Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Neyts

Viroloog Johan Neyts: ‘Veel beleidsmakers snappen het écht niet’

Johan Neyts: 'De nieuwe piek had er nooit mogen komen.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Samen met zijn team zoekt viroloog Johan Neyts naar virusremmers én een vaccin tegen het coronavirus. Hij is hoopvol voor 2021, maar: ‘Veel beleidsmakers snappen het écht niet. Je moet de experts vertrouwen.’

“Ik vind het onwaarschijnlijk straf wat verpleegkundigen en artsen doen. De bevolking moet blijven beseffen met welke toewijding die mensen werken. Als ze in Oostende in het station staan te dringen, moet men weten dat dit zal resulteren in nieuwe ziekenhuisopnames en mogelijk doden. Als we niet oppassen komt de miserie van de eerste golf ­terug.”

Viroloog Johan Neyts (54) van het Leuvense Rega Instituut zal het een aantal keer benadrukken. De strijd tegen het coronavirus SARS-CoV-2 is een werk van lange adem. We moeten ons voorbereiden op mogelijk een aantal permanente veranderingen in ons leven. “Sociale handelingen die we vanzelfsprekend vonden, zoals handen geven of kussen, zie ik niet snel terugkomen”, zegt hij wanneer we elkaar spreken, net nadat bekend werd dat het aantal besmettingen in de voorbije zeven dagen steeg tot gemiddeld 531 per dag. “Misschien verdwijnen ze zelfs voorgoed. Sociaal is dat natuurlijk jammer, maar we leven nu eenmaal met de realiteit van virale en andere infecties. Dit virus heeft een blijvende impact op hoe we ons gedragen.”

We zijn nog volop bezig met het indammen van een beginnende tweede golf en er wordt al gesproken over golven drie, vier en vijf. Gaan we tot de zomer van 2021 het sociaal contact moeten beperken, wat u onlangs ‘een kwestie van landsverdediging’ noemde?

Johan Neyts: “In ieder geval beperken we ook na deze tweede piek best nog een hele tijd enigszins onze sociale contacten. In theorie zou je dit virus de wereld uit kunnen helpen door iedereen op deze planeet voor een paar weken vijf meter uit elkaar te zetten. Maar we moeten streven naar een evenwicht tussen de maatregelen en het min of meer normaal functioneren van onze maatschappij en economie. De mensen zien hopelijk snel dat de huidige maatregelen een impact beginnen te hebben. Maar zodra we weer over de top zijn, moet de curve deze keer vollédig naar beneden. Eind juni hebben we te vroeg gelost.

BIO

• geboren in 1966, in Blankenberge • licentiaat biologie, doctoreerde in de virologie • professor medische virologie aan de KU Leuven, post­doctoraal onderzoeker aan de University of North Carolina • hoofd van labo aan het Rega Instituut (KU Leuven), bereikte met team doorbraken in de strijd tegen o.a. het zika­virus, gele koorts en aids • zoekt nu naar virus­remmers en een vaccin tegen het corona­virus • gehuwd, heeft een zoon en een dochter en een mooie hobby: schapen ­kweken   

“We zijn op een plateau blijven hangen van 85 besmettingen per dag, wat betekent dat er in werkelijkheid meer zijn omdat niet iedereen wordt opgepikt.

“Bij het begin van de vakantie dacht iedereen dat het opgelost was, maar met de wisselende bubbels van vijftien zat het spel uiteraard weer snel op de wagen. Nu raken stilaan omgangsvormen ingeburgerd die vooraf ondenkbaar waren, zoals gaan winkelen met een mondmasker. Ik vind het ook indrukwekkend hoe snel veel horeca-­uitbaters zich hebben aangepast. Er is een soort discipline ontstaan.

“Het stelt me gerust dat het grootste deel van de bevolking zich aan de richtlijnen wil houden. Dat maakt een groot verschil. Nu en dan zal het virus weer opflakkeren en zullen we het weer de kop moeten indrukken. Door de maatregelen zullen we ook de overdracht van andere infecties die druk kunnen zetten op hospitalen beperken, zoals RSV of de verwachte influenzapiek na kerst.”

