Direct naar artikelinhoud

Meeste coronabesmettingen in allerarmste wijken

Borgerhout.Beeld Joel Hoylaerts/Photo News

Het coronavirus sloeg de afgelopen twee maanden het zwaarste toe in de armste, jongste, dichtstbevolkte en meest gekleurde wijken van Vlaanderen. Dat blijkt uit data-analyse van De Tijd

De eerste golf van het coronavirus werd nog vooral aangewakkerd door middenklassers die terugkeerden uit skigebieden, maar dit keer blijken de volkswijken de motor van de epidemie te zijn. Biostatisticus Geert Molenberghs en viroloog Steven Van Gucht lieten dat eerder al uitschijnen, en data-analyse door De Tijd bevestigt dat vermoeden nu.

Dubbel zoveel besmettingen

De 10 procent minst gefortuneerde wijken in Vlaanderen tellen ruim dubbel zoveel coronabesmettingen, concludeert de krant door de coronadata van de grootste 65 steden in het dashboard van de Vlaamse overheid te kruisen met vijf socio-economische indicatoren. De Antwerpse wijken Peperbus in Borgerhout, Sint-Anna op Linkeroever en Stuivenberg in de Noordwijk zijn het zwaarst getroffen.

In de allerarmste wijken waar inwoners jaarlijks een netto belastbaar inkomen tussen 7.600 en 14.347 euro hebben is de kans om besmet te raken met het coronavirus bovendien zelfs 2,6 keer hoger dan in de rijkste wijken, waar het netto belastbaar inkomen tussen 22.000 en 32.000 euro schommelt. 

Niet noodzakelijk oorzakelijk verband tussen armoede en corona

Het coronavirus treft in de tweede golf ook vaker wijken met minstens een derde inwoners met niet-Europese roots, buurten met veel jongeren en erg dichtbevolkte wijken. 

De wijken bepalen niet de kwetsbaarheid van elk individu dat er woont, en er is ook niet noodzakelijk een oorzakelijk verband tussen bijvoorbeeld armoede en corona. “Maar dan nog is het erg nuttig om dit te weten, om bepaalde wijken van nabij op te volgen en eventueel preventief op te treden”, zegt Sciensano-epidemioloog Brecht Devleesschauwer.