Direct naar artikelinhoud
ReportageBulgarije

Door ontvolking blijven ouderen alleen achter in Bulgarije: ‘In dit huis drink je tot je in slaap valt’

Boris Tsvetkov en Danka Tsvetkova voor hun huis in het dorpje Otsjindol.Beeld Waldthausen Marlena

Haast nergens ter wereld slinkt de bevolking zo snel als in Bulgarije. Dorpen lopen leeg, schoolgebouwen verkrotten, kerkklokken luiden als er weer een inwoner minder is. Maar in de gehuchten Otsjindol en Lyutibrod krijgen de ouderen dankzij Yana Rupeva voedzame maaltijden en aandacht.

Er zijn twee soorten mensen in Bulgarije. Je hebt de geluksvogels met een weg voor de deur, grind of asfalt, en je hebt mensen als Boris Tsvetkov en zijn vrouw Danka, voor wie je te voet op expeditie moet. Vanaf het dorpsplein in Otsjindol is het scherp naar rechts, een paar minuten klauteren over een modderig pad, tot waar de krekels de dienst uitmaken.

Toen Tsvetkov geboren werd, voor de Tweede Wereldoorlog, woonde driekwart van de Bulgaren nog op het platteland. In de vallei was werk genoeg: bij de lokale koperfabriek of, na de oorlog, bij een van de vele landbouwcoöperatieven naar Sovjet-model. Nu is Tsvetkov 84 jaar en twee hartaanvallen verder. De streek heeft niks meer te bieden. Dertig procent woont nog op het platteland. “De mensen hier zijn ons vergeten.”

Bulgarije mag zich samen met Letland de wereldwijde ‘leegloopkampioen’ noemen. De mensen trekken massaal weg, al veertig jaar: eerst naar de steden, daarna naar West-Europa, zodat er nu een Bulgaarse diaspora is van ongeveer een miljoen. Van 9 miljoen (rond 1989) kelderde de bevolking naar 6,9 miljoen, een neerwaartse spiraal die volgens berekeningen van de Verenigde Naties dreigt uit te komen bij 5,4 miljoen (2050).

Het geboortecijfer is te laag om de sterfte bij te benen. In cijfers uitgedrukt: iedere dag zijn er in eigen land gemiddeld 136 Bulgaren minder dan de dag ervoor. Een populaire mop onder Bulgaren gaat zo: Wat zijn de twee manieren om de crisis te ontvluchten? Terminal één en Terminal twee.

Memento mori

Op een halfuur rijden van Boris Tsvetkov ligt het dorp Lyutibrod, waar de lantaarnpalen behangen zijn met overlijdensberichten. O, zeggen de dorpelingen dan, buurman Ivan is overleden, ik heb zijn geiten nog gehoed, gelukkig is hij nu bij God. En in plaats van 240 inwoners staat de teller dan op 239, een kort memento mori in de kasboeken van de lokale gemeentesecretaris.

Maar in datzelfde Lyutibrod is sinds een halfjaar iets aan het veranderen. Iedereen is opgewonden over een initiatief van een 43-jarige vrouw. Sinds zij er is, zeggen de mensen, is er weer leven. Yana Rupeva opende eind 2019 een gaarkeuken waarmee ze de ouderen in de hele regio wil bedienen. Iedere ochtend stuurt ze iemand eropuit in een wit bestelbusje, met een stapel maaltijden achterin: meestal soep, plus een stoofgerecht en een cakeje.

Kokkinnen van Yana Rupeva.Beeld Waldthausen Marlena

“Het is niet alleen eten”, zegt Rupeva, terwijl haar twee dochters gillend over de veranda rennen. “Het gaat ook om kwaliteit van leven, dat mensen het gevoel hebben: ik heb iemand om op te leunen.” Haar keuken is tegelijk een stichting die opkomt voor kwetsbare groepen. In een nabijgelegen stadje organiseert ze teken- en schildercursussen voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze heeft een vrouw in dienst genomen die mantelzorg geeft aan een handvol ouderen.