Deze aanpak kan wel een nieuwe lockdown vermijden?

“Ik denk van wel. Zo zullen in tegenstelling tot de eerste golf kinderen hopelijk naar school kunnen gaan omdat we nu weten dat kinderen minder gevoelig zijn en het virus minder verspreiden. Om een derde, vierde en wie weet vijfde piek zo klein mogelijk te maken zal iedereen zijn gezond verstand moeten gebruiken, zal de politiek de wetenschap moeten volgen en zal testing en tracing absoluut optimaal moeten worden uitgerold.”

In Antwerpen opende het eerste ‘testdorp’. Een model voor elders?

“Testdorpen kun je inzetten voor het testen van mensen die geen symptomen hebben maar mogelijk in contact kwamen met corona-geïnfecteerden. Zo gaan we ook artsen en ziekenhuizen ontlasten. Ik vind het een heel verstandige benadering om snel en vroeg eventueel nieuwe besmettingen te identificeren. Dit moet je uiteraard ook koppelen aan contacttracing.”

Het Verenigd Koninkrijk begon in april al met testdorpen. Waarom zijn wij zo laat ?

“Ik heb het gevoel dat nogal wat beleidsmakers lang moesten broeden op bepaalde adviezen van experts en het lastig vinden om te geloven dat experts zich baseren op cijfers en kennis, en niet op buikgevoel. Ik heb wel het gevoel dat met de laatste Veiligheidsraad de klik is gekomen. Wel wat laat. De nieuwe piek in Antwerpen en elders had er niet mogen komen.”

‘Eén dosis van ons vaccin beschermt hamsters volledig tegen infectie. Ik ben hoopvol dat testen bij de mens hetzelfde resultaat kan geven.’Beeld Thomas Sweertvaegher

In de Global Health Security Index scoorde België vorig jaar uitstekend, maar halen we een 0 op emergency preparedness en risk communication. Mogen we daaruit besluiten dat, behalve de kring van experts, niemand hier het risico op een pandemie ernstig nam?

“Dat is mijn aanvoelen. Zelfs tot heel recent. Ik denk nu even aan een uitzending van Terzake eind vorige maand waarin minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) samen met mijn collega Pierre Van Damme zat, die uitlegt dat het alweer vijf over twaalf is. De Crem relativeerde. Op dat moment dacht ik: ‘Hij en veel anderen snappen het écht niet.’ Dat was geen kwaaie wil, dat was duidelijk zijn buikgevoel, maar op dat moment... Tijdens de eerste piek vielen er 10.000 doden te betreuren, van wie sommigen moederziel alleen stierven in woon-zorgcentra, en dan zie je hem nog denken dat het in orde komt.

“Je moet de experts vertrouwen. Het is alsof je meteorologen de deur wijst die zeggen dat we de stormvloedkering moeten sluiten als er een zware storm op komst is. Als men zelfs tijdens een pandemie op zo’n manier reageert, hoe zouden ze dan vijf of tien jaar geleden al aan een pandemieplan hebben gedacht? Neen, dat was duidelijk niet aan de orde. Dat besef was er toen niet en is er nu zelfs nog niet helemaal. Misschien hadden wij wetenschappers harder aan de boom moeten schudden. Daarom moeten we ons nu ook blijven roeren.”

Voor deze pandemie deed u een voorstel om onderzoek te doen naar coronavirus­remmers, maar u vond nooit gehoor.

“Het is een internationaal grote verantwoordelijkheid. Als mensheid moet je je wapenen tegen nieuwe virussen. Al in 2013 schreef ik in het vakblad Current Opinion in Virology dat we breedwerkende antivirale middelen moeten ontplooien, om zowel nieuwe als verwaarloosde virusfamilies de baas te kunnen. Ik schreef het na de uitbraak van het MERS-coronavirus in het Midden-Oosten in 2012. Eerder manifesteerde zich in 2003 in Azië al het eerste SARS-­corona­virus. Daarnaast kennen we vier ‘brave’ corona­neefjes die enkel verkoudheden veroor­zaken.

