geworden. Door hun grote aantallen dreigen ze wel aan populariteit in te boeten. In Londen zijn ze op weg om algemener te worden dan de stadsduiven, wat gepaard gaat met een perceptieverschuiving bij de Londenaars: steeds meer worden halsbandparkieten er gezien als ‘ratten van de lucht’. Dat is niet bedoeld als een compliment.

Bovendien komen er steeds meer soorten bij. In Europa zou al een dozijn parkietachtigen uit de hele wereld stabiele populaties in het wild hebben uitgebouwd. De globalisering manifesteert zich ook in de vogelwereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content