Het Prinsenhof vandaag
Alexander Dumarey

Bruisende plekken: een Bourgondische privécollectie leeuwen leefde in het midden van de stad Gent

In de reeks "Bruisende plekken" ontdekken VRT-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey de plaatsen waar ooit mensen feestten, dansten, vierden of genoten. Maar waar de sporen van de geschiedenis zo goed als weggevaagd zijn en voorbijgangers niet beseffen dat ze geschiedenis onder hun voeten hebben. Vandaag: Karel V en zijn prestigieuze stal met leeuwen in Gent.

Sinds de sluiting van de dierentuin, de Gentsche Diergaerde in 1905 is er geen leeuw meer te bekennen geweest in Gent. De stad heeft alleen nog een leeuw in haar wapenschild. Nochtans hebben midden in de stad enkele honderden jaren leeuwen geleefd. In de buurt die nu het Prinsenhof heet, tussen Rabot en het Gravensteen.

Ingekleurde gravure van het Prinsenhof door Antonius Sanderus uit 1641

Achter de Kerk van de Ongeschoeide Karmelieten in de Burgstraat, tussen de kloostergebouwen ligt een bakstenen gebouwtje dat nog steeds het leeuwenhok wordt genoemd. Het is wat overblijft van een kleine dierentuin  die deel uitmaakte van het Prinsenhof, de verdwenen Gentse residentie van de hertogen van Bourgondië. In het leeuwenhok leefden de leeuwen van Karel V, zijn voorvaderen en nazaten. In de aanpalende kloostertuin, de oorspronkelijke leeuwenmeers, lagen ze onder de zon en in het rulle zand.

Het Leeuwenhok in de tuin van de Ongeschoeide Karmelieten
Alexander Dumarey

Stadspaleis van Karel V

Het Prinsenhof ontleende zijn naam aan de geboorte van Keizer Karel V. In  het jaar 1500 werd hij er geboren als prinselijke zoon van Filips de Schone en Johanna van Castilië. Karel V zou een van de machtigste heersers worden die Europa ooit gekend heeft. Het Prinsenhof ontstond waarschijnlijk in de dertiende eeuw als Hof ten Walle, toen het verblijf van de Gentse burggraaf. De Bourgondische hertogen bouwden het later geleidelijk aan uit tot een ommuurd stadspaleis met grachten,poorten, woonhuizen, een kapel en een neerhof. Ze resideerden er meestal tijdelijk, onderhielden diplomatieke contacten en ontvingen adellijke connecties.

Het was ook vanuit het Prinsenhof dat Karel V de Gentse opstand van 1539 de kop indrukte. Gentse edellieden en ambtenaren protesteerden tegen de hoge belasting waarmee de keizer zijn militaire veldtochten vanuit Madrid financierde. Verschillende kopstukken werden onthoofd, anderen werden vernederd en moesten met een strop rond het hoofd door de stad trekken. De roepnaam Gentse Stroppendragers was geboren.

Het Donkere Poortje, een restant van het Prinsenhof
Alexander Dumarey

De symboliek en heraldiek van de leeuw

Vermoedelijk werd het Leeuwenhof gebouwd in het midden van de vijftiende eeuw, al zijn er ook vroeger al aanwijzingen van het bezit van leeuwen. In de noordoostelijke hoek van het stadspaleis werden stallingen gebouwd, afgeboord door houten hekken, water en een omheiningsmuur.

Het houden van exotische dieren was in het oude Egypte al een statussymbool van de machtigen. Na de kruistochten werden de dierenparken of menagerieën populair aan de Franse, Italiaanse en Duitse hoven. Ook de Bourgondische hertogen lieten niet na om uit te pakken met dieren die ze lieten importeren of ruilden met andere hoven. Geen enkel ander dier had een grotere symbolische betekenis dan de leeuw, het dier uit de heraldiek dat op zo veel schilden en wapens stond. In geen enkele koninklijke privécollectie mocht een leeuw ontbreken, zeker niet in die van de van glorie bezeten Karel V.

Standbeeld van Keizer Karel in het Prinsenhof
Alexander Dumarey

Doodgebeten

De Gentse stadshistoricus Daniel Lievois bestudeerde oude rekeningen van de stad Gent en de ontvanger van Oost-Vlaanderen uit de regeerperiode van Karel V. Hij stuitte op verbazingwekkende informatie. Het Leeuwenhof telde op het hoogtepunt tot negen leeuwen met namen als Austria, Bourgoigne en Flandria. Er was sprake van zeker één beer in een berenhok, van papegaaien en lynxen. Leeuwenwelpen werden geboren en in speciale koffers gestuurd naar verwanten van de Habsburgse dynastie, naar Keizer Maximilliaan of Maria van Hongarije. Een resem werklieden en verzorgers stonden op de loonlijst, een niet geringe uitgave. Voor een verzorger die luisterde naar de naam Cornelis liep het in 1549 slecht af na een beet van een leeuw.

De leeuwen leefden in hokken met valdeuren en hadden een open park met een houten afsluiting.  Er was zelfs sprake van een tribune van waar gasten de dieren konden bekijken. Een latere kroniek beschrijft hoe er dierenspelen werden georganiseerd. Genodigden mochten zien hoe prooidieren het leeuwenpark werden ingejaagd en er niet meer levend uitkwamen. Een van de bekendste genodigden was de Duitse schilder en tekenaar Albrecht Dürer. In 1521 verbleef hij tien dagen in Gent, genoeg tijd om  vermoedelijk de meest imposante leeuw uit het Prinsenhof te tekenen. De schets bevindt zich nu in het Albertinamuseum in Wenen. 

Leeuw getekend door Dürer in 1521.

Ongeschoeide Karmelieten

Albrecht en Isabella waren de laatste hertogen die resideerden in het Prinsenhof. De gebouwen geraakten in verval, werden verkocht en kregen wisselende bestemmingen. De Orde van de Ongeschoeide Karmelieten kocht in 1651 een deel van het hof waaronder de oude stallingen van de leeuwen. In eerste instantie werd het Leeuwenhof omgevormd tot kloostergebouw. Paters bleven er 15 jaar wonen en bidden. Later bouwden de Karmelieten nieuwe kloostergebouwen en de barokke kerk langs de Burgstraat.

De Karmelietenkerk aan de Burgstraat
Alexander Dumarey

Veel rest is er in Gent niet van het domein van de Bourgondiërs. Het Prinsenhof is geleidelijk door de stad opgeslorpt. Het hof is blijven leven in de straatnaam Prinsenhof. Daar ligt ook het enige overblijfsel, een poortgebouw in Gent bekend als het Donkere Poortje. In de tuin achter de Karmelietenkerk liggen nog steeds de laatste resten van de leeuwenmeers en het Leeuwenhof. De tuin is voor het publiek gesloten.

De tuin van de Ongeschoeide Karmelieten
Alexander Dumarey

Volg onze fotograaf op Instagram

Meest gelezen