“Er waren dus zes coronavirussen die infectie bij de mens veroorzaken en waarbij het mogelijk was om er breedwerkende antivirale middelen tegen te ontwikkelen. Op academisch niveau zoeken wij en andere teams wel naar de achillespees van deze virussen. Maar om deze kennis verder te ontwikkelen tot een middel dat je kunt toedienen, moet je wel blijvend kunnen investeren.”

Waar staat u nu met de zoektocht naar virusremmers?

“De ontwikkeling van specifieke en krachtige virusremmers duurt jaren. Omdat we nu op korte termijn antivirale middelen nodig hebben, zoeken we in bestaande medicijnen of er enkele tussen zitten die toevallig ook coronavirussen remmen. We vinden wel wat werkzame stoffen, maar je kunt daar natuurlijk geen wonderen van verwachten. We werken daarom ook aan combinaties van dergelijke middelen om de werkzaamheid te maximaliseren.

“Gelukkig is er nog remdesivir, de ebola­remmer van Gilead Sciences die ook enige werkzaamheid vertoont tegen coronavirussen. We toonden trouwens via SARS-CoV-2 geïnfecteerde hamsters aan dat hydroxychloroquine, waarvan Trump beweert dat het werkt, compleet níét werkt.”

Jullie zoeken naast virusremmers ook een vaccin op basis van het bestaande gele­koorts­vaccin. Hoe hoopvol bent u?

“We hebben een vaccinkandidaat die echt goed is. We zijn het enige team dat ons baseert op het gele­koorts­vaccin, dat met één injectie levenslange immuniteit garandeert. Als we dit effect met dit nieuwe vaccin kunnen bereiken, betekent dat een enorm voordeel. Een aantal vaccins die nu elders worden ontwikkeld, zullen twee dosissen ver­eisen, wat ook betekent dat je de productiecapaciteit in farmabedrijven moet verdubbelen.

“Wij zien dat één dosis van ons vaccin, vaak zelfs al na tien dagen, hamsters volledig beschermt tegen infectie. We moeten voorzichtig blijven, maar ik ben hoopvol dat onze testen bij de mens dezelfde resultaten kunnen geven.”

‘Een biologisch wapen is véél makkelijker te maken en te ‘ontplooien’ dan pakweg een kernraket. We moeten ons daarop voorbereiden.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Waar staan de andere onderzoekers?

“Er zijn wereldwijd meer dan 120 vaccinprojecten, van verschillende types. Er zijn er die stekelige viruseiwitten injecteren om het immuunsysteem te activeren, er zijn de genetische DNA- en RNA-vaccins, en dan heb je de hele reeks vectorvaccins.

“Onze technologie daarentegen is uniek. Alleen al daarom is het belangrijk dat ons project verder wordt uitgerold. Er zijn een aantal grote bedrijven die vooroplopen – AstraZeneca, Moderna, Janssens, Pfizer en Sanofi bijvoorbeeld. Een belangrijke vraag is hoelang de immuniteit na vaccinatie zal blijven bestaan. Zolang de klinische studies niet zijn uitgevoerd, moeten we daarom op meerdere paarden wedden. De wereld zal hoe dan ook meerdere soorten coronavaccins nodig hebben. Er zijn bijna acht miljard mensen te vaccineren op deze planeet.”

Wanneer zullen de eerste vaccins klaar zijn voor gebruik?

“Moderna bijvoorbeeld claimt dat dit al ergens rond Nieuwjaar zal zijn, een aantal andere koplopers zal ergens in de loop van 2021 volgen. Dat zal aanvankelijk maar een beperkt aantal dosissen zijn. Of deze eerste vaccins ook de beste zullen zijn, moeten we nog zien.”

Wie moet eerst gevaccineerd worden: kwetsbaren en ouderen of juist jongeren die als superverspreiders kunnen optreden?