Aanvankelijk schudden de mensen in het dorp hun hoofd om zoveel hoogmoed, vertelt Rupeva, die zelf uit de hoofdstad Sofia komt, maar wier schoonfamilie wortels heeft in Lyutibrod. Liefdadigheid hier? Nyama da stane, zeiden ze, een typisch Bulgaarse verzuchting. Gaat niet gebeuren. Fase twee: wantrouwen. “Ze roddelden dat ik er een bordeel van ging maken”, zegt ze schaterend. “Of dat ik gestolen EU-geld kwam witwassen.” Inmiddels is de stemming gekanteld. Ze bracht nieuwe hoop.

Zoals die keer dat ze een klant belde, een alleenstaande man van bijna 70. “Ik hoorde dat er iets mis was met zijn stem.” Zonder dat er iemand in de buurt was, had de man een beroerte gehad. Hij werd meteen opgenomen. Rupeva neemt een hijs van haar e-sigaret en blaast een wolkje. De kans is groot, zegt ze, dat haar telefoontje zijn leven redde.

In Rupeva’s keuken staan twee vrouwen in schorten ’s middags een zuurkoolstoofpot te bereiden. De maaltijdbakjes gaan daarna in de koelkast. De volgende ochtend, wanneer de mist nog als dons op de bergketens hangt, is het aan Ivan Mintsjev (65), roepnaam ‘Brutsji’, om ze te bezorgen op een rammelende fiets. Hop, hij rolt al van de heuvel, maaltijden in de ene hand, het stuur in de andere.

Brutsji werkte dertig jaar in de bouw, zwart betaald, en dreigde pensioenloos te verpieteren. Nu krijgt hij voor zijn oude dag omgerekend 240 euro in de maand. Een straathond rent keffend om hem heen terwijl hij het tuinhek openduwt van Radka Milova Dimitrova. De 92-jarige met vlassig haar herinnert zich de tijd dat het dorp nog een kostschool had met honderden kinderen. Nu is dat een bouwval. Dimitrova is slecht ter been (“de hond van de buurman heeft me gebeten”) en kan geen boodschappen doen, dus zijn de dagelijkse maaltijden uit de nieuwe gaarkeuken een uitkomst.

Lege speeltuinen

‘Ontvolking is het grootste probleem van Oost-Europa’, kopte de Financial Times begin dit jaar boven een opiniestuk van de toonaangevende denker Ivan Krastev (een geboren Bulgaar). In zijn meest recente boek Falend licht gebruikt hij speeltuinen als droevige metafoor. Je ziet ze overal in de regio, schrijft Krastev, weliswaar aangelegd met EU-subsidies, maar zonder spelende kinderen en daarom totaal verlaten.

In Bulgarije is de demografische crisis mainstream geworden, ziet Ruzha Smilova van het Centre for Liberal Strategies in Sofia. Vooral de ultrarechtse Bulgaarse Nationale Beweging (VMRO), die momenteel in de regeringscoalitie zit, wappert met doemscenario’s, zonder dat iemand weet wat de oplossing is. Eerst werd er geprobeerd ‘nieuwe Bulgaren’ te importeren uit onder meer Noord-Macedonië. De regering versoepelde de uitgifte van paspoorten, maar in plaats van zich in Bulgarije te vestigen vertrokken de gelukkigen massaal naar West-Europa.

Een ander idee: verhoog de kinderbijslag, naar het voorbeeld van de Poolse regering, maar ook dat ligt gevoelig. Onder nationalistische Bulgaren leeft het angstbeeld dat die sociale steun vooral ten goede zou komen aan (grote) Roma-gezinnen. “De publieke opinie schrijft voor dat we etnisch Bulgaars moeten blijven”, zegt Smilova. “Dat beperkt de opties nogal.”

