Minister De Crem (CD&V) wil plaatsverbod voor hele kustlijn voor relschoppers

Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Pieter De Crem (CD&V) wil relschoppers zoals de aanstokers van de vechtpartij in Blankenberge zaterdag, hard aanpakken. “Ik zal initiatieven nemen om naar analogie met de voetbalwet een plaatsverbod te kunnen opleggen.” De Crem oppert een plaatsverbod voor de hele kustlijn, “en indien nodig voor de recreatiegebieden in het hele land”.

(lees verder onder video)

© Belga

De minister, die met zijn partij CD&V deel uitmaakt van de minderheidsregering-Wilmès maar ook gesprekken voert over de vorming van een nieuwe regering met N-VA en PS, ijvert tegelijk voor een meldingsplicht voor wie gekend is voor strafbare feiten. Betrokkenen zouden zich in specifieke omstandigheden - zoals bij een hittegolf - in hun woonplaats bij de politie moeten aanmelden.

Met de aangekondigde maatregelen gaat De Crem in op de suggesties die de afgelopen dagen al gedaan werden door Kamerlid en Edegems burgemeester Koen Metsu (N-VA) en burgemeester van Blankenberge en partijgenoot Daphné Dumery. Metsu vroeg de minister om zich te laten inspireren door de resolutie die enkele weken geleden werd goedgekeurd in het parlement om amokmakers te weren uit openluchtzwembaden en recreatiedomeinen. Hij wilde hogere boetes (tot 4.000-5.000 euro), snelrecht en een plaatsverbod dat voor de hele kust zou kunnen gelden. Van dat plaatsverbod wordt nu dus werk gemaakt.

“Veel tijd verloren gegaan”

Volgens Björn Anseeuw (N-VA) werd de kust afgelopen zaterdag “overspoeld door toeristen waar in coronatijden geen plaats voor is”. Hij hekelt dat de kustburgemeesters niet gehoord werden toen ze voor zo’n scenario waarschuwden en “aan de alarmbel trokken”. Ook volgens Meryame Kitir (sp.a) voelen de lokale besturen aan de kust zich in de steek gelaten. Jessica Soors (Groen) verwijt de verschillende bevoegde ministers een gebrek aan leiderschap.

De Crem repliceerde dat de federale politie deze zomer structurele bijstand ter beschikking stelt van de politiezones aan de kust, die drie maal hoger is dan de voorbije jaren. “Ik heb intensief contact gehad met de kustburgemeesters.”

De situatie op het strand van Blankenberge is door de smalle kuststrook heel bijzonder, zei De Crem. “Bij hoogwater is er amper plaats voor wie zich niet naar een strandbar wil begeven en geen stoel gereserveerd heeft. De lokale overheid moet ervoor zorgen dat er niet te veel strandgangers aanwezig zijn bij hoogwater en desnoods de toegang tot het strand proactief reguleren, of evacueren bij hoogwater. Dit is niet gebeurd, waardoor het onmogelijk was om punctueel tussen te komen zonder het volledige strand te ontruimen.”

Lang gewacht

Volgens de informatie van De Crem heeft de burgemeester van Blankenberge lang gewacht om extra hulp in te roepen. De eerste signalen over mogelijke problemen met jongeren liepen rond 14 uur binnen, maar vroegen de lokale autoriteiten pas om 17.30 uur om op te treden. “Er is dus tijd verloren gegaan.”

De Crem stelt ook vast dat er geen proactieve controle is gebeurd op de aanwezigheid van alcoholische dranken. “De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor het beheer van de openbare orde op hun grondgebied. Ik ben er zelf een en weet welke kansen en mogelijkheden dat biedt.”

Dinsdagnamiddag is er in Brugge nog een overleg met de NMBS over de inzet van treinen, maar De Crem herhaalde dat het sluiten van treinstations buiten proportie zou zijn geweest.

De Kamercommissie Binnenlandse Zaken kwam dinsdag vervroegd bijeen om de situatie aan de kust te bespreken. Meerdere fracties hadden na de beelden van de vechtpartij in Blankenberge gevraagd om de commissie ondanks het zomerreces vervroegd te laten samenkomen. Ook in Oostende en Knokke waren er al problemen.