“De WHO is bezig een soort van piste te ontwikkelen die hopelijk door heel wat landen wordt gevolgd. Er wordt over nagedacht om er eerst voor te zorgen dat landen voor ongeveer 2 procent van de bevolking voldoende dosissen krijgen, zodat artsen en verpleegkundigen beschermd kunnen worden. In een tweede fase voorziet men dosissen voor de volgende 8 procent van de bevolking, voor mensen met een verhoogd risico. Pas als dat achter de rug is, kun je breder gaan. Dan stelt zich ook de vraag of je jongeren, onder wie er superverspreiders zitten, moet vaccineren.”

De ontwikkeling van een vaccin en vooral de massaproductie is peperduur. Rekent u op steun uit het Europese coronafonds?

“Om tot fase 1 en 2 van de klinische studies te komen (eerst testen op gezonde vrijwilligers en dan op veel meer mensen, MR), hebben we nu enkele tientallen miljoenen euro nodig. Normaal kun je via start-ups durfkapitaal ophalen, maar we hebben nu echt de tijd niet om daar voluit voor te gaan. We kunnen geen maanden discussiëren over een miljoen links of rechts, het moet vooruit. Het is een zaak van landsverdediging. We kijken daarom ook naar de Europese en nationale overheden.”

Wereldwijd zien we ook een wedloop waar­bij kapitaalkrachtige regeringen vaccins reserveren. Heeft de Belgische regering bij jullie al gereserveerd?

“België schrijft zich in in het Europees beleid, wat ik alleen maar kan toejuichen. Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië liepen wat vooruit. Ze bestelden bij AstraZeneca al vaccins voor 300 miljoen euro. Ik begrijp dat, maar ik denk dat Europa hier eendrachtig moet samenwerken.”

In februari pleitte u voor een ‘wereldwijde unie om aan virusbeheersing te doen’. Toen kwam Donald Trump die sprak over het ‘China-virus’, verlieten de VS de WHO en torpedeerden zo de globale samenwerking. Welke schade is hierdoor aangericht aan het wetenschappelijk onderzoek?

“Aan het wetenschappelijk onderzoek niet zozeer. De VS blijven een voorloper. Wel is het heel schadelijk dat in een pandemie als deze de VS niet meer onder de vlag van de WHO varen. Een pandemie kun je nu eenmaal maar eendrachtig verslaan. Dan heb je grote jongens als Amerika nodig. Er was met Predict ook een initiatief van het Amerikaanse USAID dat probeerde te voorspellen waar uitbraken kunnen plaatsvinden. Ze identificeerden al 160 nieuwe coronavirussen bij dieren. Trump zette dit onderzoek stop. Laten we alleen al daarom hopen dat Trump niet wordt herverkozen en dat Joe Biden zijn beslissingen vanaf dag één kan terugschroeven.”

‘We kunnen geen maanden discussiëren over een miljoen links of rechts, het moet vooruit. Het is een zaak van landsverdediging.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Vorig najaar nog was u nog op werkbezoek bij uw collega’s in Wuhan, waar het virus uitbrak. Kunt u vandaag met hen samen­werken?

“Ja, we werken intensief samen met enkele Chinese teams aan de ontwikkeling van krachtige virusremmers.”

Heeft China intussen patiënt nul gevonden?

“Nee, en dat zal wellicht nooit meer gebeuren. Dit coronavirus begon allicht ergens in september, oktober – toen ik in Wuhan was – te circuleren. Het is overgegaan van één vleermuis op één mens, al dan niet via een tussengastheer zoals een schubdier. Een klassiek voorbeeld van hoe snel het kan gaan, is de ebola-uitbraak van 2014 in West-Afrika. Die vond plaats in een klein dorpje in Guinee; patiënt nul was een klein meisje dat in een holle boom had gespeeld waarin vleermuizen zaten. Door die paar vleermuizenkakjes waar dat kind mee in aanraking kwam, vielen uiteindelijk 11.000 doden.”

Trump insinueerde ook dat het virus per ongeluk uit een Chinees labo is ontsnapt. Is dat mogelijk?