Oud-kolonel Stefan Anfreev Petkov. “In dit huis drink je tot je het hoofd buigt en in slaap valt."Beeld Waldthausen Marlena

Leiders in de hele regio zitten in hun maag met de leegloop. Polen dicht de gaten met goedkope arbeid uit Oekraïne en Zuidoost-Azië. Een Roemeense minister opperde in 2018 dat het vrij reizen voor zijn landgenoten tijdelijk aan banden moest worden gelegd. Iedereen lachte dat weg. Waar het Westen migratie als oplossing ziet, wil de Hongaarse premier Viktor Orbán dat jonge vrouwen meer kinderen krijgen. “De beste migrant”, verklaarde hij, “is je eigen kind.”

Onder Orbáns leiding kwamen er aantrekkelijke fiscale regelingen voor jonge gezinnen. Getrouwde koppels kunnen sinds kort een lening van 30.000 euro afsluiten. Krijgen ze drie kinderen, dan mogen ze het geld houden. Loopt het huwelijk stuk of blijven ze vijf jaar kinderloos, dan moeten ze alles binnen vier maanden terugbetalen. Of het gaat werken, is nog maar de vraag. Volgens de regering is het geboortecijfer de laatste jaren geklommen van 1,2 naar 1,5, terwijl dat 2,1 zou moeten zijn om de bevolking op peil te houden.

Boerenworst met brandewijn

In de heuvels boven Lyutibrod beiert de kerkklok iedere week voor een nieuwe dode. Brutsji parkeert zijn barrel in de Levski-straat, nummer 11. “Oom Stefan!”, buldert hij (‘oom’ is een koosnaam voor ouderen). Het duurt even voor Stefan Andreev Petkov (87) hoort dat hij geroepen wordt. Hij was aan het werk in zijn tuin, waar hij maïs en pompoenen verbouwt. Zijn zoon schreef hem in voor de maaltijdbezorging. Petkov is er blij mee: “Ik heb er genoeg aan voor de middag en de avond.”

De oud-kolonel uit het Bulgaarse leger serveert schapenkaas met boerenworst voor zijn gasten en schenkt de glaasjes vol met zelfgestookte brandewijn. In zijn slaapkamer hangt een gipsen portret van een man met een forse snor. “Jozef Vissarionovitsj Stalin”, dreunt Petkov op. “De grootste man van zijn tijd.” Nemen we nog een borrel? “In dit huis drink je tot je het hoofd buigt en in slaap valt.”

Tien minuten verderop ploft Rupeva neer op haar terras. In het Westen, filosofeert ze, heb je als gepensioneerde van alles om naar uit te kijken, het is een tijd voor ontspanning en hobby’s. “Hier niet. Ouderdom betekent hier een proces van permanent verlies, een gestaag wegkwijnen in de vergetelheid. Als samenleving weten we dat het anders zou moeten zijn, maar we hebben niet de middelen om er iets aan te doen.”

Schapenkaas met boerenworst.Beeld Waldthausen Marlena

Haar ouders brachten Rupeva naar eigen zeggen een sterk gevoel voor humaniteit bij. Oftewel: ieder mens telt. Ze wil de trend keren, maar kreeg de coronapandemie voor de kiezen. De stichting draait op een krappe jaarbegroting van 60.000 euro, waarvan meer dan de helft uit donaties komt. Een deel droogde op door de recessie. Sommige nevenactiviteiten heeft ze moeten staken. “Als het zo doorgaat, moet ik vanaf maart of april mensen gaan ontslaan.”

Tegelijk zijn er tekenen dat de leegloop afkalft. Steeds meer hoogopgeleiden, onder wie veel ict’ers, keren de laatste jaren terug uit de diaspora vanwege de stijgende lonen. In Lyutibrod doken dit jaar enkele tientallen nieuwkomers op, op de vlucht voor het virus dat woekerde in de stad.

Aan de andere kant van de Iskar-vallei, in Otsjindol, keft een hond iedereen wakker. Op sommige dagen is de maaltijdbezorger de enige andere mens die Boris Tsvetkov en zijn vrouw zien. Hun kinderen zijn ver weg in de grote stad. Bij het afscheid, als het tuinhekje al open hangt, heeft de kleine, gelooide Danka Tsvetkova (80) een advies voor haar bezoekers. “Wees vrolijk, maak muziek, zing je lied.” Zo blijven ze in de vallei jong.