“Misschien is het overgedragen door het eten van grote vleermuizen. Maar wat niet kan worden uitgesloten, is dat iemand uit een labo geïnfecteerd raakt bij het vangen of manipuleren van vleermuizen, ziek wordt en een coronavirus overdraagt op anderen. Mocht dat zo zijn, dan zal natuurlijk niemand zich daarvan bewust zijn.”

Veiligheidsanalisten waarschuwen dat terreur­organisaties als IS of schurkenstaten nu gezien hebben hoe makkelijk een virus de wereld kan terroriseren. Hoe ongerust bent u over bioterreur met virussen?

“Daar waarschuw ik al twintig jaar voor. Neem pokken. Ze zijn in 1979 uitgeroeid door vaccinatie. Daarna is men gestopt met vaccinatie. Iedereen die daarna is geboren, is gevoelig voor dit verschrikkelijke virus, dat een mortaliteit van soms wel 40 procent veroorzaakte. De Spaanse kolonisten brachten het mee naar de Nieuwe Wereld en het virus roeide de halve Azteekse bevolking uit... Nu is het virus weg, maar er worden nog stalen van bewaard in twee streng beveiligde labo’s – in Novosibirsk, Rusland, en bij het Amerikaanse CDC in Atlanta.

“Al lang zijn er discussies gaande om deze stalen voorgoed te vernietigen om risico op misbruik te voorkomen. Er wordt echter gevreesd dat Noord-Korea in diepvriezers alsnog pokkenvirussen opslaat. Dat virus kun je makkelijk produceren en opslaan in kleine tubes. Een gevaccineerde terrorist kan bijvoorbeeld met een plantenspuit het virus vernevelen in een station of in een lucht­haven. Een biologisch wapen is véél makkelijker te maken en te ‘ontplooien’ dan pakweg een kernraket.

“Een ander voorbeeld is polio, ook bijna uitgeroeid door goeie vaccinatiecampagnes. Maar tegenwoordig kun je dit virus in een goed uitgerust labo met biotechnologische methoden vrij makkelijk opnieuw maken. Gelukkig blijft men wel vaccineren tegen polio.

“We moeten toch waakzaam zijn. Wie had ooit gedacht dat je ooit terroristen zo ver kon krijgen om zich met vliegtuigen in de WTC-torens te boren? Met een plantenspuit ergens rondlopen is dan maar een kleine moeite. Ik zeg altijd: be prepared for the expected unexpected. Te verwachten valt dat nieuwe virussen zullen opduiken, maar het onverwachte is dat we niet weten welke. Het kan een corona- of fla­virus zoals zika (door mug overgedragen virus dat verlammingen en geboorteafwijkingen kan veroorzaken, MR) zijn, een nieuwe hiv of een terroristische aanslag met een bestaand virus. We moeten ons daarop voorbereiden zoals militairen zich wapenen tegen een menselijke ­vijand.”

Wat is het grootste virale gevaar waar de wereld zich voor moet hoeden?

“Viroloog Peter Piot zegt altijd: we moeten de Big One verwachten, een enorme pandemie zoals de Spaanse griep van 1918, die wereldwijd tot 50 miljoen doden eiste. Zoiets kan opnieuw gebeuren met influenza maar evengoed met andere virussen. Met influenza weet men gelukkig wel hoe snel vaccins te maken, er zijn ook virusremmers tegen dit virus, maar het kan nog veel problemen veroorzaken. Of denk aan hiv, dat sinds 1983 al 35 miljoen doden eiste. Nu leven nog 30 miljoen mensen met hiv. Dat is óók een grote pandemie die nog steeds bezig is.”

‘Ik een toekomstig Nobelprijs-winnaar? Neen, voor die prijs weeg ik echt niet zwaar genoeg.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Is het coronavirus dan géén Big One?

“Zeker! Maar laat het me zo stellen: het had nog érger gekund. Stel je voor dat het SARS-CoV-1-­virus van 2003 in Hongkong niet zo snel was ingedijkt door testing en tracing. De mortaliteit was daar toen 10 procent. Het MERS-coronavirus veroorzaakt een sterftecijfer van 30 procent. Stel je voor dat er over enkele decennia een nieuw coronavirus verschijnt dat zoals nu via onder anderen superverspreiders de wereld rondraast en zo’n hoog sterftecijfer heeft. Ik wil er niet bij zijn. Of een nieuw paramyxo­virus dat vooral kinderen zou treffen en dat zich even makkelijk verspreidt als mazelen en RSV, virussen die ook tot deze familie behoren. Daar wil ik ook niet bij zijn. We mogen geen enkele familie van virussen waarvan we weten dat ze het potentieel hebben om van dieren op de mens over te springen, of die als bio­wapen kunnen worden ingezet, over het hoofd zien.”

Wat is de doorbraak die u nog zou willen bereiken?

“Naast het vaccin en de therapie waaraan we nu werken, is dat vooral de ontwikkeling van volledig thermostabiele vaccins, en verder de basis leggen voor de ontwikkeling van breedwerkende antivirale middelen. We hebben niet enkel coronavirusremmers nodig maar ook remmers voor andere virusfamilies, waarvan we vermoeden dat er ooit gevaarlijke varianten kunnen uit ontstaan. We hebben voor elk van die families een strategische voorraad van virusremmers nodig, best onder controle van de Wereldgezondheidsorganisatie. Als er dan zoals in Wuhan een uitbraak is met een nieuw virus, zou je dat daar meteen kunnen invliegen om zieke mensen te behandelen en gezondheidswerkers preventief te behandelen. Samen met quarantainemaatregelen zou je zo de uitbraak versneld kunnen inperken. We moeten de kleine vlammetjes doven, niet de uitslaande brand.

“Stel nu dat er een nieuw virus verschijnt met een reproductiegetal van 15 tot 18 dat levensgevaarlijk is voor jonge kinderen. Dan kun je je voorstellen dat het zich zo snel verspreidt dat je met een vaccin, waarvan de ontwikkeling dus al snel anderhalf jaar duurt, compleet achter het net vist. Dan moet je je bevolking wel heel lang in lockdown plaatsen. We moeten ons dus vooral niet alleen op het coronavirus blindstaren.

“Nog een voorbeeld is rabiës (hondsdolheid), waar wereldwijd jaarlijks 60.000 mensen, vooral kinderen, aan sterven in Afrika en Azië. Honderd procent mortaliteit zodra er symptomen zijn! Het moet absoluut mogelijk zijn om daar remmers tegen te ontwikkelen. We lopen compleet onbeschermd rond tegen virussen die mogelijk nog veel erger zijn dan dit coronavirus. We moeten voor elke van deze virusfamilies antivirale middelen op de plank hebben liggen. Dit moeten we als mensheid gewoon doen. Het is een kwestie van wil en financiering.

“Ik ben een grote fan van ruimtevaart; we vlogen in 1969 naar de maan en er rijden nu karretjes op Mars. Dat de mens dat allemaal kan, maar dat we ons anderzijds niet voldoende beschermen tegen virussen, kan er bij mij niet in.

“Het is wat Peter Piot ook al lang zegt. De titel van zijn boek (uit 2012) is niets voor niets Geen tijd te verliezen. Jammer genoeg is er al veel tijd verloren gegaan: vóór de pandemie door geen remmers klaar te hebben en tijdens de pandemie door te laat te beginnen met testen en opsporen.”

Viroloog Emmanuel André noemde u al een toekomstig Nobelprijswinnaar. Een schitterend compliment, maar het toont ook de hoge verwachtingen. Hoe gaat u om met die druk?

“Emmanuel is véél te vriendelijk voor mij. Hij bedoelde dit uiteraard met een knipoog. (lacht) Nee, voor die wetenschappelijke prijs weeg ik echt wel niet zwaar genoeg.

“Ik kan persoonlijk redelijk goed met druk om, maar dit is gezien het dringende en belangrijke maatschappelijke karakter wel speciaal. In tegenstelling tot bij ons ander werk kijkt hier iedereen nu over onze schouders mee. Het blijft ook wetenschap: voor elke twee passen vooruit doe je ook een stap achteruit. Maar het is onze maatschappelijke plicht om dit te doen.”